columnpeter de waard
Is Shell op Sachalin een balling in een strafkolonie?
‘Een afschuwwekkend en in alle opzichten ellendig oord waar uit vrije wil slechts heiligen of totaal verdorven mensen kunnen leven’, schreef de Russische schrijver Anton Tsjechov in 1890 over Sachalin, het tussen Japan en Siberië liggende eiland. In de tijd dat Tsjechov het eiland bezocht, was het een strafkolonie van de tsaren. Honderd jaar later, op het moment dat de Sovjet-Unie uiteenviel, werden er in de wateren bij Sachalin acht olie- en gasvelden ontdekt, met een reserve van 3,3 miljard vaten olie en honderden miljarden kubieke meter gas.
Onder president Jeltsin miste Rusland de offshore technologie om die rijkdommen te exploiteren. Hij riep de hulp in van westerse olieconcerns, zoals Shell en Exxon, maar die aarzelden. Vanwege de ontoegankelijkheid, vanwege de gevaren zoals de ijsvelden in de zee van Ochotsk (de ‘vrieskist van de wereld’) en de enorme afstanden. Daarnaast had Shell nog een slechte ervaring uit 1917, toen alle olievelden bij Bakoe in het huidige Azerbeidzjan werden genationaliseerd door de bolsjewieken.
Maar in 1994 nam Shell toch een belang van 55 procent in het nieuwe Sakhalin Energy Investment Company, waar ook twee Japanse concerns in participeerden. Sindsdien werden tientallen miljarden geïnvesteerd in boorplatforms, pijpleidingen, tankers en LNG-fabrieken.
Hoewel veel Russen hier emplooi vonden, stuurde Shell er ook zo'n honderd mensen vanuit Nederland naartoe. Een van de grootste angsten van carrièrejagers bij het concern was om naar dit eiland te moeten, waarvoor het woord Verweggistan een eufemisme is. Hoewel hun behuizing in stenen rijtjeswoningen gunstig afstak bij de Sovjetflats waar de lokale bevolking vertoefde, was het geen feestplek. Op Sachalin was absoluut niets te doen. Een koude golfstroom zorgde voor lange winters, waarin de temperaturen daalden tot 40 graden onder nul. Regelmatig werd code oranje afgekondigd, waarbij de werknemers tijdig naar huis konden gaan omdat er enkele uren later drie meter sneeuw kon liggen. Wind en metershoge golven teisterden de kust. Aardschokken waren schering en inslag. In 1995 kwamen in het oliestadje Neftegorsk nog duizenden mensen om het leven bij een zware aardbeving. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie keerden niet voor niets honderdduizend Russen terug naar het vasteland, eenvijfde van de bevolking van het eiland.
Hoewel sommige roughnecks onder de werknemers de overweldigende woeste natuur wel konden waarderen, zullen vele Shell-expats er niet rouwig om zijn dat Shell zich hier terugtrekt. Het concern zelf zal er ook met ambivalente gevoelens op terugkijken. Net toen de revenuen gingen stromen, eiste president Poetin in 2006 een belang van 50 procent plus één aandeel in Sakhalin Energy op. Zo niet dan dreigde er een schadeclaim van 50 miljard wegens milieudelicten – hoewel Shell zelf vond veel te hebben gedaan om de migratieroute van de grijze walvissen veilig te stellen. Maar in feite wilde Poetin ook daar, zeven tijdszones van Moskou, terughalen wat Jeltsin had weggegeven.
Shell staat nu voor de volgende uitdaging. Hoe komen ze van hun belang af? Aankondigen is één, maar uitvoeren is wat anders. Tot zolang zit Shell opgesloten als een balling in een strafkolonie.