Internationale Babylonische betaalverwarring
Nederland is het eerste land dat landelijk een chipkaart invoert. Betalen, toegang tot gezondheidszorg en openbaar vervoer - alles kan....
MET DE MASSALE introductie van de chipknip bevindt Nederland zich in de frontlinie van de chipkaart, terwijl de techniek voor computerkaarten niet in dit land is ontwikkeld. De kennis die intussen is opgebouwd, komt grotendeels uit Frankrijk, de bakermat van de chipkaart.
Al in 1976 fabriceerde het Franse computerbedrijf Bull de eerste computerkaart, die toen nog twee microprocessoren nodig had om te functioneren. Een jaar later slaagde het bedrijf erin om de informatie op één chip te zetten. Daarmee was de eerste echte chipkaart geboren. Gespecialiseerde Franse technologiebedrijven als Gemplus en CP8 Transac hebben de kaart verder ontwikkeld en zij hebben belangrijke licenties in handen die over de gehele wereld worden gebruikt.
In tientallen landen wordt momenteel geëxperimenteerd met elektronisch betalen met een chipkaart. Grote proeven werden dit jaar gehouden in de Verenigde Staten. De creditcard-maatschappij Visa lanceerde de VisaCash-kaart tijdens de Olympische Spelen in Atlanta. In New York lopen proeven met smartcards van Visa en concurrent Mastercard.
Dichter bij huis is België ver gevorderd met elektronisch betalen. De chipknip die in Nederland wordt ingevoerd, is zelfs een getrouwe kopie van de Belgische kaart. 'De Nederlandse chipknip is afgekeken van België. De banken daar begonnen al in 1995 met een proef in de steden Wavergem en Leuven', zegt Jan van der Sluis van Bull-dochterbedrijf CP8.
Deze zogeheten Proton-kaart is in België goed bevallen en wordt sinds kort ook in Antwerpen en Brussel uitgereikt. De Belgische bevolking loopt er echter niet warm voor. Er zijn nog maar 230 duizend kaartjes uitgereikt en er staan slechts zesduizend betaalterminals, zegt een woordvoerder van Generale Bank. Bovendien was de chipkaart tot september een aparte kaart die werd uitgegeven naast de pinkaart. 'Sinds september worden beide kaarten geïntegreerd en verwacht men dat het gebruik zal stijgen tot één miljoen pasjes per eind 1997.'
In vergelijking met de langzame start in België verrast het rappe tempo waarin de Nederlandse banken de kaart hier introduceren. 'Ik kan dat alleen verklaren uit de gigantische media-aandacht voor de chipknip en de ruzie met de Postbank over de chipper', zegt Van der Sluis van CP8.
In Canada, Denemarken, Engeland, Zweden, Japan, Spanje, Turkije, China, Indonesië, Zuid-Afrika en Nigeria worden ook proeven gehouden met elektronisch geld. Soms gaat het om eenvoudige kaarten die worden weggegooid als ze leeg zijn, zoals in Denemarken. Andere landen hebben slimmere kaarten, kaarten die beveiligd kunnen worden en kunnen rekenen.
Het zijn telkens de banken die de leiding nemen, omdat zij veel geld kunnen besparen met chipkaarten. Het is veel goedkoper dan on-line betalingsafwikkeling, zoals pinnen, en het vermindert de kosten van vervoer en distributie van baar geld. Bovendien kan de chipkaart betalingen vervangen die veel administratiekosten met zich meebrengen, zoals transacties met creditcards en met cheques.
Vooral landen met een verouderd betalingssysteem zien grote voordelen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Verenigde Staten en Engeland, waar veel vaker dan in Nederland wordt betaald met creditcards en cheques. Als het aan de banken ligt, stijgt het aantal houders van een chipbetalingskaart tot 450 miljoen in het jaar 2001, tegenover dertig miljoen nu.
Betalingen zijn lang niet de enige toepassing van de computerkaart. De telefoonkaart met een chip is een ander voorbeeld. Dit bekende wegwerpkaartje bevat een eenvoudige chip. De Franse tak van het Amerikaanse concern Schlumberger weet daar al jaren vette winsten mee te maken.
Een andere toepassing is de sociaal-medische computerpas die volgend jaar grootscheeps wordt ingevoerd in Spanje en Frankrijk. Ook daar zijn kostenbesparingen de reden voor introductie. Bijna de helft van de uitgaven in de gezondheidszorg gaan naar overhead en administratie. Een kaart met medische en sociale gegevens moet de papieren rompslomp vervangen.
Chipkaart-bedrijven verwachten dat in 1998 een kwart van alle kaarten wordt gebruikt voor betalen, en een kwart voor het opslaan van sociale en medische gegevens. De andere kaarten worden gebruikt voor transport, (mobiele) telefoon, betaaltelevisie of spaarprogramma's zoals Air Miles.
Openbaar vervoer wordt gezien als een veelbelovend terrein voor smartcards. Hier probeert het Oostenrijkse bedrijf Mikron de technologische leiding te nemen. Dit bedrijf, dat vorig jaar door Philips is gekocht, is betrokken bij grote experimenten in Seoul in Zuid-Korea en de Australische stad Sydney. Het bedrijf heeft een systeem waarbij een kaart van afstand wordt gelezen. Het is snel en voorkomt zwartrijden.
Ook in Nederland wordt gepraat over een elektronische vervanger van de strippenkaart. 'Met de huidige strippenkaart kun je niet overstappen op de trein', zegt Van der Sluis. IBM Smartcards werkt aan een kaart die kan worden gebruikt als treinticket, paspoort en incheckbiljet voor het vliegtuig. 'Technologisch is het geen probleem meer. Het is alleen wachten op het moment dat iedereen om de tafel wil gaan zitten', zegt sales manager Jaap de Koning van IBM.
DE INVOERING van computerkaarten lijkt onstuitbaar, maar wordt nog geremd door het beperkte geheugen. Chipkaarten kunnen momenteel slechts één functie vervullen: ofwel betalen, ofwel medische gegevens opbergen, ofwel een andere toepassing.
Alleen de jongste generatie kaarten kan meerdere functies uitvoeren. Deze multifunctionele kaarten, die vanaf volgend jaar beschikbaar zijn, kosten tussen de 7,50 en tien gulden per stuk, twee keer zo veel als de huidige chipkaarten. Vriend en vijand zijn het er over eens dat de consument geen stapeltje kaarten op zak wil hebben. Hij wil één slimme kaart die alles kan: betalen, bellen, alle mogelijke airmiles optellen, en wat er verder van pas komt.
Dat loopt geheid uit op een teleurstelling, omdat iedereen een unieke kaart maakt waarmee zij hun klanten aan zich willen binden. De hoog opgelopen ruzie over chipper en chipknip is daarbij exemplarisch. Een ander schrijnend voorbeeld is dat de verenigde Nederlandse banken de kans hebben laten lopen om alle eigenschappen van de Belgische Proton-kaart over te nemen. Zij kozen voor een eigen, geheel Nederlands verrekensysteem.
'Het is technisch heel goed mogelijk om een open technologie te maken. Maar banken zijn niet gebaat bij één systeem', zegt chipkaart-deskundige Piet Maclaine Pont van IBM.
De fabrikanten van computerkaarten schermen graag met een wereldwijde standaard die EMV heet, genoemd naar de drie groepen die deze hebben ontwikkeld: Europay, Mastercard en Visa. De standaard betekent dat alle betaalkaarten in de wereld volgens dezelfde principes in elkaar worden gezet. Zelfs de Golden Card-betaalkaart van Peking is geschikt voor aanpassing aan deze standaard.
Deze EMV-standaard is volgens Maclaine Pont echter een wassen neus die de consument niets zal helpen. De standaard schrijft slechts voor welke functies per se op de kaart moeten zitten, maar niet waar of hoe. 'Vergelijk het maar met een auto. Het is alsof het stuur en de rem bij ieder type op een andere plek zitten.'
EMV schrijft ook niet voor hoe de portemonnee van de kaart eruit moet zien. Zonder zo'n internationale afspraak is een chipkaart onbruikbaar in het buitenland of voor internationale betalingen op het Internet. Om in dollars te kunnen betalen, moet een gebruiker eerst dollars op de chipknip laden. Dat kan niet, zolang er geen 'vakje' op de kaart zit waar dollars of andere valuta's in kunnen.
Als straks de halve wereld betaalt met elektronisch geld, is het onvermijdelijk dat gebruikers hun kaart over de grens willen gebruiken. Dan wordt pijnlijk duidelijk dat een chipknip geen echt geld is.
De nieuwste kaarten kunnen niet voorkomen dat een Nederlandse chipknip dienst weigert in Antwerpen. Dat staat in schril contrast met een biljet van honderd gulden, dat zelfs in Zuid-Italië nog genoeg waard is om een hongerige toerist te verzekeren van een pizza.
Pas met de komst van de euro in 1999 zullen de banken waarschijnlijk worden gedwongen een keuzemogelijkheid in te programmeren, één voor betalingen in euro en een ander voor guldens. Dan begint elektronisch geld een beetje op echt geld te lijken.