Industrie verdringt zich rond onze genen

Het Europees Parlement heeft zijn verzet tegen het octrooieren van menselijke en dierlijke genen gestaakt. Maartje van Putten vreest dat de monopolisering van genenbezit hierdoor weer een stap dichterbij is gekomen....

MAARTJE VAN PUTTEN

TERWIJL in de gangen van de Tweede Kamer de zomerrust in volle omvang is neergedaald, werken de leden van het Europees Parlement nog op volle toeren. Het lobby-circus van farmaceutische industrie, patiëntengroepen, landbouw-, milieu- en ontwikkelingsorganisaties liet geen europarlementariër ongemoeid nu het onderwerp 'octrooiering van biotechnologische uitvindingen' op de agenda stond. Het is dan ook een gevoelig onderwerp waarbij enerzijds ethische vragen en anderzijds economische belangen op het spel staan.

Het is niet de eerste keer dat het onderwerp de parlementaire revue passeert. In het voorjaar van 1995 dacht men de oplossing te hebben gevonden, maar liet het Europees Parlement op de valreep zijn tanden zien door de uitkomst van de onderhandelingen met de Europese Raad van Ministers te verwerpen.

Het Europees Parlement heeft toen in meerderheid gekozen tégen het octrooieren van menselijke genen. Ook nu weer wordt de kern van de discussies gedomineerd door de vraag of octrooiering van menselijke genen aanvaardbaar is.

De Europese industrie was destijds hoogst verbaasd dat het Europees Parlement, dat verondersteld werd niet veel voor te stellen, plotseling een wet van tafel bleek te kunnnen vegen. De Europese Commissie werd gedwongen met een nieuw voorstel te komen. Haast was geboden omdat de Europese industrie ten opzichte van Japan en de VS achter dreigde te raken.

Het nieuwe voorstel van de Europese Commissie was op het hoofdpunt van kritiek van het Parlement echter weinig veranderd. Menselijke genen kunnen nog steeds worden geoctrooieerd. Het is daarom op z'n minst opvallend dat het Parlement vorige week in meerderheid vóór de octrooiering van menselijke genen stemde.

Ik kan deze verandering niet verklaren. De argumenten zijn immers nagenoeg hetzelfde gebleven. De farmaceutische industrie is nog steeds groot voorstander van het octrooieren van genen en genenreeksen, en bezigt nog altijd de leus No Patents No Cure. Octrooien leveren hen immers betere winstvooruitzichten op.

We worden in het Europees Parlement echter ook benaderd door medische wetenschappers die vrezen dat octrooien op genen de ontwikkeling van nieuwe medicijnen belemmeren. Bedrijven kunnen door middel van een octrooi een bepaald gen monopoliseren, waardoor dat gen niet meer toegankelijk is voor onderzoekers van bedrijven of overheden die wellicht met behulp van het betrokken gen een ander of beter product zouden kunnen ontwikkelen.

Er zitten nog meer haken en ogen aan de voorstellen. Als een westers bedrijf een octrooi aanvraagt op een plant uit een tropisch regenwoud dat eeuwenlang bewoond en beheerd is door oorspronkelijke bewoners, vervolgens een medicijn ontwikkelt met een extract uit die plant, wie garandeert dan dat de lokale mensen ook iets terug zien van 'hun' plant?

En als er octrooi wordt aangevraagd op een menselijk gen of bloedcel waarvan vermoed wordt dat het bepaalde bijzondere antivirale eigenschappen heeft, hoe worden dan de belangen behartigd van de persoon of van de bevolkingsgroep van wie het gen of de bloedcel afkomstig is? Ervan uitgaande dat een octrooi alleen verkregen kan worden op een uitvinding en niet op een ontdekking, is nog de vraag of we hier kunnen spreken van een uitvinding, of dat we ons op het hellende vlak van een definitiekwestie bevinden. Want in hoeverre is een uit het lichaam geïsoleerd gen een uitvinding?

In toenemende mate worden, in het kader van medisch of agrarisch onderzoek, dieren genetisch gemanipuleerd. Dat het Europees Parlement niet heeft gekozen voor het uitsluiten van het octrooieren van dieren, betekent dat dit ook in de toekomst een lucratieve bezigheid zal blijven. Dat dieren lijden onder experimenten in het kader van onderzoek, is allang geen geheim meer. Het octrooieren van genetisch gemanipuleerde dieren betekent echter dat deze vorm van technologische ontwikkeling gestimuleerd wordt. Een uiterst twijfelachtige vorm van 'ontwikkeling'.

De consequenties van octrooiering van planten kunnen groot zijn. Voor grote bedrijven is het aantrekkelijk om een octrooi te verkrijgen op een bepaald zaaigoed. Zo verkreeg Monsanto, een groot Amerikaans bedrijf, onlangs octrooi op het zaad van een soja-boon die dusdanig genetisch gemodificeerd was, dat hij resistent werd tegen het bestrijdingsmiddel dat ook door Monsanto op de markt werd gebracht.

Op die manier kon het bedrijf de winsten zeer snel opvoeren. De contracten die het bedrijf met boeren afsloot, gaven het bedrijf grote controle over het productieproces. Experimenteren met zaden werd in de contracten niet toegestaan. Octrooien bevorderen op deze manier enerzijds de toepassing van nieuwe zaden ten koste van traditionele zaden, omdat de eerste meer winstmogelijkheden opleveren dan de traditionele zaden. Anderzijds versterken ze de monopoliepositie van grote bedrijven.

Lopen we daarmee voor de lange termijn niet het risico dat ons voedselpakket steeds eenzijdiger wordt, en dat traditionele soorten verloren gaan? Hoe smal zal straks de basis onder het voedselpakket van de mensheid zijn? En in hoe weinig handen ligt de besluitvorming daarover straks?

Nu weinig de octrooiering van elementen uit de bestaande natuur meer in de weg staat, moet een aantal wezenlijke vragen worden gesteld. De Duitse rapporteur Willi Rothley is dat niet met mij eens. Hij vindt dat het stellen van ethische vragen niet in verband met octrooiwetgeving moet worden gebracht. Er staat echter veel op het spel. Men zou kunnen stellen dat menselijk leven en de natuur gecommercialiseerd worden. Hoe ver willen we daarmee doorgaan?

Op twee punten werd in Straatsburg wel winst geboekt. Een amendement van ondergetekende over de belangen van lokale volken in ontwikkelingslanden werd aangenomen. Dit amendement stelt dat, voorafgaand aan octrooiverlening, de octrooiaanvrager bewijs moet leveren dat het biologisch materiaal in overeeenstemming met de wettelijke voorwaarden van het land van oorsprong is verkregen. Bovendien wordt verplicht gesteld dat voorafgaande toestemming van de betrokken personen is verkregen.

Ook was het Europees Parlement het erover eens dat er een Ethisch Comité moet worden opgericht dat alle ethische aspecten bestudeert en daarover adviseert. Het is een schrale troost. De eerste stap naar octrooiering van menselijke genen, planten en dieren is gemaakt.

Het woord is nu aan de Tweede Kamer. Laten we ervan uitgaan dat de weerstand die de Tweede Kamer in juni 1996 uitte tegen het octrooieren van dieren een goed voorteken is.

Maartje van Putten is milieu-woordvoerder van de PvdA-delegatie in het Europees Parlement.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden