'In de hectiek van het leven brengt een instrument ook veel rust'
In een tijd van fabrieksviolen, beunhazen en internet laat Hein Woldring zijn winkel annex werkplaats in Groningen met gerust hart over aan zijn kinderen. Kan hij intussen zélf bouwen: 'Ik laat me dicteren door het hout.'
'Deze jongen kwam hier al toen hij 3 jaar was.' Barbara Woldring knikt naar de twintiger die met zijn viool op de fiets stapt. 'Dat is het leuke als je dit vak al zo lang doet.' Al meer dan veertig jaar bouwt, repareert en verhuurt haar man Hein Woldring (65) strijkinstrumenten.
In de kleine winkel annex werkplaats van Het Strijkershuis in Groningen struikel je over violen en cello's, strijkstokken, hoezen, kisten en een enkele contrabas. Klanten die hun instrument komen halen of brengen lopen in en uit. 'Als mensen snaren kopen, zet ik ze er meteen op en kijk ik ook even het hele instrument na.' Zo'n extra dienst is belangrijk in een tijd dat muziekinstrumenten voor een prikkie op internet te bestellen zijn.
Overal staan en hangen de houten instrumenten, kapot of net gerepareerd. Tussen de bakjes met snaren van kunststof of schapendarm, potjes zelfgemaakte lak en rijen beitels, gutsen en tandschaafjes beplakt dochter Anna een strijkstok met een stukje hagedissenleer. Zoon Ollie, dikke bos haar en bruin leren schort, stemt een cello.
Hein, opgeleid als scheepsbouwer, is een 'houtmens', vertelt hij aan zijn werktafel. De opkomst van de polyesterboot joeg hem zijn vak uit. Op zoek naar 'iets met fijn houtwerk' belandde hij als twintiger bij een Australische vioolbouwer in Muiderberg, waar de violen 'aan de waslijn' hingen. Hij ging in de leer en raakte verknocht. Nu verhuurt Woldring met zijn vrouw Barbara en twee kinderen zo'n vijfhonderd instrumenten. Thuis, in een statige boerderij - met aardbevingsscheuren - op het Groningse land bouwt hij violen en cello's. 'We doen eigenlijk alles, want van nieuwbouw alleen kun je moeilijk leven', aldus Woldring terwijl hij een kindercello met gesprongen snaren van een meisje aanneemt. Het ding wordt met zorg bij de rest gezet.
Bedrijf Het Strijkershuis
Waar Groningen
Sinds 1979
Aantal werknemers 4
Jaaromzet 200.000 euro
Paardenhaar
Woldrings kinderen zijn het vak 'ingerold'. Dochter Anna (36) begon ooit strijkstokken te beharen als vakantiebaantje. 'Hele ladingen van muziekscholen' krijgt Het Strijkershuis in de zomer te repareren. Inmiddels heeft ze, tussen de strengen paardenhaar, haar eigen hoek in de werkplaats. Ollie (28) begon vijf jaar geleden als hulp in de administratie en leerde al klussend op oude violen van zijn vader het echte reparatiewerk. Of ze dezelfde passie ontwikkelen als hun vader weten ze niet, maar ze waarderen het vak. Allebei bouwden ze al eens een instrument, en tot vreugde van Woldring nemen ze Het Strijkershuis straks over.
Daardoor kan Hein zich storten op wat hij het liefst doet: nieuwbouw. Thuis, tussen de houtkrullen en stapels gereedschap, grote platenboeken met instrumenten van Italiaanse meesterbouwers als Stradivari. Met een biertje en niet afgeleid door bergen huurinstrumenten. 'Het hele proces - van hout kiezen, je guts erin zetten tot de klant erop laten spelen - vind ik geweldig.' Van niets een instrument maken waar de musicus, amateur of beroeps, verliefd op wordt. Zijn nieuwste viool is die ochtend verkocht en het plan voor een cello ligt alweer klaar. Hoeveel maakt hij er per jaar? 'Wisselend: soms geen een, soms wel tien.'
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
Terwijl musici niet de makkelijkste klanten zijn. Net als elk instrument is ook elke violist 'een karakter', zegt Hein grijnzend. 'De een is gevoelig en wil zacht strijken. De ander ragt erop en trekt eraan.' Liever maakt Woldring eerst het instrument om er daarna een musicus bij te vinden. 'Ik laat me dicteren door het hout.' Vooral esdoorn- en vurenhout, soms ook populieren-, peren- of hout van een boom uit eigen tuin. Zelf muziek maken doet hij niet meer. 'Ik mis de motoriek en dan ga ik alleen maken wat ik zelf graag bespeel. Je moet je klanten juist de keuze geven.'
Chinese vioolbouwers of robots kunnen het werk van de ambachtelijke nieuwbouwer dan ook nooit vervangen, vindt hij. Goedkope instrumenten vinden steeds meer hun weg in de markt, mede door de opkomende massaproductie in China. En die wordt steeds beter, geeft Woldring toe. Chinezen gaan hier in de leer en kopen steeds vaker Europees hout op. 'Maar China mist de cultuur van de Europese topvioolbouwers. In die fabrieken is alles uniform. Ruimte voor afwijking, wat instrumenten uniek maakt, is er niet. En dat maakt het vak juist zo leuk', zegt Woldring. 'Dat ik zelf kan kiezen hoe ik de krul snijd uit dit stuk hout.'
Die fabrieksviolen komen wel bij Het Strijkershuis terecht. 'Met nieuwe goede snaren of een kam en een akoestische afstemming zijn ze best op te waarderen.' Tot enig ongenoegen van zijn vrouw Barbara. Zij vindt het maar niks, die 'goedkope dingen van 50 euro' voor honderden euro's repareren. Woldring ziet dat anders: 'Ik hou me graag bezig met mooie violen, maar er moet ook brood op de plank. Als ik de klant maar goed informeer over de nadelen van zo'n fabrieksviool.'
Amateurbouwers 'die een weekje gaan vioolbouwen' en vervolgens restauratiewerk gaan doen, baren hem meer zorgen. Professionele vioolbouwers geven steeds vaker cursussen, als extra inkomstenbron. 'Dat moeten we niet aanmoedigen', vindt Woldring. 'Amateurs kunnen echt schade aanrichten. Ze helpen die instrumenten en strijkstokken met weet ik wat voor lijm zo de vernieling in.' Vioolbouwen is een vrij beroep, maar de Nederlandse Groep van Viool- en Strijkstokkenmakers laat niet iedereen toe tot zijn ledenkring, zegt Woldring. Het werk van kandidaat-leden wordt eerst door de anderen gekeurd. 'We moeten het vak wel hooghouden.'
Beleggingsobject
Nieuwbouwers moeten namelijk ook opboksen tegen de 'mythe van het oude instrument', legt Woldring uit. 'Beleggers en handelaren in oude instrumenten helpen graag het idee de wereld in dat een goede viool altijd duur en antiek is.' Schandalig, vindt hij. 'Wij nieuwbouwers moeten er tegen de klippen op voor vechten dat onze instrumenten serieus genomen worden.' Terwijl er vroeger ook veel massaproductie uit Oost-Duitsland op de markt kwam, aldus Woldring. 'En die was echt niet altijd van de beste kwaliteit.'
Een strijkinstrument is tijdloos en in crisistijd maken mensen misschien wel vaker muziek. Woldring ziet dat het aantal kinderen dat een instrument leert bespelen iets afneemt, 'maar volwassenen herontdekken het instrument. In de hectiek van het leven brengt een instrument ook veel rust.'