Het zorgstelsel is een sigaar uit eigen doos

Zorgverzekeraars gooien alle remmen los in de slag om de consument. Geld genoeg: zij hebben de afgelopen jaren hun oorlogskassen gespekt door hun premies extra te verhogen....

Van onze verslaggever Merijn Rengers en Xander van Uffelen

Het kan niemand zijn ontgaan: de zorgverzekeraars komen eraan. Met paginagrote advertenties, spotjes op radio en tv, interactieve websites en vanaf december via miljoenen enveloppen met polisaanbiedingen, maken de tot dusver in relatieve anonimiteit opererende verzekeraars hun entree bij de consument.

Precies zoals de overheid het wil. Want het nieuwe zorgstelsel, dat op 1 januari 2006 in werking treedt, staat of valt met concurrentie tussen de zorgverzekeraars. Die moeten, zo vindt Den Haag, in de slag om de zorgconsument het onderste uit de kan halen. Bij ziekenhuizen, huisartsen en farmaciebedrijven moeten de verzekeraars zo goedkoop mogelijk hun zorg inkopen. Consumenten moeten ze naar zich toe zien te lokken met een cocktail van goede service en lage premies.

Ironisch genoeg hebben de verzekeraars de afgelopen jaren de premies juist extra opgeschroefd. Daardoor hebben de verzekeraars nu een grote zak met geld achter de hand in het gevecht om de klant.

Daarmee is de concurrentie een sigaar uit eigen doos. Want de premieverhogingen van de afgelopen twee jaar zijn vrijwel geheel doorgeschoven naar de oorlogskassen van de verzekeraars, zo blijkt uit onderzoek van de Volkskrant.

Neem 2004. In dat jaar betaalden verzekerden 59 euro meer aan premie, terwijl de maatschappijen maar vijf euro per persoon extra uitgaven aan de zorg. De overige 54 euro staken zij in eigen zak.

Op een bestand van zestien miljoen verzekerden, heeft deze aanpak de maatschappijen een zak geld van ruim achthonderd miljoen euro opgeleverd. Met dit extra geld kunnen ze de komende maanden goede sier maken met reclame, cadeautjes voor nieuwe klanten of gunstige premies voor de basisverzekering.

Dat zullen de verzekeraars ook volop doen, verwacht hoogleraar gezondheidseconomie Erik Schut van de Erasmus Universiteit. ‘Iedereen moet straks een zorgverzekering kiezen. Verzekeraars willen daarom nu hun slag slaan. Als mensen eenmaal voor een verzekering hebben gekozen, blijven zij meestal bij die maatschappij zitten. Vooral de eerste keuze is commercieel interessant.’

De rekening voor de concurrentieslag is in feite al betaald, door consumenten en door de overheid. Ongeveer 92 procent van de inkomsten van zorgverzekeraars uit premies en overheidsbijdragen (in jargon: geld uit de Algemene Kassen) geven zij uit aan ziekenhuiskosten, medicijnen, huisartsen. De overige 8 procent van de jaarlijkse inkomsten (een bedrag van gemiddeld 1636 euro in 2004 per verzekerde) gaan op aan reclame, aan de personeelskosten van de verzekeraar, aan uitkeringen aan aandeelhouders (als die er zijn, want ziekenfondsen en diverse particuliere verzekeraars hebben geen winstoogmerk), en toevoegingen aan de reserves.

De zorgverzekeraars hebben er niet altijd zo warmpjes bijgezeten: 2002 en 2003 waren rampjaren. Door de politieke onrust over de lange wachtlijsten in de zorg, aangewakkerd door Pim Fortuyn, gingen de financiële sluizen open, vertelt financieel directeur Han Tanis van OZ zorgverzekeringen uit Breda. ‘De wachtlijsten moesten snel worden weggewerkt en dat kostte de verzekeraars heel veel geld.’

Met een geringe vertraging voelden ook de premiebetalers en de overheid de aanpak van de wachtlijsten in de portemonnee. Jaarlijkse premiestijgingen van meer dan 10 procent zijn geen uitzonderingen. De premieverhogingen in 2004 en 2005 van circa 7 procent werden in de branche betiteld als ‘gematigd’ en ‘bescheiden’.

Terwijl de premie-inkomsten jaarlijks blijven oplopen, hebben ziekenfondsen en particuliere zorgverzekeraars de afgelopen jaren hun uitgaven in bedwang gekregen. Zo hebben zij afgerekend met de hardnekkige mythe dat zorguitgaven onbeheersbaar zijn als gevolg van vergrijzing en nieuwe medische technologie.

En, net zo belangrijk: daarmee hebben de zorgverzekeraars hun financiële positie sterk verbeterd. Dit commerciële succes is voor een groot deel te danken aan minister De Geus. Die dwong als tijdelijk minister van Volksgezondheid in het demissionaire kabinet Balkenende I de farmaceutische industrie om de prijzen van medicijnen fors te verlagen. Het kostte wat geruzie met de farmaceuten, maar uiteindelijk sleepte De Geus een zak met geld binnen. Generieke medicijnen met een verlopen patent, daalden fors in prijs.

De verzekeraars bespaarden met deze afspraak in 2004 een slordige 600 miljoen euro. Aangezien de premies al waren vastgesteld voordat dit convenant werd gesloten, konden ze dat geld zo in eigen zak steken. En dat deden de verzekeraars dan ook volop. Gemiddelde winst van de verzekeraar door deze afspraak: 37 euro per verzekerde. Samen met wat andere besparingen wisten de verzekeraars het bedrag dat niet opging aan zorg met 54 euro te verhogen naar 123 euro. En daar blijft het niet bij, in 2005 lijken de verzekeraars bijna 700 miljoen te besparen door de goedkope medicijnen.

Koploper bij het uitwringen van de premiebetaler is Axa, sinds december 2004 onderdeel van Achmea, dat 546 euro aan premie niet in de zorg investeerde.

Snel opstappen bij deze verzekeraar? Dat valt te bezien, zegt Han van OZ zorgverzekeringen. Zijn organisatie hield in 2004 124 euro per verzekerde over en staat met een winst per verzekerde van 121 euro op de vijfde plaats. Maar dat wil niet zeggen dan OZ zo inhalig was. De meevaller kon het ziekenfonds goed gebruiken om zijn geringe financiële buffers te versterken. Het ophogen van de reserves was noodzakelijk vanwege eisen van De Nederlandsche Bank.

De centrale bank houdt in de gaten of verzekeraars wel aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Hoe meer de verzekeraars de markt opgaan, des te meer risico zij lopen, en des te meer geld zij achter de hand moeten houden.

Die extra eisen komen vooral hard aan bij de ziekenfondsen. Zij hoefden in het verleden nauwelijks geld opzij te zetten. De particuliere verzekeraars, gewend aan het opereren om de markt, kunnen met gemak de eisen aan die in het nieuwe stelsel gelden. Sterker: maatschappijen met veel particulier verzekerden (zoals de Delta Lloyd Groep) krijgen door het nieuwe zorgstelsel de beschikking over ‘gigantische bedragen uit hun vermogen’ zegt Tanis. Dat geld hoeven zij door nieuwe rekenregels niet langer achter de hand te houden. En dus, moest OZ wel sparen om de concurrentie aan te kunnen. ‘Het was voor ons verstandig beleid ons met hogere reserves te wapenen voor de introductie van het nieuwe zorgstelsel.’

Directeur Hugo Keuzenkamp van verzekeraar Ohra heeft een ander verhaal. Het bedrijf Delta Lloyd Groep, waarvan Ohra deel uitmaakt, drijft vooral op particulier verzekerden. Waar OZ de extra premie-inkomsten in 2004 gebruikte om zijn reserves aan te vullen, hadden Ohra en Delta Lloyd al genoeg vet op de botten. Hun winst per verzekerde is relatief laag. De andere kant van de medaille is dat de reserves bij Ohra en Delta Lloyd van oudsher hoger lagen dan bij OZ. Als overwegend particuliere verzekeraar heeft dit bedrijf ook hogere bedrijfskosten per verzekerde dan bijvoorbeeld OZ. ‘Voor de particuliere verzekerden is veel meer administratie nodig’, verklaart direceur Keuzenkamp. ‘We passen nu in rap tempo de computersystemenen aan, zodat de beheerskosten dalen.’

Zo heeft elke zorgverzekeraar een verklaring waarom de premies de afgelopen twee jaar meer stegen dan de zorguitgaven. Voor de consument zijn die redeneringen minder relevant. Want of de extra euro’s zijn terechtgekomen op de bank van een verzekeraar, in de huisvesting of bij de aandeelhouders: het geld is weg, en komt vooralsnog niet via een lagere premie terug bij de mensen die het hebben opgebracht.

Die conclusie is goed om te onthouden voor iedereen die in december de offertes van de zorgverzekeraars openmaakt, en zich afvraagt waar toch dat bedrag van bijna 1100 euro per jaar vandaan komt.

Aanvullingen & verbeteringen
In het artikel Het zorgstelsel is een sigaar uit eigen doos wordt gesteld dat het nieuwe basispakket maximaal 1100 euro per persoon mag kosten. Dat is onjuist: het ministerie van VWS heeft slechts de verwachting uitgesproken dat de gemiddelde prijs 1106 euro zal bedragen.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden