de onderneminghet wildemanshofje

Het Wildemanshofje werd gesticht in weelde, maar moet nu de eindjes aan elkaar knopen

Regent Piet Verhoeven. Beeld Katja Poelwijk
Regent Piet Verhoeven.Beeld Katja Poelwijk

De laatste renovatie is nog maar kort voltooid of een nieuwe uitdaging - de energietransitie - dient zich al aan.

Marc van den Eerenbeemt

Bedrijf

Stichting Het Provenhuis van Gerrit Floriszoon Wildeman

Waar

Alkmaar

Aantal werknemers

Vier regenten (vrijwillig) en een huismeester (tegen inwoning)

Jaaromzet

circa 138 duizend euro

Op een stralende dag in juli toont het Wildemanshofje in Alkmaar zich in al haar luister. Al ruim driehonderd jaar staan hier 24 huisjes met groene deuren rond een carrévormige binnentuin. De rozenstruiken buigen door onder het gewicht van hun rode, roze en witte bloemen. De toppen van de lavendelstruiken rond het Wildemansbeeld schommelen zachtjes in de wind. Voor de kleine gevels staat oude leilinden vol in blad.

Twee bewoners van het vrouwenhof zitten voor hun woning te lezen in de ochtendzon. Bestuurder Piet Verhoeven (74) van het hof controleert of de waterpomp in de tuin nog werkt. Het voormalige hoofd Monumentenzorg van de gemeente Alkmaar mag zich regent van het Wildemanshofje noemen; de eretitel die de vier vrijwillige bestuurders van het historische wooncomplex mogen dragen. En hij moet op de centen letten. De kraan kocht hij op een rommelmarkt, de zwengel voor een prikkie op Marktplaats.

Het Wildemanshofje, een van de ruim honderd hofjes in Nederland, werd gesticht in grote welstand. Gerrit Floriszoon Wildeman (1627-1702) vergaarde in de 17de eeuw een fortuin als reder en handelaar in koloniale waren. Op zijn oude dag genoot hij een aanzienlijk inkomen uit onder meer zijn beleggingen in land, huizen en schepen. Na zijn overlijden bleek zijn huis De Leeuwenburg in Alkmaar een pakhuis vol schilderijen, gouden en zilveren voorwerpen met zijn familiewapen, landkaarten, een exemplaar van de inmiddels wereldberoemde Atlas Maior van Blaeu en de destijds fabelachtige som van 11 duizend gulden in contanten.

Ook bijzonder was zijn testament. Bij gebrek aan directe erfgenamen bestemde Wildeman zijn nalatenschap voor de bouw van een woonhof voor vrouwen. Afgemat door ouderdom en magere armoede moesten zij hier, zo memoreert een gevelsteen, ‘tot zoete ruste komen en tot een vette overvloed’.

Het werd een van de grote werken van Alkmaar in die dagen. Een commissie maakte per schip een rondreis door Holland om zich te laten inspireren door andere hofjes. In 1713 begon de bouw van het Wildemanshof. Op de aankleding werd niet bezuinigd. Een beeld van een bebaarde wildeman met knuppel siert de monumentale classicistische gevel; een verwijzing naar de naam van de stichter. Daarnaast staan nog twee beelden van vrouwen, de Ouderdom en de Behoefte. De wanden van de ‘regentenkamer’ boven de toegangspoort waren oorspronkelijk bespannen met goudleer en behangen met tal van schilderijen. Nog steeds ziet de stichter des huizes daar vanaf een olieverfportret toe op de vergadering der regenten.

Christelijk werk

In zijn testament omschreef Wildeman zijn hofje als een ‘christelijk werk’. Hij was gereformeerd gedoopt, maar geen scherpslijper in het geloof. De huisjes waren bedoeld voor vrouwen van alle kerkelijke gezindten, van Waterlands doopsgezind tot Rooms-katholiek. Historicus Jurjen Vis veronderstelt in zijn geschiedschrijving van de Alkmaarse hofjes dat Wildeman ‘zal hebben gemeend dat zoveel confessies in een zo kleine stad niet om elkaar heen konden en mochten. Hij zal veel hebben verwacht van verdraagzaamheid, toenadering en misschien zelfs samenwerking.’

De bewoners kregen niet alleen kosteloze huisvesting. Ze kregen ook vier keer per jaar ‘proven’: een kleine financiële toelage, turf om hun huisje te verwarmen en een hoeveelheid boter. Daar stond tegenover dat de vrouwen elkaar dienden te helpen, ook bij ziekte en ouderdom.

De gift van 100 gulden per jaar die Wildeman de vrouwen gunde, werd door de bestuurders van het hof meteen gehalveerd. Te genereus, blijkbaar. Zo werd in de volgende eeuwen vaker zuinig aan gedaan met de giften. Toen in 1760 de inkomsten van de landerijen van Wildeman terugliepen door een uitbraak van de runderpest werd de bewoners van het hof alleen nog een portie turf gegund. Ook werd land verkocht om de kas aan te vullen. In het midden van de 20ste eeuw was het helemaal gedaan met de douceurtjes. De bodem van de kas was bereikt.

Het Wildemanshofje in Alkmaar bij de Oudegracht. Beeld Katja Poelwijk
Het Wildemanshofje in Alkmaar bij de Oudegracht.Beeld Katja Poelwijk

Geldverslindend was het onderhoud, de restauraties en de modernisering van de huisjes door de eeuwen heen. In 1947 werd besloten dat nieuwe bewoners voor het eerst een kleine eigen bijdrage moesten betalen. Mede onder druk van de gemeente kreeg ieder huisje in de jaren zestig een wc, stromend water en een gasaansluiting.

Verbouwing en restauratie

Gemeente en regenten kwamen begin jaren zeventig tot een vergelijk: het hof zou worden vernieuwd met behoud van het historische karakter en ‘de kenmerken van een sociale instelling’. In de twintig jaar die volgden werden de huisjes in twee verbouwingen nog eens aangepakt. De bedstede bleef behouden als kast, maar iedere woning kreeg een eigen keukentje. Op de ongebruikte zolder kreeg ieder huisje een slaapkamer en een badkamer.

De eerste verbouwingsslag in die periode, in 1973, werd betaald met omgerekend zo’n 750 duizend euro subsidie van rijk, provincie en gemeente. Voor de laatste grote renovatie, die vijf jaar geleden werd voltooid, was er opnieuw steun van de overheid. Verhoeven: ‘Gelukkig, want restauratie was hard nodig en we hadden we een gigantisch probleem: er was nauwelijks financiële reserve.’

Het hofje had voor die werkzaamheden een miljoen euro nodig. Het vergaren van dat geld bleek inmiddels een operatie vol juridische en fiscale haken en ogen. Twee ton werd door het hof zelf opgespaard uit de huren. Drie ton kwam van de provincie. Een ton werd geschonken door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed in de vorm van een subsidie voor instandhouding. En vier ton kwam er in de vorm van een hypotheek van het Nationaal Restauratie Fonds. Met een lage rente, dat wel, maar de vereiste terugbetaling behoort nu ook tot de maandlasten van het hof.

Nu heeft het Wildemanshofje alleen nog de huur als inkomstenbron. De bewoners betalen per persoon rond de 500 euro huur per maand, afhankelijk van de grootte van hun woning. Verhoeven: ‘We mogen een hogere huur vragen, maar dat vinden we niet passen bij de opdracht die Gerrit Wildeman ons heeft gegeven.’ Heel soms is er een schenking. De laatste was van bewoner Marianne Melse (1951-2018). Zij liet het hofje een geldbedrag na, waarvan een parasol kon worden aangeschaft voor de gezamenlijke buitentafel. Met het restant is een jonge perenboom gekocht. De Gieser Wildeman is inmiddels aangeplant in een eigen vak, achter in de tuin.

De komende paar jaar zit het het Wildemanshofje weer even goed, schat regent Verhoeven in. Maar een nieuwe uitdaging kondigt zich al aan. ‘Het zweet breekt mij uit bij de gedachte aan de kosten van de energietransitie. Ik zou niet weten hoe we die ooit kunnen betalen.’

Binnentuin van het Wildemanshofje in Alkmaar.  Beeld Katja Poelwijk
Binnentuin van het Wildemanshofje in Alkmaar.Beeld Katja Poelwijk

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden