columnfrank kalshoven
Het uitmesten van de uitzendsector is noodzakelijk, maar niet afdoende
Het Duitse kabinet stuurde deze week een wet naar de Bondsdag, het Duitse parlement, waarin wordt voorgeschreven dat in slachthuizen uitsluitend gewerkt mag worden door eigen personeel bij het slachten en het verwerken en verpakken van vlees. Geen uitzendkrachten, geen onderaannemers, geen onderaannemers van onderaannemers.
Is dat een goed idee? Ook voor Nederland?
De problemen zijn in elk geval serieus genoeg om actie te willen ondernemen – niet alleen in slachthuizen, maar dat is wel een goed begin.
Werkenden worden, laten we het beestje bij z’n naam noemen, uitgebuit. Veelal Oost-Europese tijdelijke arbeidsmigranten worden in hun thuisland geronseld en voorgelogen en in Duitsland en Nederland aan het werk gezet. Slechte arbeidsomstandigheden, gesjoemel met uitbetaling van lonen, verplicht overwerken, verplicht betalen voor vervoer naar de werkplek enzovoort en zo verder. Het is af en toe net het Wilde Westen.
De werkenden worden gehuisvest door of via de werkgever, die rekent pittige huren voor smerige hokken en zet werkenden op straat zodra ze hun werk verliezen. We lazen er deze week in de Volkskrant nog een reportage over.
In de coronacrisis bleken slachthuizen brandhaarden van besmetting. Geen afstand kunnen houden op de werkplek, gezamenlijk vervoer in krappe busjes, een opeenstapeling van mensen in de huisvesting, geen loon voor mensen die zich ziek melden – daar smullen virussen van.
Nee, niet alle pakweg 400 duizend arbeidsmigranten worden zo behandeld. Niet alle werkgevers die hen inhuren zijn boeven. Nee, niet alle uitzendbureaus op deze markt zijn schobbejakken. Maar dit zijn ook geen uitzonderingen, het zijn geen incidenten, het gaat niet om een enkele rotte appel in een mand vol heerlijke Jonagolds. En het is dit jaar niet voor het eerst. Dit speelt al jaren, wat zeg ik, decennia.
Er is dus alle reden voor de overheid, ook de Nederlandse, om eindelijk eens in actie te komen.
En dan is daar plots Emile Roemer, afzwaaiend waarnemend burgemeester van Heerlen, gewezen fractievoorzitter van de SP in de Kamer, en sinds kort leider van het ‘aanjaagteam’ van het kabinet voor de bescherming van arbeidsmigranten. Minister Koolmees van Sociale Zaken stuurde diens ‘eerste aanbevelingen’ vorige maand naar de Kamer.
Wat de arbeidsmarkt betreft, gaat Roemer veel minder ver dan het Duitse kabinet. Zijn ‘structurele oplossing’ is een grote schoonmaak bij de uitzendbranche. Maak malafide uitzendbureaus en uitzendondernemers het werken onmogelijk, daar komt zijn aanbeveling op neer. Dat lijkt me sowieso een puik plan, en er zijn trouwens ideeën genoeg voor, óók binnen de sector zelf. Nette uitzenders lijden immers (reputatie)schade door het gedrag van de boeven.
Zou het afdoende zijn? Vermoedelijk niet. Want uitzenden is maar één van de vele mogelijke juridische constructies waarbinnen mensen aan het werk kunnen worden gezet. Slagers kunnen ook ondernemer worden, in (tijdelijke) dienst komen van een Bulgaarse vleesdienstverlener, gedetacheerd worden vanuit Roemenië, of door tussenkomst van een ‘vlees-app’ slagersklussen accepteren op hun telefoon. De boeven hebben vermoedelijk al een nieuwe route gevonden voordat de overheid de oude kan afsluiten.
Neem die mensen maar fijn in dienst, de Duitse oplossing, is daarom geen gekke gedachte. Vluchten in constructies is dan onmogelijk. Je kunt eraan toevoegen: en je mag ook met uitzendkrachten werken nadat die sector grondig is uitgemest. En verder niet.
Frank Kalshoven is directeur van De Argumentenfabriek. Reageren? Email: frank@argumentenfabriek.nl