ColumnVoorwaarts!
Het Intertoys-museum heeft wél toekomst
De dood waart rond in de winkelstraat. Of in elk geval een zwerm curators: na financiële problemen bij V&D en Blokker dreigt nu faillissement voor de bijna 400 speelgoedzaken van Intertoys. Sinds 2013 is de klant 13 procent meer gaan uitgeven, alleen niet in de fysieke winkel. Op een gemiddelde zaterdag, rekende ABN Amro vorige maand voor in een rapport, trekken de populairste koopgebieden ruim een kwart minder mensen dan begin deze eeuw.
Verstandige politici zullen concluderen dat een levendig centrum niet hetzelfde hoeft te zijn als een consumptiewalhalla. Maar voor wie het niet laten kan: in een overvol Praag ontdekte ik deze zomer een andere manier om de teloorgang te stoppen. Natuurlijk was er het legomuseum, net als de obligate expositie van seksspeeltjes. Ter hoogte van de snoepwinkel – excuseer: het chocolademuseum – begon me iets te dagen. Daarna kwam het biermuseum. Een ordinaire kroeg, natuurlijk, maar ‘schat, ik ga nog even naar die expositie’ klinkt toch heel anders. Als klap op de vuurpijl was er het Apple Museum. Geen belshop, maar een plek om kennis te maken met ‘het verbazingwekkende levensverhaal van een uitzonderlijk visionaire Steve Jobs – een genie dat de mensheid beïnvloedde en de wereld veranderde’.
Vaarwel winkelstraat, welkom museumboulevard. Amsterdam heeft al de Heineken Experience. Waalwijk schijnt, mede om het winkelhart een oppepper te geven, te bouwen aan een nieuw leder- en schoenenmuseum. ‘Het bedrijfsleven krijgt een eigen expositieruimte waar bijvoorbeeld productpresentaties kunnen worden gehouden’, lees ik in de regionale krant.
Pessimisten zullen opmerken dat dit vager wordende onderscheid tussen winkel en museum de laatste stap is in de uitverkoop van onze cultuur. Zelfs gelauwerde internationale musea als het MoMa lenen zich voor modetentoonstellingen die volgens critici thuishoren in een boetiek – het geëxposeerde jurkje kan na afloop worden aangeschaft in de museumwinkel. Ze hebben gelijk. Maar commercieel zie ik een buitenkansje. Massaconsumptie heeft altijd een aflaat nodig gehad. Het EKO-keurmerk kan dat stukje zingeving bieden, maar waarom niet een pedagogisch verantwoord museum meets store-concept?
Helemaal lucratief wordt het als de winkelier – pardon: artistiek directeur – straks ook entreegeld gaat innen. Zoals bij het in de Verenigde Staten rondreizende Museum of Ice Cream. Bezoekers, enthousiast gemaakt door beroemdheden als Katy Perry en Beyoncé, betalen tientallen dollars voor een toegangskaartje.
De slag om de koopjesjager zal het ‘dikke blauwe mannetje’, zoals een verontwaardigde winkelier Bol.com afgelopen weekeinde noemde in deze krant, altijd winnen. Maar wie zich in een museum waant, maalt niet om een paar euro extra. Misschien is er op die manier zelfs een toekomst voor Intertoys. Niet als winkel. Maar een nostalgische museumervaring rond de Chinese plastic meuk die in de vroege 21ste eeuw doorging voor speelgoed? Dat kan zomaar een hit worden.