Nieuws
FrieslandCampina heeft het zwaar door tegenvallende afzet in Azië
Als Chinese baby’s minder poedermelk drinken, voelt de Nederlandse melkveehouder dit gelijk in zijn portemonnee.
Door tegenvallende resultaten in Azië betaalt FrieslandCampina, veruit de grootste melkveehouderscoöperatie van Nederland, de eigen boeren geen halfjaarlijks extraatje. Daarmee zet het bedrijf in de eerste helft van 2021 de beroerde resultaten van vorig jaar door, bleek woensdag bij de presentatie van de halfjaarcijfers. Toen was er voor de 11 duizend aangesloten melkveebedrijven –voor het eerst sinds de fusie tussen Friesland Foods en Campina in 2008 – geen eindejaarsuitkering boven op de gegarandeerde melkprijs.
De wereldwijde trend van dalende geboortecijfers was zichtbaar in de landen waarin FrieslandCampina actief is. Ook de gesloten grens tussen China en Hongkong, de toegangspoort tot de Chinese markt, speelt het bedrijf parten. Er speelt bovendien een kwestie in Thailand. Bijna de helft van de winst ging verloren aan een rechtszaak aldaar. FrieslandCampina zou volgens de Thaise rechter bij een klant tussen 2009 en 2019 te veel kosten in rekening hebben gebracht. Campina is het niet eens met de uitspraak, maar reserveert voor de zaak wel 57 miljoen euro.
Gedaalde melkopbrengst
De winst kwam uiteindelijk uit op 62 miljoen euro. In het eerste halfjaar van 2020 lag die nog 43 procent hoger. De omzet van FrieslandCampina daalde met bijna 2 procent naar 5,5 miljard euro. Onder meer de gedaalde melkopbrengst bij de boeren (-2,2 procent), vanwege het koude weer en hoge voerkosten, speelde een rol.
Anticiperend op de tegenvallende jaarcijfers vorig jaar kondigde FrieslandCampina een reorganisatie aan. Zogezegd om ‘de transformatie van de onderneming te versnellen met een focus op groei en structureel lagere kosten’. Tot eind 2021 komen duizend arbeidsplaatsen te vervallen. Inmiddels is driekwart van dit doel bereikt.