Het Nederlandse aandeel in de wereldhandel is de afgelopen twee jaar toegenomen. Van alle mondiaal geëxporteerde goederen en diensten was vorig jaar 3,2 procent afkomstig uit Nederland. Daarmee is een einde gekomen aan de daling van het aandeel ten tijde van de crisis.
Dat blijkt uit cijfers die het CBS maandagochtend heeft gepubliceerd. Van een dip kan overigens niet gesproken worden. Nederland bleef, op 2009 na, ook in de crisisjaren steeds meer goederen en diensten uitvoeren. Op het buitenland gerichte bedrijven, zoals ASML met haar chipmachines, hadden niet te klagen over klandizie. Maar omdat de wereldhandel als geheel sneller steeg, daalde het Nederlandse aandeel.
Wereldhandel verdubbeld
Ondanks sombere berichten over oprukkend protectionisme is de wereldhandel deze eeuw tot nu toe meer dan verdubbeld. Ging het in 2000 nog om 8,5 biljoen (8.500 miljard) euro, nu is dat al 20 biljoen euro. De Nederlandse exportwaarde nam in dezelfde tijd met bijna 175 miljard toe. Het grootste deel hiervan wordt verdiend met goederen zoals voedingsmiddelen, elektronische producten en machines.
De uitvoer naar Azië nam de afgelopen jaren relatief gezien het snelste toe. Zij groeide met ongeveer een kwart. Maar in absolute aantallen blijven de Europese landen met afstand de belangrijkste handelspartners voor Nederland. Zij zijn goed voor 77 procent van alle geëxporteerde goederen en 68 procent van de diensten.
Scheve ogen
Lang niet iedereen is blij met deze onverstoorbaar voortdenderende Nederlandse exportmachine. Nederland voert namelijk veel meer goederen en diensten uit dan het importeert. Dat kan leiden tot mondiale economische onevenwichtigheden: landen die juist kampen met een handelstekort, zien geld en banen over de grens verdwijnen.
Internationale instituties, van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) tot de Europese Commissie, waarschuwen al jaren voor het Nederlandse handelsoverschot. Dat behoort met ruim 10 procent tot de grootste ter wereld. Om hier iets aan te doen, zou Nederland het geld meer moeten laten rollen. Ook dringt het IMF aan op hogere lonen.
Scheve ogen over handelsoverschotten zijn ook de reden dat de Amerikaanse president Trump op ramkoers ligt met landen als China en Duitsland. Nederland lijkt in dit debat, afgezien van mogelijke handelssancties in Europees verband, tot nu toe de dans redelijk te ontspringen. Dat is mogelijk het gevolg van een gelukkig toeval. Mede dankzij de Rotterdamse haven voeren uitgerekend de Verenigde Staten meer goederen uit naar ons land dan dat ze importeren. Die Amerikaanse spullen worden vervolgens weer door Nederland uitgevoerd naar het Europese achterland.