Eigenlijk valt het nog mee
Aan het begin van de recessie bezocht de Volkskrant een truckerscafé, de Corusfabriek en een hotel in Lelystad. Is hier nu het herstel al zichtbaar? Door ,
Vrijdag, 11.00 uur, Rotterdam
‘Zeg badmuts, zei ik tegen hem, waar blijf je nou met die bestelling?’ Eind december 2008 nam de Rotterdammer Caspar Becker De Nieuwe Pionier in de Rotterdamse haven over. Het begon goed. Zo werd hij in januari meteen benaderd door een werkgever die dagelijks zo’n 35 maaltijden wilde bestellen voor personeel dat overwerkte. ‘Hij zei er wel bij: nu is het nog even rustig. Niemand werkt over. Waarschijnlijk heb ik die maaltijden pas vanaf volgende maand nodig.’ In februari hoorde Becker echter niets. Ook daarna bleef het stil. ‘Ik heb nooit meer wat van die badmuts gehoord, blijkbaar is er nog steeds weinig werk.’
Het is vrijdagochtend en Becker zit in zijn truckersrestaurant. Het is rustig, zo nu en dan komt een vrachtwagenchauffeur binnen voor een 7-upje of een broodje gehaktbal. Maar klagen doet de ondernemer niet. ‘De bezorging van maaltijden bij bedrijven loopt niet. Maar het restaurant wel, je had hier gisteravond moeten zijn.’ Hij maakt nog steeds winst, zegt hij. ‘Elke week een beetje meer.’
In november 2008, aan de vooravond van de recessie, peilde de Volkskrant de stemming op drie plaatsen in Nederland. Truckerrestaurant De Nieuwe Pionier was een van de drie. Op deze plek, tussen de petroleumhavens, het razende verkeer op de N15 en nabij het water, waren de gevolgen van de malaise meteen te merken. De toenmalige bedrijfsleider klaagde over een teruglopende omzet. De export liep terug en chauffeurs konden minder uren draaien. Op een normale avond verkocht De Nieuwe Pionier zo’n driehonderd kingsize gehaktballen, schnitzels van drie ons met kaas en nasischotels. Door de crisis zakte dit naar zestig schotels. ‘Als dit nog een paar weken aanhoudt, weet ik niet of we nog lang verder kunnen gaan’, zei de bedrijfsleider destijds.
Deze week kwamen er nieuwe berichten van het Centraal Planbureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek: de verwachtingen voor de rest van het jaar zijn niet zo somber als eerder gedacht. Bovendien is de economische krimp in een lagere versnelling gezet. Hoewel er nog veel onzekerheden zijn, ontwaren sommigen al voorzichtig de eerste lichtpuntjes.
Reden genoeg om opnieuw de stemming te peilen.
Bij De Nieuwe Pionier is veel veranderd in de tussentijd. Een paar weken na het verschijnen van het vorige artikel is de zaak overgenomen. Getwijfeld heeft de nieuwe eigenaar Becker geen moment. Crisis of geen crisis, hij vindt De Nieuwe Pionier een goede investering. De locatie is uitstekend, zegt hij, bovendien maakt het rookhok van 40 vierkante meter het restaurant uniek. Al die berichten over de economische malaise vindt hij overtrokken. ‘Ja, verhalen over failliete transportbedrijven zijn schering en inslag. En mijn gasten klagen dat ze minder kunnen werken. Maar er zijn nog genoeg bedrijven die wél werk hebben.’
Om het restaurant tot een succes te maken heeft hij het concept veranderd. ‘Ik heb goed nagedacht over mijn doelgroep.’ Het gevolg: hij heeft de prijzen verlaagd. In plaats van 18,50 euro betaal je nu zo’n 14 euro voor een daghap. ‘De porties zijn nog steeds groot, maar ik koop slimmer in.’ De scampi’s van 28,50 euro heeft hij eruit gegooid. ‘Dat ging hem niet worden bij truckers.’
Van zijn gasten krijg hij gemengde signalen over de stand van de economie. ‘Gisteren hoorde ik dat een bedrijf het contract van dertig chauffeurs met drie maanden heeft verlengd. Een positief teken.’
Voor Cor Straetemans, die even verderop staat bij de fruitautomaat, kan het herstel niet snel genoeg komen. Hij verdient als zelfstandige zijn brood met het bevoorraden van schepen. Had hij vorig jaar nog een schip of drie per dag om te voorzien van voedsel, nu is dat er hooguit eentje. ‘Ik zit twee tot drie dagen per week thuis.’
Donderdag, 10.00 uur, Lelystad
Negen maanden geleden lagen ze er kaal en bruin bij, nu staan de akkers voor Hotel Lelystad Airport vol aardappelplanten. De desolaatheid van november heeft plaatsgemaakt voor zomerse gemoedelijkheid. Waar het nieuwe restaurant moet komen, ligt nog steeds een met wit grind bezaaide parkeerplaats. ‘Er is helemaal niets veranderd. Ik zit me nu al een jaar te verbijten’, vat hotelier Max Wijnschenk (54) de stand van zaken samen.
De oud-Amsterdammer wil nog altijd zijn hotel uitbreiden en heeft daar nog altijd een forse lening van de bank voor nodig. De media staan bol van de berichten over economisch herstel, maar de bank blijft volgens Wijnschenk hetzelfde refrein opdreunen: ‘We nemen geen enkel risico.’
Een gotspe, vindt Wijnschenk. ‘Hoezo ‘we nemen geen enkel risico’? De banken hebben miljarden vergokt met investeringen in foute hypotheken en andere dubieuze beleggingen. Die bankenjongens drukken op een paar knopjes: oeps, 10 miljoen euro verloren. Ach, dat verdienen we wel weer terug, denken ze dan.’
Maar als een ondernemer 1,1 miljoen euro nodig heeft voor een cruciale investering, vindt de bank dat te riskant, stelt Wijnschenk vast. Alle overheidssteun ten spijt. Wijnschenk moest van de bank eerst maar eens 6.000 euro uitgeven aan een onafhankelijke haalbaarheidsstudie. Die studie is over enkele weken klaar. Wijnschenk twijfelt niet over de uitkomst. ‘Lelystad heeft veel te weinig hotelkamers, dat is algemeen bekend.’ Het aantal overnachtingen in zijn hotel is door de crisis met hoogstens 10 procent teruggelopen, claimt de hotelhouder.
Hij hoopt dat de studie de bank zal overtuigen. Wijnschenk wil zijn hotel uitbreiden van 24 naar 48 kamers en voorzien van een restaurant en ‘een stukje wellness’: een klein zwembad, sauna en massagesalon.
Het steekt Wijnschenk dat de gemeente Lelystad begin dit jaar een groot ‘hotelevent’ organiseerde. De gemeente hoopte zo investeerders te lokken die een groot hotel in de hoofdstad van Flevoland willen bouwen. ‘Ik heb tegen de gemeente gezegd: waarom helpen jullie mij niet in plaats van een ton uit te geven aan zo’n event? Jullie weten dat ik wil uitbreiden.’
Gemeenten en banken doen liever zaken met grote prestigieuze bedrijven dan met het midden- en kleinbedrijf, vermoedt Wijnschenk. ‘Al die mkb’ertjes met hun plannetjes, dat vindt zo’n bank helemaal niet interessant. De banken hebben een piramidespel gespeeld dat is ingestort en je ziet nu al dat ze de steentjes oprapen en weer een nieuw piramidetje beginnen te bouwen.’
Vrijdag, 13.00 uur, IJmuiden
Aan de poort van staalbedrijf Corus in IJmuiden lijkt het een dag als alle andere. Vrachtwagens rijden af en aan en bussen van vervoersbedrijf Jan de Wit rijden groepjes werknemers het terrein op voor hun middagdienst. In auto’s rijden tientallen ‘ochtendploegers’ het weekeinde tegemoet. Frans van de technische dienst heeft weinig zin in journalisten. ‘Van de week schreven collega’s van je van die roze krant (Het Financieele Dagblad, red.) nog dat we dit jaar geen kerstpakketten krijgen. Dat stond zelfs op de voorpagina’, zegt hij met veel misbaar. ‘Jullie willen alleen sensatie.’ Na enig aandringen wil hij wel wat kwijt over de situatie bij Corus. Die is eigenlijk prima, volgens Frans. ‘Voorlopig ziet het er naar uit dat in IJmuiden geen gedwongen ontslagen zullen vallen.’ En dat kerstpakket? ‘Geen collega gehoord die zich daarover druk maakt.’
De gelatenheid van werknemer Frans is volgens Frits van Wieringen, voorzitter van de centrale ondernemingsraad (COR) van Corus, wel te begrijpen. ‘Ten opzichte van vorig jaar is er meer duidelijkheid. Het is niet waarschijnlijk dat in IJmuiden mensen gedwongen zullen worden ontslagen. De doelstelling om achthonderd banen te schrappen in IJmuiden kan worden gehaald met natuurlijk verloop, als het bedrijf de reorganisatie maar over meerdere jaren wil uitspreiden. We zijn daarover nog in gesprek, maar het ziet er naar uit dat dat zal lukken.’
Bovendien, zegt Van Wieringen, is de situatie van het bedrijf nu beter dan vorig jaar. De IJmuidense hoogoven die vorig jaar in reactie op de abrupte vraagterugval uit productie werd genomen, is sinds zes weken weer in vol bedrijf en het aantal ploegendiensten, dat korte tijd werd teruggeschroefd naar drie, is weer terug op vijf. Ook het besluit om de hoogoven in het Engelse Teesside in de mottenballen te doen, is voorlopig uitgesteld. Het woord herstel zal Van Wieringen nog niet in de mond nemen, maar het feit dat de economieën van Duitsland en Frankrijk weer groeien stemt hem licht optimistisch. ‘Ik geloof niet dat het al tot meer orders heeft geleid, maar uiteindelijk moeten wij dat ook merken.’
Maar dat betekent ook weer niet dat het momenteel allemaal makkelijk is bij Corus, waarschuwt Van Wieringen. ‘In het afgelopen jaar zijn heel veel tijdelijke krachten en externen eruit gegaan. Het werk dat zij deden moet nu worden gedaan door onze eigen mensen. Ook in de komende tijd zullen mensen daardoor nog met veranderingen te maken krijgen en dat geeft altijd spanningen.’
Bij de poort zegt een twintiger met korte broek en vlassig baardje, die niet met naam in de krant wil, dat hij het afgelopen jaar inderdaad vooral veel uitzendkrachten en collega’s met tijdelijke contracten heeft zien verdwijnen. Verder is er volgens hem weinig veranderd. ‘Ja, er wordt volgens mij wat minder vaak schoongemaakt.’