De grootste in China en in Afrika

China moet het land zijn met de meest ambitieuze bedrijfsslogans ter wereld. ‘Overstijg Elk Gevaar – Overkom Elk Probleem – Wees Overal Aanwezig – Open Elke Route’, roept de bestuursvoorzitter van de China Railway Construction Corporation, Li Guorui, zijn klanten toe.

Meneer Li – in een goed gesneden donkerblauw pak; de moderne Chinese staatsmanager – kijkt je vanaf het concernmagazine met voldane blik aan. Hij is naast bestuursvoorzitter tevens secretaris van de communistische partij bij de CRCC, meldt het onderschrift.

Bescheidenheid is niet het sterkste punt van het bouwbedrijf van de Chinese spoorwegen. ‘CRCC is een van de grootste en machtigste megaformaat constructieconcerns in China en de wereld’, meldt Li in het glanzende magazine.

Dat krijg je als je firma een van de belangrijkste multinationals van de bv China is geworden. Opgericht in 1948, als het Spoorwegkorps van het Volksbevrijdingsleger, werden de bouwsoldaten in 1984 uit de krijgsmacht gelicht en omgevormd tot een groot staatsconglomeraat. Anno 2009 is de CRCC een van de grootste bouwbedrijven ter wereld.

Het concern heeft nog steeds trekjes van vroeger, merk je als bezoeker van het nieuwe hoofdkwartier. Martiale wachtposten in blauw tenue, voorzien van militaire tressen en witte riemen, bewaken de hoofdingang van de uit donker natuursteen opgetrokken moloch. De locatie zegt veel over de importantie van het bedrijf. Hier, aan de Weg van de Wedergeboorte, de voornaamste avenue in het hart van Peking, huizen de belangrijke staatsinstellingen.

Het is niet eenvoudig om belet te krijgen bij de eredivisie van de bv China. Toen de Volkskrant zich meldde, besloot men eerst bij de Chinese ambassade in Den Haag te informeren of het wel pluis was, die krant uit het verre Nederland.

‘Welkom Minister van Mijnbouw van Afghanistan’, meldt het beeldscherm naast de lift. We zoeven naar boven, waar prof. ir. Hu Zhenyi wacht. De vicepresident en chef-econoom van de CRCC heeft een uur vrijgemaakt.

Dat is opmerkelijk, want Chinese giganten als de CRCC zijn nog niet zo gewend aan belangstelling van buiten. Het zijn vaak bedrijven met een gesloten bedrijfscultuur, al zijn ze inmiddels over de hele aardbol actief. ‘Ik heb nog nooit bezoek gehad uit Nederland’, zegt Hu met licht geamuseerde blik.

Zijn grote kantoor ligt op de zesde verdieping, een etage die tegelijk imperiale grandeur en moderne ingetogenheid uitstraalt.

Aan de grote vergadertafel steekt Hu zonder een vraag af te wachten van wal. Zo gaat dat in de Chinese bureaucratie: journalisten gelden er als stenografen van de macht.

‘China Railways Construction Group is een leider in de internationale constructie-industrie’, dicteert de directeur. ‘We staan 356 in de Fortune-500, en op nummer 17 in de toplijst van het Chinese bedrijfsleven. We zijn het op drie na grootste bouwbedrijf ter wereld.

‘In 2008 hadden we projecten in meer dan dertig landen. De meeste projecten zijn in Afrika, het Midden-Oosten en Zuidoost-Azië, en we gaan ook uitbreiden in Oost-Europa en Zuid-Amerika.

‘Ons sterke punt is dat we een complete productieketen bieden – van ontwerp en bouw tot ontwikkeling en exploitatie. CRCC bouwt wegen en spoorwegen, tunnels, bruggen, huisvesting, water- en elektriciteitsnetwerken. We beginnen ook mijnbouwprojecten. Ons nieuwste project is een verhoogde spoorweg in Mekka, die klaar zal zijn voor de pelgrimage in 2010.’

Afrika is nu uw voornaamste werkterrein. Loopt het daar overal naar wens?

‘In Afrika hebben we voor 6 miljard euro aan projecten onder handen, met als grootste klanten Nigeria, Libië en Angola. Onze focus ligt op de grote olieproducerende landen en de mijnbouw. Sommige projecten worden vertraagd door de crisis. In Nigeria loopt het moeizaam wegens geldgebrek bij de regering.

‘In Tanzania willen we de spoorlijn naar de mijnen van Zambia vernieuwen. Die lijn was 35 jaar geleden ons eerste grote Afrika-project, maar ze is door slecht bestuur in verval geraakt. Het herstelwerk moet nog beginnen.

‘De grote projecten die op het programma staan voor Congo, waar we voor miljarden dollars willen bouwen in ruil voor mijnconcessies, zijn in voorbereiding.’

U bent onderhand niet alleen het grootste bouwbedrijf van China, maar ook van Afrika. Hoeveel mensen werken daar?

‘Dat weet ik niet precies. Vele duizenden. We zijn een verantwoordelijke partner. Training van lokale mensen is belangrijk. In Algerije hebben we ingenieurs en managers opgeleid, in andere delen van Afrika ook arbeiders.’

Na een klein uur is het gesprek gedaan. ‘Wilt u mij verontschuldigen, er wacht iemand uit Afghanistan’, zegt Hu. Inderdaad, de minister van mijnen. Wat gaat de CRCC er doen? ‘We gaan twee wegen aanleggen.’ Voor de NAVO-troepen in Afghanistan? Prof. ir. Hu Zhenyi glimlacht. ‘Wij bouwen alleen. We bemoeien ons niet met politiek.’