Britse staat neemt reuzegok met banken
Brits reddingsplan..
LONDEN Het kan bijna niet anders, of er zijn medewerkers van Royal Bank of Scotland die zich bij het ontwaken afvragen: werk ik nu echt bij een staatsbedrijf?
Ruim een jaar geleden stond RBS in de top vijf van grootste banken ter wereld. De groep uit Edinburgh telde wereldwijd 225 duizend werknemers. Vooruit, er was misschien te veel betaald voor ABN Amro. Maar Fred Goodwin stond nog immer aan het hoofd van een financieel powerhouse.
Premier Gordon Brown noemde zijn naam niet toen hij maandag tekeer ging over de ‘onverantwoorde investeringen’ die RBS tot zinken brachten. Verstandig, want de intussen afgevoerde bankier was ooit een welkome gast in Downing Street.
De realiteit is dat de Britse staat nu bijna 70 procent van RBS bezit. Volledige nationalisatie lijkt nabij, hoewel de regering dit liever zou voorkomen. Zij acht het politiek onwenselijk geïdentificeerd te worden met een van ’s werelds grootste kredietinstellingen die tal van gevoelige projecten financiert.
De facto heeft de Britse belastingbetaler echter al zeggenschap over een gigant met bijna 2 biljoen (tweeduizend miljard) euro aan verplichtingen op zijn balans.
RBS is slechts één dossier. Zo werken Brown en zijn team aan een verzekering waarmee alle Britse banken zich, na aftrek van een eigen risico, kunnen indekken tegen grote verliezen op ‘giftige bezittingen’. Dit zou kunnen resulteren in een enorme strop.
Tegelijkertijd kreeg de Bank of England ruim 50 miljard euro. Dit geld zal – net zoals in de VS gebeurde – mogen worden gebruikt voor financiële injecties voor gewone bedrijven die krap bij kas zitten.
Gecombineerd met eerdere maatregelen, zoals het plan garant te staan voor 270 miljard euro aan interbancaire leningen, roept dit de vraag op of de overheid dit allemaal wel kan betalen. Neemt Brown te veel hooi op zijn vork?
Het oogt allemaal nogal dreigend. Het Britse bureau voor de statistiek vindt dat RBS reeds als volledig genationaliseerd moet worden beschouwd, omdat de regering het er voor het zeggen heeft. Dit betekent op papier dat de Britse staatsschuld verviervoudigt tot bijna drie biljoen euro.
Belangrijker is echter hoeveel de Britse overheid moet bijlenen om uitkoopplannen of garanties na te komen die ‘echt’ geld kosten.
Zolang bijvoorbeeld bovengenoemde verzekering niet wordt ingeroepen door banken, kost het plan geen cent. Sterker nog, de overheid verdient aan de premies.
De voortekenen zijn slecht. De Europese Commissie voorziet dat het Britse begrotingstekort dit jaar oploopt tot 9 procent, en volgend jaar tot bijna 10 procent. Alleen de Ierse publieke financiën staan er nog slechter voor.
Daar staat tegenover dat Brown wat speelruimte heeft. De Britse staatsschuld als percentage van het bruto binnenlands product is vooralsnog een stuk lager dan in landen als Duitsland, Frankrijk of Japan. Tenminste, als het RBS-effect niet wordt meegeteld.
Zo hangt er dus veel onzekerheid rond de Britse reddingsplannen. Niemand weet hoeveel ze uiteindelijk gaan kosten. Brown gokt, maar zegt dat hij geen alternatief heeft. Het ontstoppen van de kredietleidingen is simpelweg te belangrijk voor de economie.
De buitenwereld is niet helemaal gerust. Het nieuwe reddingsplan veroorzaakte een nieuwe koersval van het Britse pond. Will Hutton, directeur van een linkse denktank, zei visioenen te hebben van ‘IJsland aan de Theems’.
Tot dusver is het nog te overzien. Financiën harkt het benodigde geld zonder veel moeite bijeen met nieuw schuldpapier. Brown moet bidden dat er niet te veel bancaire lijken uit de kast vallen.
Zelfs het nationaliseren van andere Britse banken hoeft geen ramp te zijn. Het enorme begrotingstekort is een probleem voor de volgende (vermoedelijk conservatieve) premier.
Gert-Jan van Teeffelen