Brandstofcelauto mist nog gelikte vorm

Een van de opmerkelijke auto's op de komende AutoRai is een kek rood tweepersoons brandweerautootje met een heus laddertje op het dak. De auto was eerder te zien in september op de Parijse autosalon.

Onder de motorkap van deze Peugeot H2O, een kruising tussen Peugeot 307 en een 206, ligt de motor van de toekomst, een brandstofcel. De auto rijdt op waterstofgas, superschoon en stil, is de claim. Het is de enige brandstofcelauto op de AutoRai, vermoedelijk omdat de Nederlandse beurs geen hoge prioriteit heeft als het gaat om het exposeren van zogeheten concept cars. Aan de technologie kan het niet liggen.

De auto-industrie besteedt inmiddels enkele honderden miljoenen dollars per jaar aan de ontwikkeling van de brandstofcel, als toekomstig alternatief voor de conventionele verbrandingsmotor. De komst van de Peugeot H2O is opmerkelijk omdat het Franse autoconcern geen voorloper is als het gaat om de ontwikkeling van de technologie. Die eer moet Peugeot laten aan Amerikaanse en Japanse autofabrikanten zoals DaimlerChrysler, General Motors, Ford en Toyota. Deze bedrijven zijn reeds begonnen met de bouw van een kleine serie prototypes, enkele tientallen, als eerste opstapje naar grootschalige productie en marktintroductie. Enkele prototypes uit die series rijden inmiddels in Californië op waterstofgas.

In die Amerikaanse staat mogen autofabrikanten straks alleen zogeheten nul-emissie auto's verkopen, auto's waarbij geen spoortje vuil meer uit de uitlaat komt. Brandstofcelauto's voldoen in principe aan de wettelijke eisen van een minimale uitstoot van schadelijke gassen zoals stikstofoxiden en koolmonoxide. Een brandstofcel gebruikt waterstofgas als brandstof. Dat gas wordt niet verbrand bij hoge temperatuur zoals benzine in een conventionele verbrandingsmotor maa

Het Duits/Amerikaanse bedrijf beproeft inmiddels haar vijfde generatie brandstofcelauto. Daarin zijn de meeste onderdelen van de brandstofcel al in de bodem van het voertuig ondergebracht. In de meeste prototypes van andere fabrikanten zijn bagageruimte en passagiersplaatsen nog volgestouwd met volumineuze onderdelen. Andere autoproducenten zoals Toyota zijn inmiddels net zover, zegt drs. Ronald Mallant van het onderzoeksinstituut ECN in Petten dat sinds tien jaar brandstofcelonderzoek doet.

'Amerikaanse en Japanse autofabrikanten die een brandstofcelauto ontwikkelen, komen hun belofte van enkele jaren geleden na en zijn al bezig met de bouw van een kleine serie prototypes', aldus Mallant. 'Met dergelijke series van enkele tientallen auto's zullen ze de komende jaren kilometers maken onder andere in Californië om achter het rijgedrag en de rijkosten te komen van zo'n nieuwe motor', voegt dr. ir. Richard Smokers van TNO Verkeer en Vervoer in Delft toe. 'Die rijproeven leveren ook informatie op over bedrijfszekerheid en de koudestart-eigenschappen van een brandstofcelauto.' Vervolgens zullen medio 2007 series van enige honderden auto's worden gebouwd, verwacht Mallant.

'Autoproducenten komen in 2010 met een marktrijpe brandstofcelauto op de markt die dan zal moet concurreren met conventionele auto's.' ECN-er Mallant sluit zich hiermee aan bij de visie van de meeste autofabrikanten. Hij wijst bovendien op de meer dan 1,7 miljard dollar die de Amerikaanse president Bush vorige week in het vooruitzicht heeft gesteld voor de ontwikkeling van de waterstofeconomie. De brandstofcelauto speelt daarin een cruciale rol. Dat geld zal de ontwikkeling versnellen.

Smokers van TNO is minder optimistisch. Hij voorziet commercialisering vele jaren later, ook al omdat een brandstofcel nu nog twintig maal duurder is dan een conventionele automotor. Technische verbeteringen en grootschalige productie zullen die prijs moeten drukken. Een brandstofcelauto zal straks moeten concurreren met middenklasser benzine- en dieselauto's.

Op het punt van acceleratie en actieradius scoren beide types weliswaar gelijk, maar zegt Smokers, ook benzine- en dieselauto's zullen de komende jaren steeds schoner en zuiniger worden. Op die punten zal de brandstofcelauto zich minder onderscheiden. Bovendien is superschoon voor de consument niet een eerste verkoopargument. Een brandstofcelauto moet daarom, naast schoner en stiller, een extra meerwaarde hebben, vindt hij, bijvoorbeeld een gelikte vormgeving aangepast op het brandstofcelconcept.