Belastingmuseum

De naam is allesbehalve een invitatie. Zou er één vader bestaan die op een vrije ochtend in de krant verscholen zit, en plotsklaps losbarst: 'Vrouw!...

Ik zie de man niet voor me, en nog minder kan ik me voorstellen dat hij de huisgenoten mee krijgt. Het wil er niet in, en dat zit 'm in die afwerende naam. Daardoor lijkt het museum bedacht als dreigement voor wetsovertreders ('tegen verdachte D.v.B. werd twee jaar geëist, plus verplicht bezoek aan het Belasting en Douane Museum'), of als plaats waar fraudeurs hun alternatieve straf als suppoost dienen uit te zitten.

Op het ergste voorbereid - en om even niet te denken aan het jaarlijkse invullen van de aangifteformulieren - ging ik erheen. De elementen zorgden voor een grandioze orkestratie van onbarmhartige hagel, radeloze windvlagen en kreunende dakpannen. Voorbij de entree bleek alles inbeelding en aanstellerij.

Geloof me of niet, maar het Belasting en Douane Museum is een leuke en leerzame instelling met hartelijk personeel en een ganzenveerpen om het gastenboek te tekenen. Meteen bij binnenkomst graag, want binnen is binnen.

Maar voortijdig aftaaien was er niet bij. Het fraaie pand aan de Parklaan werd museumstuk voor stuk afgewerkt. Lastig water was een genot, niet in het minst vanwege de watervlo die ik door een microscoop mocht ontdekken. Een grootse glinsterbol. Nooit wegdoen, die dingen.

Ik zag een Wurlitzer-pianola uit 1879, die nog met muziekrollen werkte. Het gevaarte is drie jaar geleden vanuit Colombia in de Amsterdamse haven aangekomen. In de wanden was drieëndertig kilo cocaïne verstopt. Ja, verboden maken de mens vindingrijk, maar de douanejongens trappen niet in een gebbetje met een aftandse pianola. Kom nou.

Of neem de voetbal, obsceen opengesneden in een vitrine. In 1973 kwamen er vijfhonderd van die dingen uit Pakistan ons land binnen. Dachten ze ginds nou echt dat we zo stom waren om geen nattigheid te voelen? Vijfhonderd plakken hasj, meneertje. Een balletje trappen doen we wel met onze eigen lederen knikkers, ha!

Zwaartepunt zijn de twee verdiepingen met de permanente uitstalling, waaronder een zilveren mokkalepel met belastingteken ('1807-1808'), een 19de-eeuws houten tolbord, de voorzittershamer van de dijkgraaf van Schouwen-Duiveland uit 1937 (u begrijpt, een stoere moker) en de Franse douanejas met steek uit 1812. Och, commies geweest te zijn in die tijd, met zo'n imponerende jas aan, besterd met knopen die het opschrift 'Douanes impériales' dragen!

In de pruikentijd werd belasting geheven op haarpoeder. Je ziet jezelf aankloppen bij rijkelui, en rondsnuffelen in hun woning. 'Zijn hier pruiken en poeder? Dat wordt dokken.' Boven in het museum wordt de Watersnoodramp van 1953 herdacht, en verzinken we weer in Hollandser gepeins. Water is lastig. De mens bestaat voor het grootste deel uit water. Maak zelf de gevolgtrekking, en kom naar Rotterdam als u in een heuse zielenspiegel wilt blikken. Na afloop kunt u een voorgeschreven route nafietsen, onder het motto 'Op de pedalen langs de gemalen'. Jopper en kaplaarzen aanbevolen.

Arjan Peters

Lastig water, t/m 6 september in het Belasting & Douane Museum te Rotterdam.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden