Reportage
Aluminiumfabriek moest door de hoge stroomprijs de productie stilleggen: ‘Het is ondoenlijk’
Door de historisch hoge stroomprijs heeft aluminiumproducent Aldel de productie grotendeels stilgelegd. Het personeel likt de wonden, de directie van de grootste industriële elektriciteitsverbruiker van Nederland rekent op steun uit Den Haag.
In de verlaten elektrolysehal van Aldel zijn de ovens nog warm. Vrijdagavond werd vanwege de torenhoge stroomprijs de productie van aluminium gestaakt. Maar de temperatuur die ervoor nodig is – ruim 900 graden Celsius – gloeit ruim vier dagen later nog na.
Een romanticus zou er een metafoor in zien voor het hart dat de medewerkers van Aluminium Delfzijl voor hun bedrijf hebben. De harde kern zit rond lunchtijd bijeen in het kantoor van wachtchef Alex Pot. ‘Aldel is een familie’, weet hij na 32 dienstjaren. Jan Stoppels, sinds 1984 in dienst: ‘Dit is mijn tweede huis.’ Stoppels was er vrijdagavond bij. Maar hij wilde na het faillissement in 2013 niet nogmaals aanzien hoe de hoofdschakelaar in de hal werd omgezet. ‘Te pijnlijk.’
Slochteren
Het is wrang, zegt Sikke van Dellen. Aldel werd in 1966 door Hoogovens in het Noorden gevestigd om de werkgelegenheid er een impuls te geven. Goedkope stroom was er na de vondst van de gasbel onder Slochteren in overvloed. ‘Nu gaat de gaskraan dicht en lopen de banen meteen gevaar. Terwijl hier overal windmolens verrijzen.’
De aluminiumindustrie is er volgens wachtchef Pot altijd een geweest van ups en downs. ‘We zijn altijd overgeleverd geweest aan de markt.’ Het was het eerste waar financieel directeur Eric Wildschut ’s ochtends naar keek. Terwijl de aluminiumprijs op een recordhoogte van 3.000 euro staat, is de elektriciteitsmarkt meedogenloos voor Aldel. De grootste industriële stroomverbruiker van Nederland heeft normaal al een energierekening van ruim 3 miljoen euro per maand. ‘Doe dat keer vier en je begrijpt dat het ondoenlijk wordt.’
En dus scharrelt er nu een duif langs de rand van een lege ketel, waarvan er normaal vijftig per dag met vier ton vloeibaar aluminium uit eigen huis worden gevuld. De gieterij is nog wel in bedrijf, voor schaarste hoeven afnemers van halffabrikaten nog niet te vrezen. Maar de palen en plakken die de fabriek verlaten, worden nu gemaakt van geïmporteerd aluminium.
Dat de elektrolysehal stilligt, betekent dat er straks mogelijk geen werk meer is voor circa tweederde van de 330 man personeel. Sinds maandag wordt er gesproken met de vakbonden en de ondernemingsraad, zegt Wildschut. Dat gaat in goede verstandhouding. Arbeidstijdverkorting is een optie. ‘Iedereen ziet dat dit overmacht is.’
Donderdag spreekt Wildschut opnieuw met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. ‘Niet om te bedelen, maar met een redelijk verhaal.’ Een technisch verhaal ook, met als centraal begrip ‘indirectekostencompensatie’. Het gaat om een tegemoetkoming aan de industrie omdat in de stroomprijs voor bedrijven CO2-uitstoot bij stroomopwekking wordt doorberekend. Omdat dit bijvoorbeeld in China níét belast wordt, mogen Europese bedrijven er door hun nationale overheden voor gecompenseerd worden. ‘Cruciaal voor onze winstgevendheid en ons voortbestaan.’
Uitbetaald in 2022
Mede vanwege de demissionaire status van het kabinet bleef er in Nederland lang onduidelijkheid over bestaan. Door dit gebrek aan zekerheid voor de langere termijn kon volgens Wildschut de investeerder achter Aldel het bedrijf vorig jaar niet verzekeren (‘hedgen’) tegen fluctuaties van de stroomprijs.
De CO2-prijscompensatie dook afgelopen Prinsjesdag plots weer op in de Miljoenennota. Voor dit jaar is er 82 miljoen euro voor gereserveerd. Aldel meent aanspraak te maken op zo’n 10 miljoen euro. ‘Maar die wordt pas halverwege volgend jaar uitbetaald, terwijl we het nu echt zwaar hebben.’
Vervroegde uitkering moet de hoogste nood lenigen. Fundamenteler is de aanspraak op een gelijk Europees speelveld. De CO2-prijscompensatie is bijvoorbeeld in Duitsland veel groter dan in Nederland, terwijl West-Europa steeds meer één stroommarkt vormt. Geen eerlijke concurrentie, vinden ze bij Aldel. En dan heeft Frankrijk de energieprijzen zelfs bevroren.
Niet alleen Aldel lijdt. Woensdag heeft zinkfabrikant Nyrstar met onder meer een fabriek in Budel aangekondigd voorlopig op halve capaciteit te draaien. Kunstmestproducent Yara in Terneuzen schroefde de productie al eerder terug.
‘Eigenlijk’, zegt Wildschut, ‘wil ik maar één ding horen: er is in Nederland een toekomst voor Aldel, de basisindustrie heeft onze steun.’ Dat gevoel heeft hij sinds hij tweeënhalf jaar geleden hier directeur werd zelden gehad. ‘Daar heb je Aldel weer, leek vaak de teneur.’
Batterij
Dat voert terug naar het tijdperk-Gary Klesch. De Amerikaanse durfinvesteerder meende dat de overheid Aldel moest steunen als de stroomprijs hoog was, maar hij liet het bedrijf zelf berooid achter. Een door de provincie Groningen verstrekt overbruggingskrediet van 8 miljoen euro trok hij nog snel voor het eerste faillissement (2013) uit de bv. Om de fabriek vervolgens in een nieuw juridisch jasje weer op te starten tot een nieuw bankroet.
De investeringsmaatschappij die het bedrijf in 2017 overnam, York Capital Management, heeft sindsdien ruim 60 miljoen in Aldel geïnvesteerd ‘zonder er een euro uit te halen’, zegt Wildschut. Er kwamen tweehonderd medewerkers bij. Er zijn grote plannen om het bedrijf te vergroenen. ‘Je kunt de hele aluminiumproductie aan China overlaten, maar dan is de CO2-impact vele malen groter’, zegt directeur productie David Eisma.
Aldel ziet voor zichzelf ook een functie als stabilisator van het door de energietransitie geplaagde stroomnet. Als ‘virtuele batterij’ zou de fabriek kunnen afschakelen als er weinig stroom uit wind en zon is, en juist op volle toeren gaan draaien als netverstopping dreigt. ‘Een stuk goedkoper dan een echte batterij.’
Het is eigenlijk dubbel, zegt Eisma. Sinds de coronacrisis over het hoogtepunt lijkt, is de vraag naar aluminium geëxplodeerd, net als de prijs. Maar rendabel aluminium maken lukt in Delfzijl nu niet. ‘Terwijl we in augustus nog spraken over het opschalen van de capaciteit. We hebben net een mooie organisatie opgebouwd. Het zou pijn doen om afscheid te moeten nemen.’
Wat opruimen, onderhoud en bijscholing. Meer zit er in elektrolysehal voorlopig niet in, weten de mannen in het kantoor van de wachtchef. Maar ze hebben de ovens zo achtergelaten dat ze snel weer opgestart kunnen worden. Al duurt dat proces maanden. Dan kan zo’n professor in de krant wel beweren dat de banen voor het oprapen liggen, zegt wachtchef Alex. ‘Maar ik kan maar één ding goed: aluminium maken. En dat doen we in Nederland alleen nog hier.’
Spanje
De Spaanse politiek sloeg als een van de eerste in Europa alarm over de uit de pan rijzende energieprijzen. Die leiden ertoe dat nu ook in Spanje bedrijven tijdelijk hun deuren sluiten. Fertiberia, de grootste kunstmestproducent van het land, met een omzet van 670 miljoen euro, was de eerste. Sinds 1 oktober is het stil in de fabriek in het zuidelijke Huelva, zeker voor een maand. Staalproducent Sidenor was maandag voorlopig de laatste om zijn productie tijdelijk terug te schroeven. Het bedrijf uit Baskenland, een regio die bekend staat om haar zware industrie, dooft voor zeker twintig werkdagen zijn belangrijkste ovens. De vrees bestaat dat werk de grens over verdwijnt. Zo zou staalbedrijf Ferroatlántica overwegen productie uit noordelijk Cantabrië te verplaatsen naar Noorwegen, waar de maandelijkse energierekening volgens eigen schattingen vijf miljoen euro goedkoper zou uitvallen.
Dion Mebius
Italië
In Ferrara sloot een mestfabriek haar deuren vanwege de stijgende gasprijzen. De Italiaanse afdeling van de Noorse multinational Yara zette de 140 fabrieksmedewerkers tijdelijk aan andere activiteiten zoals onderhoud en bijscholing, in de hoop dat de productie over zes tot acht weken weer van start kan gaan. Yara is de eerste fabriek die tot een sluiting overgaat, maar de Noord-Italiaanse chemische industrie, jaarlijks goed voor zo’n 80 miljard euro, vreest het ergste. In de ijzersector wordt al gespeculeerd over sluitingen tijdens de uren van de dag waarop de energieprijzen het hoogst zijn. Ook roepen vertegenwoordigers van de industrie de overheid op om de energiepijn te verzachten en te voorkomen dat de gascrisis het net goed op stoom komende covid-herstel in de war schopt.
Rosa van Gool
Verenigd Koninkrijk
Op verzoek van minister van Economische Zaken Kwasi Kwarteng gaat de Britse regering vele miljoenen ponden lenen aan bedrijven die ten onder dreigen te gaan aan de hoge gasprijzen. Zijn collega van Financiën Rishi Sunak had zijn bedenkingen, maar niets doen kan leiden tot nog grotere problemen. Vooral de productie van staal, glas, papier en keramiek kwamen in gevaar. De burgers waren al beschermd door een maximum gasprijs van omgerekend 1.500 euro per jaar. Deze bescherming komt op 1 april te vervallen. Bij de regering leeft de hoop dat de gasprijs tegen die tijd weer richting het gewone niveau is gedaald. Liefst negen energiebedrijven zijn afgelopen weken failliet gegaan. De ruim twee miljoen klanten van die leveranciers zijn automatisch ondergebracht bij grotere rivalen die, zo is gebleken, meer weerstand bleken te hebben.
Patrick van IJzendoorn
Duitsland
In Duitsland begint de zware industrie de gevolgen van de hoge gasprijzen te voelen, al lijkt de schade tot nu toe beperkt. SKW Stickstoffwerke Piesteritz in Saksen-Anhalt, de grootste ammoniakfabriek van Duitsland en toeleverancier van kunstmestfabrieken, heeft zijn productie met eenvijfde teruggebracht. ‘Meer is bedrijfseconomisch niet meer verantwoord’, zei directeur Petr Cingr tegen de Frankfurter Allgemeine Zeitung. ‘Zonder overheidsmaatregelen dreigt op korte termijn een productiestop.’ Ook het Duitse chemiebedrijf BASF heeft de productie teruggeschroefd. Vertegenwoordigers van andere industrietakken – kunstmest, staal, diervoeding, glas – zeggen dat ze op het punt staan hetzelfde te doen. De Duitse federale regering benadrukte woensdag dat er geen vrees is voor tekorten deze winter, ondanks de hoge prijzen.
Remco Andersen