ColumnFrank Kalshoven

Als het om de landbouwsector gaat moet het CBS op z’n woorden passen

null Beeld
Frank Kalshoven

De Nederlandse landbouwsector boekte afgelopen jaar een exportrecord, bleek afgelopen week uit het jaarlijkse rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Wageningen Universiteit (WUR). De media berichtten hierover in dier voege. Aangezien het woord ‘record’ 27 keer wordt genoemd in het 116 pagina’s tellende rapport was dit ook lastig te vermijden.

Ik heb bezwaren tegen deze publicatie. Niet tegen de getallen. Wel tegen de woorden. En tegen het inhoudelijke onbegrip.

Kampioenen breken records. Ze lopen harder dan de rest; voetballen beter dan de rest; halen een vlekkeloze score bij een schaaktoernooi. Het enige wat nodig was voor het breken van het ‘exportrecord’, echter, was een getal in euro’s dat hoger lag dan dat in 2021, en dat is in tijden van gierende inflatie nu eenmaal niet zo moeilijk. Het veelvuldige gebruik van het woord ‘record’ duidt op fan-gedrag. Zo van: kijk onze landbouwsector eens lekker bezig zijn.

Overdreven? Ik bleef vooral hangen aan deze zin. ‘De forse percentages (van de groei van het landbouwaandeel in het goederenoverschot, red.) benadrukken nog maar eens dat de landbouw van groot belang is voor de Nederlandse goederenhandel en de Nederlandse economie als geheel.’ Hup landbouw hup, laat de leeuw niet in z’n hempie staan.

Voor de goede orde: het volume van de export van landbouwgoederen daalde vorig jaar. Dat blijkt óók uit het rapport. Zowel van de in Nederland geproduceerde goederen, als van de goederen die werden geïmporteerd om ze gauw weer door te verkopen, de zogenoemde wederuitvoer. Omdat de prijzen harder stegen dan het volume daalde, resulteerde per saldo een toename van de waarde in euro’s van de export. CBS en WUR hoeven dan heus niet te schrijven ‘landbouwsector draait buitenlandse klanten een poot uit’. Of, omdat Duitsland de grootste klant is van Nederland: ‘Nederlandse landbouwsector jaagt Duitse huishoudens op kosten.’ Maar die blije recordregen is wel het andere uiterste.

Het inhoudelijke onbegrip is nog storender. Het rapport ademt vanuit al z’n poriën de boodschap dat exportgroei (van landbouwgoederen) goed is, en meer export beter, en nog meer export nog beter. Vandaar ook de hierboven geciteerde zin waarin staat dat de landbouw zo belangrijk is voor de Nederlandse economie als geheel. Maar dit is onjuist. Sterker: het handelsoverschot van Nederland is een probleem.

Nederland kent al decennia een groot exportoverschot: we exporteren meer goederen en diensten dan we importeren. Het spiegelbeeld ervan is een tekort op de kapitaalbalans: er stroomt meer kapitaal het land uit dan erin komt. Dit is, zoals dat dan heet, een belangrijke structurele onevenwichtigheid van de Nederlandse economie. In relatie tot ons inkomen consumeren we te weinig.

Het streven naar een ‘evenwichtige betalingsbalans’ is sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw juist een officieel doel van economische politiek. En binnen Europa zijn hierover afspraken gemaakt – handelsoverschotten moeten worden teruggedrongen tot onder de 6 procent van het nationaal inkomen, op straffe van een verbanning naar het economische ‘strafbankje’ door de Europese Commissie.

Voor de Nederlandse economie ‘als geheel’, kortom, is het beter exportkrimp (of importgroei) als succes te vieren. Dat zou immers bijdragen aan een evenwichtiger economie, in Nederland en erbuiten.

Het CBS en de WUR moeten, kortom, niet alleen over hun cijfers waken, maar ook op hun woorden passen.

Frank Kalshoven is oprichter van De Argumentenfabriek.
Reageren? E-mail: frank@argumentenfabriek.nl.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden