AFM duikt in biedproces ABN Amro
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) doet een grootschalig onderzoek naar marktmisbruik bij de overnamestrijd om ABN Amro. De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) is een van de doelwitten....
Dat blijkt uit brieven die vrijdag zijn gepubliceerd door de VEB. In een van de brieven vraagt de AFM de VEB om informatie; onder meer een overzicht van alle contacten die de vereniging in het kader van de biedingsstrijd heeft gehad ‘met instellingen en personen’. Ook wordt gevraagd om de rekeningnummers van de VEB-werknemers die hierbij waren betrokken.
Directeur Peter Paul de Vries zegt ‘volkomen autonoom’ te handelen en zegt dat ‘het duidelijk zal zijn dat VEB-medewerkers niet hebben gehandeld’ met voorkennis. Hij is zeer verbaasd over de ‘nogal agressieve toonzetting’ van de brief en zegt daarnaast niet te begrijpen waarom de AFM informatie vanaf 1 september 2006 opvraagt, terwijl de eerste bemoeienissen van de VEB met de zaak uit februari van dit jaar stammen, na de brief van TCI aan het bestuur en de commissarissen van ABN Amro.
De Vries vraagt zich af waarnaar de AFM zoekt. ‘Zelfs al zouden we op dagelijkse basis met honderd hedgefondsen contact hebben gehad en met hen allerlei strategieën hebben besproken, dan nog was dat niet in strijd met de wet geweest. Maar we hebben dat niet gedaan.’
Een woordvoerster van de toezichthouder zei gisteren het onderzoek ‘moeilijk te kunnen ontkennen’ nu de correspondentie is gepubliceerd. Over het onderzoek wordt al wekenlang gespeculeerd in Britse en Amerikaanse media, maar het werd nooit bevestigd door de AFM.
De grillige koersbewegingen en de grote handelsvolumes in het aandeel ABN Amro zijn mede aanleiding tot het onderzoek. Eerder zijn uit de hoek van ABN Amro verdenkingen geuit tegen hedgefondsen: die zouden samen optrekken en inmiddels meer dan 30 procent van de bank in bezit hebben. Een dergelijke handelwijze is niet toegestaan volgens de Wet op het financieel toezicht.
De AFM wil van de VEB met name informatie over de contacten ‘met instellingen’ rond de momenten dat de vereniging ‘publiekelijk naar buiten trad’.
Daarnaast informeert de AFM naar de manier waarop de vereniging geheimhouding waarborgt. Een en ander suggereert dat de toezichthouder het vermoeden heeft dat er door deze of gene met voorkennis wordt gehandeld rondom de ‘optredens’ van Peter Paul de Vries.
Het publiceren van de ‘strikt vertrouwelijke’ brieven is overigens niet verboden, aldus de AFM. ‘Wij hebben een geheimhoudingsplicht’, zegt de woordvoerster, ‘maar die kunnen we anderen niet opleggen. We kunnen hooguit vragen die geheimhouding te respecteren.’