Zwierende hommage aan Lester Young
Muziek..
Don Byron is een projectontwikkelaar. De Amerikaanse jazzklarinettistheeft zich de afgelopen jaren om beurten gestort op salsa, klezmer, hiphop,eigentijds klassiek en de maffe miniaturen van Raymond Scott. Zonderpostmoderne ironie, maar uit oprechte genegenheid en een voorkeur vooruitdagingen. Zijn laatste project past het beste in het vakje 'pure jazz':Ivey Divey, een door Lester Young geïnspireerd trio dat Byrons warmste enmeest directe uitingen tot nu toe opleverde; op de cd en op het podium.
Young was niet alleen een van de briljantste tenorsaxofonisten allertijden, hij had ook een totaal eigen taalgebruik. 'Ivey Divey' betekentvolgens Byron zoiets als 'Que sera, sera', een zorgeloze instelling die demuziek typeerde die Lester opnam met drummer Buddy Rich en pianist NatCole. In dezelfde bezetting voerde Byron stukken uit als Somebody Loves Me,Cherokee en Body and Soul, met dezelfde over de maatstrepen zwierendelichtheid, melodische verbeeldingskracht en een analytische aanpak die despieren en zenuwen van de thema's blootlegde.
Pianist Jason Moran, ook op de cd te horen, schakelde met groot gemakheen en weer tussen ouderwetse swing in vieren, flarden 'stride' uit deoertijd van de jazzpiano, en meer abstracte uitweidingen, zonder de draadkwijt te raken. Drummer Jack DeJohnette was vervangen door Billy Hart, ookeen veteraan, en in deze context een verbetering. In plaats van DeJohnettesfelle, potige spel droeg hij meer bescheiden, subtielere patronen bij, metveel nuances in de klankkleur en opjuttend waar dat nodig was. Orkestrerenddrummen zoals het hoort, een helaas steeds zeldzamer wordende kunst.
De enige misgreep van de avond was Byrons beslissing om op sommigenummers tenorsax te spelen, mogelijk als verdere hommage aan Young. Byronbenaderde diens fluwelige toon wel redelijk, maar zonder de krachtigeprojectie en souplesse die er bij het origineel onder schuilgingen. Hetklonk allemaal wat ongemakkelijk, zeker toen hij Giant Steps uitvoerde, dehindernisbaan van John Coltrane.
Andere opmerkelijke keuzen pakten goed uit, zoals In A Silent Way,jazzrock-klassieker uit een ander tijdperk maar volmaakt geschikt alspendant voor Youngs dromerige ballads. Lady Byron, zoals Lester hem zouhebben genoemd (hij noemde iedereen Lady), maakte er een adembenemend,generaties en genres overspannend klankgedicht van.
Frank van Herk