ReportageGebarenkoor
Zingen is te riskant, dus leert het Groot Omroepkoor gebarentaal. ‘Nog nooit zo goed geklonken!’
Met strijkkwartet en zingende zaag presenteert het koor een nieuw werk, Mijn hart zingt door.
‘Het koor heeft nog nooit zo goed geklonken’, zegt een bas van het Groot Omroepkoor na de ochtendrepetitie in het Hilversumse Muziekcentrum van de Omroep. ‘Vond je niet dat we te veel vibrato maakten?’, vraagt een collega lachend.
Geintje. Want ja, de zangers hebben wel voor het eerst sinds maanden gerepeteerd, maar ze hebben geen noot gezongen. Ze studeren een stuk in voor strijkkwartet, zingende zaag en gebarenkoor: Mijn hart zingt door. Na de lunch volgt een video-opname, die donderdag via de site en socialemediakanalen van het koor en het Radio Filharmonisch Orkest wordt verspreid. Ook is het stuk te horen op Radio 4 in het programma Podium.
Nou ja, stuk: stukje mag ook. 74 maten, het duurt niet veel langer dan drie minuten. En toch is hier iets bijzonders verricht.
Eigenlijk zou deze dinsdagochtend een mini-opera worden opgenomen van Jacob ter Veldhuis, op tekst van Ilja Leonard Pfeijffer, genaamd Besmettingsgevaar. Maar vrijdagavond besloot de directie van de Stichting Omroep Muziek, waarin koor en orkest verenigd zijn, dat zingen toch onverantwoord was: het is nog niet uitgesloten dat zingen de verspreiding van het coronavirus bevordert. Sommige zangers zijn bang. Ze hebben allemaal de gruwelverhalen gehoord over de amateurkoren waar een aantal leden besmet raakte, de koren die net één Bach-passie of kerklied te veel uitvoerden.
Hans Zonderop, een van de initiatiefnemers, baalde van weer een afgelasting, nu eens niet van rijkswege. ‘Dan moesten we het maar over een andere boeg gooien’, zegt Zonderop, slagwerker in het Radio Filharmonisch. ‘Ik dacht: kunnen we niet iets doen met gebarentaal? Toen hebben we Vincent gevraagd om een stuk te schrijven.’
Vincent is Vincent Cox, Zonderops slagwerkcollega en daarnaast een handig componist. Zaterdagmiddag kreeg hij de opdracht om ‘iets’ te maken, ’s avonds was het al af. Cox: ‘Ik stuurde mijn schets door en vroeg: is dit een beetje wat jullie in gedachten hadden? Het is muziek bedoeld om op te zingen.’ Alleen had Cox toen hij zijn noten schreef nog geen tekst. Daarvoor werd dichter Vrouwkje Tuiman benaderd. ‘De tekst was maandag af.’ Een dag voor de opname dus.
Nog een uitdaging: de leden van het Groot Omroepkoor spreken geen gebarentaal. De repetitie dinsdagochtend is dus ook een spoedcursus. Gelukkig hoeven ze maar vier woorden te doen (mijn – hart – zingt – door: hand op de borst, hartje maken, daarna de armen in golvende bewegingen opzij alsof je een bal weggooit). De andere tekstregels worden uitgevoerd door een solist, Ewa Harmsen, die in het Nederlands Gebaren Koor zit. Ook de dirigent en tolk Sharon van der Borden is van dit in 2012 opgerichte gezelschap geleend. Harmsen is doof, Van der Borden vertaalt wat er wordt gezegd.
Zoals je mooi moet zingen, moeten de bewegingen er sierlijk uitzien, verklaart Harmsen. Vandaag gebruiken ze de poëtische variant van de Nederlandse gebarentaal, zegt ze, niet de meest precieze. Het koor, in zwarte concertkleding, óók voor het eerst sinds maanden, mimet de tekst onwennig mee. De zwijgende zangers, die in een halve cirkel achter solist Harmsen staan, bedanken haar met applaus, maar realiseren zich te laat dat zij dat hoort noch ziet. Van der Borden doet het juiste gebaar voor: de handen laten wapperen in de lucht. Weer wat geleerd.
Terwijl het koor zich in Studio 2 over de tekst buigt, neemt het gelegenheidsensemble in Studio 5 de audio op. Straks mag het strijkkwartet zichzelf voor de camera playbacken met het koor erbij. Het is een welluidende, bezwerende compositie geworden. Maar Cox is nog niet helemaal tevreden.
‘Kunnen jullie nog even kijken naar maat 28 en 29? Die fermate na de triolen is een beetje tricky. Even los doen?’
En: ‘Sjeng, die eerste opmaat voor letter C, is het mogelijk dat je daar iets eerder inzet? Nu lijkt het alsof er een opening ontstaat.’
Sjeng is: Sjeng Schupp, normaal gesproken contrabassist, nu in charge of de zingende zaag. Cox: ‘Het is nog een best lastig ding om voor te schrijven. De luxe versie van zo’n instrument heeft een omvang van drie octaven, maar zijn zaag heeft een kleiner bereik. Dan vroeg hij: kan het niet nog een toontje lager?’
Om 13.00 uur staat alles erop. Medeorganisator Wilmar de Visser (ook bassist) is tevreden. ‘Het is wel ironisch dat de opera Besmettingsgevaar niet doorging wegens besmettingsgevaar. We leven zelf in een soort opera waarvan we de afloop niet kennen. Dat we zo snel iets nieuws kunnen neerzetten, zegt iets over hoe graag we allemaal iets willen maken en over hoe leuk we het vinden om elkaar weer te zien. En eerlijk: voor ons is het ook een beetje apenkooien, dit. We kunnen als musici eindelijk helemaal zelf bepalen hoe alles gaat.’
Bekijk hieronder het resultaat:
Zwijgende zangers
Het zal nog even duren voordat koren weer mogen zingen. Woensdag schreef minister Ingrid van Engelshoven (cultuur, D66) dat in afwachting van een onderzoek naar de besmettingsrisico’s zingen met anderen niet is toegestaan. Ook blazers mogen voorlopig niet musiceren: een domper voor orkesten, fanfares en harmonieën die weer op wilden starten.