Zijn kunstwerk werd overgeschilderd. Maar is het daardoor ook verpest?

Een minimalistisch schilderij van kunstenaar Bas van Wieringen is overgeschilderd, tot schaamte van Museum De Hallen. De maker beschouwt het als een nieuwe fase in het werk. De Volkskrant maakte een reconstructie.

John Schoorl
Bas van Wieringen: 'Ik was er in het begin goed ziek van.' Beeld Erik Smits
Bas van Wieringen: 'Ik was er in het begin goed ziek van.'Beeld Erik Smits

Bas van Wieringen liep op de krakende vloer van de zolder van de Vleeshal, zoekend naar zijn eigen schilderij. Aha, daar hing zijn artistieke impressie van een betonspijker. Mooi... Alleen... Wat was 't wit... Gek, toch echt witter dan hij zich herinnerde. De spijker leek wel weggewit te zijn.

Misschien kwam het door het kunstlicht, dat heb je weleens, dan lijkt alles witter.

Niemand opgevallen

Twee trappen liep de 34-jarige kunstenaar naar beneden, naar de begane grond van het museum, en er spookte van alles door zijn hoofd. Dit leek toch niet meer op Portret of the Nail Behind the Canvas zoals hij het had afgeleverd? Zou er in de tussentijd iets zijn gebeurd? Was de verf waarmee hij de betonspijker had geschilderd niet goed?

Hij stapte de ruimte binnen waar kunstenaars, genodigden en medewerkers van Frans Hals Museum | De Hallen Haarlem bij elkaar stonden, voor de officiële opening op vrijdag 19 mei dit jaar van de tentoonstelling Humor - 101 jaar lachen om kunst. Op de cover van de bijbehorende catalogus is een man te zien die een schilderij overschildert.

'Er is iets eigenaardigs met m'n werk', zei hij met een glaasje witte wijn in de hand, tegen enkele museummedewerkers. 'Volgens mij is het witter geworden. Ik snap er niks van. Hebben jullie het gezien?'

Portret of the Nail Behind the Canvas voor het overschilderen en erna (rechts). Beeld Bas van Wieringen
Portret of the Nail Behind the Canvas voor het overschilderen en erna (rechts).Beeld Bas van Wieringen

Nee, het was niemand opgevallen.

Samen met een restaurator ging hij weer naar de zolder. Ze keken naar zijn schilderij van 10 bij 10 centimeter, zonder lijst, waarop oorspronkelijk een flinke glimmende zwarte punt te zien was. Dit was zijn voorstelling van een spijker waarmee een schilderij wordt opgehangen, doorgaans niet zichtbaar voor een museumbezoeker. Zijn esthetische overweging: 'Zo wordt alles om de spijker heen het werk.'

Ze stapten naar voren, om het doekje van zeer dichtbij te bekijken. Van Wieringen pakte er een foto van zijn kunstwerk bij en hield het naast het schilderij. Toch echt een keihard verschil: wel een spijker én amper een spijker te zien.

Statement

Het leek echt of iemand de spijker had overgeschilderd. 'Maar dat is absurd', zei Van Wieringen nog tegen de restaurator, en dat op een humor-tentoonstelling als deze. Zou het een grap zijn geweest van een medekunstenaar, gewoon als statement? O, misschien denken mensen wel dat hij het heeft bedacht, vreesde hij. 'O ja, echt iets voor Bassie!', zou hij te horen krijgen.

Maar luister goed, hij had er echt niets mee te maken.

Aan het eind van de vernissage ging Ann Demeester, directeur van het museum, ook poolshoogte nemen op de bovenste etage. 'Hè, wat was hier gebeurd?', schoot door haar hoofd. Ze zag iets, maar wat ze zag wist ze niet. Ze zag een zwart vlekje, als iets, en niet meer de spijker, waar het om te doen was.

Bij vernielingen van kunstwerken treedt subiet een protocol in werking. Maar dit schilderij hing er al drie dagen, en het was niemand opgevallen, zo subtiel was de schade. Nergens waren alarmbellen afgegaan. Het ging niet om iemand die met een stanleymes een regentenstuk van Frans Hals had bewerkt, of zoiets. Dan zou je het gelijk zien.

Dit - zo oordeelde de Belgische museumdirecteur - was 'amper leesbare schade'. 'Als een moordzaak zonder moord', zou ze achteraf zeggen.

Het hoofd Balie en Beveiliging kreeg de opdracht de zaak onmiddellijk 'tot op de bodem uit te zoeken'.

Bas van Wieringen: 'Misschien denken mensen wel dat ik dit heb bedacht. Echt iets voor Bassie, zouden ze zeggen.' Beeld Erik Smits
Bas van Wieringen: 'Misschien denken mensen wel dat ik dit heb bedacht. Echt iets voor Bassie, zouden ze zeggen.'Beeld Erik Smits

Ideeënkunst

Als kunstenaar wil Bas van Wieringen, in 2011 afgestudeerd aan de Rietveld Academie, vooral spelen met alledaagse dingen. Door daarvoor een andere invalshoek te bedenken en uit zijn omgeving te halen, ontstaat een doorgaans (droog) humoristisch werk. Noem het ideeënkunst, wat maakt het Van Wieringen uit hoe het wordt vormgegeven, of het nou een schilderij of een video is. Het draait in essentie om het idee.

Een kunstenaar die hem inspireert is Martin Creed, de Engelsman die vorig jaar een propje papier tentoonstelde in De Vishal in Haarlem. Work no 88: A Sheet of A4 Paper Crumpled into a Ball werd helaas niet op zijn kunstzinnige waarde geschat. Een vrijwilliger mieterde het kunstwerk weg en ternauwernood werd het kunstwerk gered uit de prullenbak.

In die artistieke lijn kon je ook Van Wieringens bijdragen aan de humor-tentoonstelling zien. De stickers in musea waarop je wordt gesommeerd een kunstwerk niet aan te raken, inspireerden hem om deze tekst letterlijk en tweetalig tot kunst te verheffen. 'Niet aanraken s.v.p. please do not touch', was ook de grond te lezen op de tentoonstelling in de Haarlemse Hallen.

Portret of the Nail Behind the Canvas had hij al in 2014 gemaakt in het atelier van een vriend op de NDSM-werf in Amsterdam. Van Wieringen mag zich een liefhebber noemen van betonspijkers, die hij regelmatig in zijn woonkamer in de muur hengst, om kunstwerken van hem of zijn vrouw, die ook kunstenaar is, op te hangen. De betonspijker heeft als kenmerk dat je niet eerst een gat in de muur hoeft te boren. Bij ijzerwarenwinkel Gunters en Meuser in Amsterdam koopt hij ze, verpakt in blauw-oranje doosjes.

Voor zijn kunstwerk had hij bij Hoopman, een firma in kunstschildermaterialen, twee doeken gekocht van 10 bij 10 centimeter. Ter voorbereiding sloeg hij een betonspijker in de muur van het atelier van zijn vriend, zette het doekje klaar, en ging aan de slag. Na het canvas met witte acrylverf bestreken te hebben, kon hij aan de betonspijker beginnen. Dat deed hij met zwarte olieverf, waarop hij ook nog een dun laagje vernis aanbracht, voor het sterk glimmend effect.

Binnen een half uur was Portret of the Nail Behind the Canvas klaar. Om te drogen bleef het schilderij een paar dagen bij zijn maat. Of het echt goed was en hij het kon toevoegen aan zijn oeuvre, dat kon Van Wieringen niet zomaar zeggen. Daarvoor moest het eerst een tijdje in zijn woonkamer in Amsterdam-Noord hangen, op een betonspijkertje. Zo kon hij er aan wennen. Ook belangrijk: het oordeel van zijn vrouw. Als zij het afgrijselijk zou vinden, zou hij het weghalen. Ze vond het oké.

Dada en Fluxus

Uiteindelijk vond Van Wieringen het zelf prima de luxe.

Antoon Erftemeijer, conservator moderne kunst van het Haarlemse museum, zag de kunst van Bas van Wieringen als een uiting 'in de geest van Dada en Fluxus'. Hij kende hem van een solotentoonstelling in een Amsterdamse galerie. Daarom achtte hij Van Wieringen uitermate geschikt twee bijdragen te leveren aan deze tentoonstelling, waarin het toch ging om kunst die ontregelt, liefst humoristisch van aard, maar niet per se om te schaterlachen.

Als ultieme internationale Dada-uiting geldt nog altijd de wc-pot van Marcel Duchamp uit 1917. Bij de Fluxus-beweging valt in Nederland nogal eens de naam van Wim T. Schippers, vooral bekend als brein achter het tv-personage Sjef van Oekel. Zijn Pindaklaasvloer en toneelstuk voor zes herdershonden, Going to the Dogs, gelden als Fluxus-klassiekers.

Een beetje dadaïst mocht trouwens graag een relletje trappen, en zijn kunst, of kunst in het algemeen, ridiculiseren en wegzetten als overgedreven gehannes. Het opzettelijk vernielen van kunst was eveneens geen bezwaar in de zoektocht naar nieuwe culturele wegen. Al in 1920 verschafte kunstenaar Max Ernst een bijl bij zijn sculptuur, zodat bezoekers konden losgaan op zijn schepping en hij een ander baksel ervoor in de plaats zette.

Met een bakje verf en een stevige kwast liep 'de betrokken medewerker' over de zolder, twee dagen voordat de tentoonstelling werd geopend, op woensdag 17 mei. Zijn ogen gingen langs de muren, op zoek naar oneffenheden, vlekjes en streepjes die er niet hoorden te zijn op deze hagelwitte muren. Elke zaal van de tentoonstelling kwam aan de beurt, zo deed hij het al jaren, als doorgewinterde kracht van het Frans Hals Museum | De Hallen Haarlem.

Hij stipte de muren aan.

Beveiligingscamera's

Zo was hij ook te zien op beelden, vastgelegd op twee beveiligingscamera's. De 'dader' werd hierdoor geïdentificeerd. Het hoofd Balie en Beveiliging keek de banden terug, als onderdeel van zijn onderzoek naar de kwestie van de overgeschilderde spijker en zag de museummedewerker op het schilderij van Bas van Wieringen aflopen. Er was geen twijfel, hij stond niet te wikken en wegen wat hij hier moest doen, hij kordaat en ging recht op zijn doel af.

De kwast werd gedoopt in de latex, en flop flop hup hup, weg was het vlekje. Dat was gedaan, de medewerker liep naar de volgende zaal, op zoek naar andere oneffenheden. Hij maakte zijn rondje af, argeloos maar zeker niet achteloos, want hij geldt als iemand die altijd precies en geconcentreerd zijn werk doet.

Ook museumdirecteur Ann Demeester had de beelden teruggezien, voordat ze de 'zeer ervaren kracht' op het matje had geroepen. Waarom had hij Portret of the Nail Behind the Canvas overgeschilderd?, vroeg ze hem op haar directeurskamer, in het bijzijn van de afdelingshoofden. Hij wist het niet, luidde zijn verklaring. Was het opzet? Hij zei van niet. Wat bezielde hem? Hij had het niet in gaten gehad. Hij moest toch hebben gezien dat hij zijn kwast op een klein schilderij zette? Nee, echt niet.

Hij vond het verschrikkelijk dat dit hem was overkomen, hij kon het niet verklaren. Hij had een blinde vlek gehad. Als geroutineerd employé van een modern museum was hij wat gewend geweest, de afgelopen jaren, als het gaat om niet persé vanzelfsprekende artistieke getuigenissen. Er was stof tentoongesteld en een stel kabels in de hoek. Vreemde kunstwerken, ogenschijnlijk alledaags, die ook moesten ontregelen, net als nu hier in het museum. Die had hij toentertijd toch ook met rust gelaten. Misschien had hij haast gehad, want er was nog veel te doen die dag en over twee dagen zou de tentoonstelling worden geopend.

'Duchampiaans incident'

De naam van de medewerker mag niet bekend worden, aldus het museum. Voor een gesprek is de man in kwestie niet beschikbaar, en de beelden van de beveiligingscamera blijven achter slot en deuren. Volgens Demeester verkeert hij in 'een shock' en is hij 'erg aangedaan'. 'Hij is er kapot van', zegt ze. 'Dit is hem niet eerder overkomen. En nu staat hij ongewild in zijn hemd door dit Duchampiaans incident. Het heeft ons in de kern geraakt. Een museum kan niet zijn eigen werk beschadigen.'

Ontslagen is de medewerker niet, zegt de directeur, en ook niet geschorst. Ze wil 'vanwege privacyredenen' niet zeggen welke sancties hem zijn opgelegd, zoals ze zich ook niet wil uitlaten over de hoogte van de schadevergoeding die aan de kunstenaar is betaald. In elk geval komt dit bedrag op conto van het museum zelf, aangezien de affaire niet aan de verzekering is gemeld. 'Hoe moet ik dit in hemelsnaam aan een verzekeringsagent uitleggen?', zegt Demeester. 'Ja hallo, er was een spijker, en die is overgeschilderd. Dat is zo absurd. Alleen vind ik het niet grappig, wat de mensen ook zeggen.'

Bas van Wieringen staat weer op de krakende vloer van de zolder van de Vleeshal en kijkt naar de plek waar zijn abstracte weergave van een spijker hing, Portret of the Nail Behind the Canvas. Het schilderij is na de ontdekking overgeplaatst naar het restauratie-atelier. Op de plaats delict is nu een tekst geplakt, bedacht door Van Wieringen: 'Everything is unique except for this artwork' - in een editie van 1. Dit kunstwerk is inmiddels door het museum aangekocht.

'Ik zal je zeggen, ik was er in het begin goed ziek van', vertelt Van Wieringen. 'Voor het museum en voor mezelf en voor de kunst. En dat werd nog erger toen de kwestie vroegtijdig uitlekte naar Haarlems Dagblad, en vervolgens overal in de media werd gemeld. Door dit incident werd het werk een zondebok van de moderne kunst. Zo van: 'Zie je nou wel, je kunt ook niet meer zien wat nou precies kunst is'. Nu ik er weer zo sta, vraag ik me weer af: Wat bezielde die man? Waarom aanstippen? Hij zag toch dat het een schilderij was?'

Steeds grappiger

Met zijn handen maakt hij een vierkant van 10 bij 10 centimeter en toont waar zijn spijker-impressie ongeveer heeft gehangen. En dan ziet hij dat zijn gewiste kunstwerk in het woord 'except' nog een spoor heeft achtergelaten, tussen de letters 'x'en de 'c'. Het dichtgesmeerde gaatje waar de spijker zat, waarop zijn interpretatie van de betonspijker aan was bevestigd, is daar nog goed te zien. 'Het wordt steeds gekker', zegt hij. 'Het kunstwerk gaat gewoon door, als een bouwsel van absurdistische abstracties. Het wordt eigenlijk steeds grappiger. Gelukkig hebben we de foto's nog.'

Voor Demeester was het geen optie om 'het kapotte kunstwerk' te laten hangen. 'Dan wordt het een object van sensatie', zegt ze. 'Dan komen de mensen alleen kijken voor het schandaal en niet voor de kunst. Het is dan net als met een auto-ongeval, met langsrijdende kijkers. Voor ons is het een open wond en die laat je niet voor je plezier zien. Hoe ironisch ook, op een tentoonstelling over humor. Ik wil benadrukken dat wij de publiciteit niet opzoeken en het risico niet zouden nemen om met een zelf geënsceneerde prank (een practical joke, red.) ons imago als serieus en betrouwbaar museum te ondermijnen. Dat is gewoon niet juicy, het klopt niet.'

Er was een la in een vergrendelde metalen ladekast voor opengemaakt, en toen was het kunstwerk op een karretje gelegd, op een zwarte doek. Daar ligt het nu in het volle licht, in het restauratieatelier, met op de achtergrond nog één van de drie te restaureren regentenstukken van de 17de-eeuwse kunstschilder Frans Hals, een omvangrijke klus waarmee een team van restauratoren sinds 2014 bezig is.

Restaurator Liesbeth Abraham heeft handschoenen aan, en een speciale bril erbij gepakt, die het beeld vijf keer vergroot. En ja hoor, de spijker is nog enigszins zichtbaar. Goed te zien zijn ook de horizontale kwaststrepen latex, die duidelijk verschillen van de verf van de rest van het schilderijtje. 'Ik wil het graag restaureren', zegt Abraham.' Wij kunnen de fout herstellen. De vraag is echter: is dit echt schade? Dat is de kern. Het is aan de kunstenaar om die vraag te beantwoorden. Het werk is niet alleen zijn concept, maar in dit geval ook zijn bezit.'

Andere vernielingen en beschadigingen

Bas van Wieringen is niet de enige kunstenaar wiens werk werd vernield of beschadigd. Van graffitikunstenaar Banksy werd drie keer een muurschildering overgeschilderd. Het onopgemaakte bed van Tracey Emim, My Bed, werd door een museumbewaker opgemaakt. Michël Borremans schilderde in 2014 De maag op een muur in Gent. Een restaurateur verwijderde de duivenpoep, maar ook enkele vegen die bij het kunstwerk hoorde. Een tekening van Peter Otto werd per abuis weggegooid. Een aluminium plastiek van kunstenaar Willem Hussem werd voor oud ijzer aangezien door medewerkers van een sloopbedrijf.

Bas van Wieringen loopt het museum uit, de Haarlemse Grote Markt op en herhaalt het nog maar eens: hij wil niet dat zijn kunstwerk wordt gerestaureerd. 'Het kunstwerk is inhoudelijk kapot', zegt hij. 'Maar ik zie het als een nieuwe laag met mogelijkheden. Je kunt het ook zo beschouwen dat het kunstwerk verder gaat, dit is de volgende fase. Daarom moet het met rust worden gelaten. Ik wil niet dat de latex eraf wordt gekrabd.'

De ophef over zijn overgeschilderde schilderij heeft bovendien een opgewekt voortvloeisel. Want verscheidene kunstverzamelaars hebben zich gemeld voor het doekje. Zo krijgt zijn Portret of the Nail Behind the Canvas nieuwe waarde, commerciële waarde, een prijs moet hij nog bepalen. 'De verzamelaars vallen misschien voor de nieuwswaarde, het schilderij was toch op het NOS Journaal', zegt Bas van Wieringen. 'Daarmee kopen ze als het ware het verhaal, dat ze erbij kunnen vertellen. Voor mij gaat hierdoor het idee gewoon verder. Dit kunstwerk blijft gewoon in ontwikkeling.'

De tentoontelling HUMOR - 101 jaar lachen om kunst, t/m 10/9, op beide locaties van Het Frans Hals Museum| De Hallen in Haarlem.

Lees ook:

Verscheidene kunstverzamelaars hebben hun zinnen gezet op het per abuis overgeschilderde schilderij Portret of the nail behind the canvas. Zij hebben zich gemeld bij kunstenaar Bas van Wieringen. Zijn doekje van 10 bij 10 centimeter met daarop een artistieke impressie van een betonspijker werd door een museummedewerker per ongeluk overgewit, voorafgaand aan de opening van de tentoonstelling Humor - 101 jaar lachen om kunst in het Frans Hals Museum | De Hallen Haarlem.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden