interview
Zangeres Marina Tadic ging van ‘ik kan niks’ naar ‘ik ben kennelijk iets waard’
Een platencontract bij een prestigieus Amerikaans label hielp muzikant en zangeres Eerie Wanda aan het nodige zelfvertrouwen. Waarmee er eindelijk ruimte komt voor Marina Tadic, vertelt de vrouw achter het pseudoniem.
Met haar 33 jaar is Marina Tadic veel te jong om eerstehands herinneringen aan Nirvana te hebben, maar toch: eigenlijk deed die rockband haar besluiten dat ze zich wilde uiten via muziek. Je zou het bij beluistering van de albums niet zeggen, maar we hebben Eerie Wanda, het muzikale pseudoniem van de Kroatisch-Nederlandse muzikant, in die zin een klein beetje te danken aan Kurt Cobain.
‘Nirvana opende mijn wereld,’ zegt ze, nippend van haar gemberthee in een Nijmeegs café.
Zie een scholengemeenschap voor je, regio Nijmegen-Groesbeek, circa 2003. Een tenger 14-jarig meisje genaamd Marina Tadic zoekt haar Nederlandse weg, een in Bosnië-Herzegovina geboren kind van Kroatische ouders, in het decennium ervoor gevlucht voor de oorlog.
‘Ik zag Nirvana-T-shirts op de trappen en in de hal, maakte kennis met de muziek en ging in de bibliotheek op internet kijken hoe ze eruit zagen. Het was in eerste instantie Kurts gezicht dat me aansprak, maar al snel leerde Nirvana me ook iets waar ik écht iets mee kon: het besef dat iedereen muziek kan maken, ook als je technisch nog niet zo veel kunt. Dat het niet moeilijk hoeft te zijn. En dat je jezelf moet zijn, zoveel als je kunt.’
Kunstenaar met geluid
Dat laatste is ze als Eerie Wanda stapsgewijs meer gaan doen, op haar prachtige, onlangs verschenen derde album Internal Radio meer dan ooit tevoren. Daarbij is overigens de paradox dat ze steeds mínder als Nirvana is gaan klinken, voor zover ze dat überhaupt ooit deed.
Vrijdag treedt ze op tijdens Le Guess Who in Utrecht. In Theater Kikker zal ze (‘pas voor de tweede keer’) het werk van Internal Radio live uitvoeren. Hoe precies? Dat is bij Eerie Wanda altijd een beetje de vraag.
‘Het festival kwam met het specifieke verzoek om het in duo- of solobezetting te doen. Dus dat doen we, met zijn tweeën: Peter Johan Nijland en ik. Het album klinkt qua arrangementen vrij vol, maar we hebben alles opnieuw gearrangeerd voor twee mensen: zang, gitaar en synthesizer, met wat drumbeats op een backing track. Nog veel meer space dan op het album. Peter is echt een kunstenaar met geluid. Ik vind het leuk om het live heel anders te doen.’
Het past ook in de ontwikkeling die ze sinds 2016 heeft doorgemaakt. Op Hum (2016) was Eerie Wanda een band, met bassist Jasper Verhulst (ook bekend van Jacco Gardner en Altin Gün) als Tadic’ voornaamste muzikale partner in crime. De gitaarsound was subtiel gedompeld in het sixtiessausje dat we ook van iemand als Angel Olsen kennen.
Op Pet Town (2019) bleef ze al ‘dichter bij Marina’, zoals ze het zelf uitdrukt, al kleurde ze de liedjes nog wel ‘bandachtig’ in, met hulp van Verhulst en wat anderen.
Nu, op Internal Radio, komt ze echt los van de grond, met haar producer – de Amerikaanse undergroundveteraan Kramer – als enige metgezel. Een weids, filmisch, transparant droompopgeluid is het eindresultaat. Het ‘bandgeluid’ van de eerdere albums heeft plaatsgemaakt voor iets mysterieuzers. Iets rijkers.
Onzekerheid afgeschud
‘De coronalockdowns maakten het nog wat voor de hand liggender om veel alleen te schrijven en op te nemen, thuis, maar ik denk dat ik dat sowieso zou hebben gedaan. Het bewoog al jaren in die richting. Eigenlijk was Eerie Wanda nooit écht een band. Ik werkte mijn liedjes uit met wie voorhanden was, daar kwam het op neer. Dat vind ik ook het leukst: liedjes maken in een studio. Ze live presenteren is leuk, maar de behoefte om uitgebreid op tournee te gaan, voel ik niet. Kennelijk heb ik in mijn creatieve proces steeds minder anderen nodig. Ik heb gaandeweg de onzekerheid afgeschud die ik aanvankelijk had.’
Slokje gemberthee. ‘Dat gevoel van: ik kan niks.’
En hoe is dat nu? ‘Daar heb ik nu minder last van. En ik kan ook wel iets meer. Voor het nieuwe album heb ik veel zelf op de computer gearrangeerd.’
Dat het prestigieuze Amerikaanse platenlabel Joyful Noise (thuisbasis van indieprominenten als Deerhoof, Tropical Fuck Storm en Oneida) uit Indianapolis haar een contract aanbood, gaf haar groeiende zelfbewustzijn een extra impuls: ‘Ik dacht: o, ik ben kennelijk iets waard.’
De transformatie zit ook in haar teksten. Die zijn persoonlijker, gaan meer over het leven, raken nadrukkelijker aan de thema’s die haar het meest bezighouden. Jezelf durven zijn. Kurt zei het al.
Het komt goed tot uiting in de prachtige albumopener Sail to the Silver Sun, met een tekst die delicaat het midden houdt tussen streven naar persoonlijke groei en juist een boeddhistisch streven om het ego, het ‘zelf’, zo veel mogelijk los te laten.
‘Don’t be yourself, just be you’, zingt ze. ‘Don’t worry about all the rest. There’s no one like you.’
Erfenis van Kurt Cobain
Het lijken levenslessen te zijn die ze zichzelf heeft moeten leren en die ze nu, eindelijk, tot grondbeginselen van haar muziek heeft uitgeroepen. Indachtig de albumtitel: haar inwendige radio mag eindelijk afspelen wat diep vanbinnen komt.
‘De dood. De eindigheid. Dat thema komt ook vaak terug, omdat het me bezighoudt. Wat doe ik hier? Wat is het leven precies? Wat komt daarna? Stel je voor dat er wel ‘iets’ is, wat zou dat betekenen? Zou het überhaupt iets betekenen? Wat laat je achter? Ik graaf dieper in mijn emoties en houd me minder bezig met de vraag hoe het op mensen overkomt. Hoe ouder je wordt, hoe meer schijt je krijgt.’
Die laatste, samenvattende zin, die uit de mond van Marina Tadic klinkt als een atypische mep op het tafelblad, is misschien een aanwijsbaar stukje erfenis van Kurt Cobain: een flard Nirvana in de ijle ether van Eerie Wanda’s internal radio.
Eerie Wanda: Internal Radio. Joyful Noise/Konkurrent.
Live: 11/11 Le Guess Who, Theater Kikker, Utrecht, 3/12 Zeitgeist-festival, Doornroosje, Nijmegen.