Review
Wijsgeer Vanheste dooft de literaire vlam soms te veel
Romans kunnen helpen je breder emotioneel in de wereld te oriënteren, betoogt Jeroen Vanheste.
Zijn analyses voeren van Don Quichot via Tolstoj en Dostojevski tot Houellebecq.
Filosofie, de moeder die de wetenschappen baarde, heeft in de loop van haar lange geschiedenis de meeste kinderen huis en hof zien verlaten. Stuk voor stuk meenden de wetenschappen dat zij zich beter zonder moederlijke zorg konden ontwikkelen. Gelukkig kwamen er nieuwe telgen voor terug. Zo verscheen in de tweede helft van de vorige eeuw de discipline van de milieufilosofie op het toneel.
Bijna ongemerkt heeft zich de afgelopen decennia een nieuwe loot aan de stam gevormd, al kreeg die nauwelijks een eigen naam. Het gaat om een wijsgerige lezing van literaire teksten. Vanaf de Griekse tragedies tot hedendaagse romans vinden we filosofische themata in de literatuur terug. Vanuit de nieuwe discipline van de literatuurfilosofie, als ik dit neologisme mag gebruiken, kan de wijsbegeerte vanuit haar eigen achtergrond deze thematieken belichten en uitdiepen.
Jeroen Vanheste, Denkende romans - Literatuur en de filosofie van mens en cultuur (****), non-fictie.
Damon; 432 pagina's; euro 34,90.
Literatuurfilosofie
In leesclubs en cursussen wordt dit laatste al druk gepraktiseerd. Zelf geef ik al jaren cursussen over literatuur en filosofie. Toch was het mij ontgaan dat zich hier een eigen vakgebied heeft uitgekristalliseerd. Het is de verdienste van Jeroen Vanheste, als filosoof verbonden aan de Open Universiteit, dat hij ons in Denkende romans een breed overzicht van dit nieuwe terrein biedt.
Dat de filosofie zich voor de literatuur is gaan interesseren, is vanuit haar ontstaansgeschiedenis gezien verrassend. Want ze ontplooide zichzelf vanaf de dialogen van Plato juist door de literatuur de deur te wijzen. Het ging Plato om de waarheid, die op rationele wijze te ontdekken valt. Emoties, die door bedachte verhalen worden opgeroepen, staan daarbij alleen maar in de weg. Uit de ideale staat van Plato worden daarom de dichters verbannen.
Paradoxaal is dat Plato zelf een zeer fraai, literair getint proza schreef, dat zijn lezers ontegenzeggelijk verleidde. Nu in de loop van de geschiedenis de waarheidsclaims grotendeels met de wetenschappen mee verhuisd zijn, kunnen we hier spreken over 'filosofie als literatuur'. Daar gaat het Vanheste niet in de eerste plaats om. Hij richt zich vooral op 'filosofie in literatuur'. Daarnaast onderscheidt hij nog 'filosofie over literatuur', waarin over de status en structuur van fictie wordt gereflecteerd.
Gezien haar bekendheid hier verwondert het niet dat de Amerikaanse filosoof Martha Nussbaum een belangrijke rol speelt in Denkende romans. Toch neemt Vanheste afstand van haar opvattingen, met name van haar idee dat je door het lezen van literaire teksten een beter mens zou worden. Volgens zijn eigen humanistische literatuurkritiek helpen romans hoogstens om je breder emotioneel in de wereld te oriënteren.
Gedegen beschouwingen
Na de uitvoerige inleiding bevat Denkende romans een aantal specifieke analyses van literaire werken, van Don Quichot, de eerste moderne roman, via klassiekers als Oorlog en vrede van Tolstoj en de grote romans van Dostojevski tot het werk van hedendaagse auteurs als Kundera en Houellebecq.
Stuk voor stuk gaat het hier om gedegen beschouwingen. Toch mis ik hier iets dat Vanheste juist in zijn inleiding beklemtoont. Een belangrijk onderscheid tussen filosofie en literatuur dat hij hier maakt, is dat de eerste redeneert en de laatste toont, waardoor de lezer in plaats van over emoties te leren deze direct kan ervaren. Jammer genoeg blijft Vanheste als filosoof toch veel redeneren. De literaire vonk die kan overslaan ontbreekt zo grotendeels in zijn tekst. De wijsgeer heeft hier het vuur van de roman gematigd en zelfs bijna geblust. Denkende romans blijft zo vooral een filosofische tekst, die de lezer gelukkig wel overtuigend doorverwijst naar de literatuur zelf.