boekrecensie
Wie wil er graag machtig zijn? Brian Klaus schetst een boeiend portret in ‘Macht’ ★★★★☆
Brian Klaus onderzoekt in zijn nieuwe boek wie zich aangetrokken voelt tot machtsposities. Het levert een interessante tocht op langs managers, criminelen, dictators en hun slachtoffers.
Op een dag werd Dacher Keltner op straat bijna omvergereden door een zwarte Mercedes. Zoiets kan iedereen overkomen, maar Keltner is verbonden aan de Universiteit van Californië in Berkeley, en een van de meest vooraanstaande onderzoekers op het gebied van de psychologische effecten van macht. Waarom gebeuren dit soort dingen altijd met dure auto’s en niet met barrels, vroeg hij zich af. Is dat écht zo, en zo ja: waarom?
Keltner bedacht een experiment. Twee collega-onderzoekers stelden zich verdekt op langs een weg, bij een zebrapad. De een noteerde wat voor auto eraan kwam, de ander stak het zebrapad over. Maar dan op zo’n manier dat de naderende auto óf moest stoppen óf een riskante uitwijkmanoeuvre moest maken om door te kunnen rijden. De resultaten waren opmerkelijk. Alle goedkope auto’s stopten keurig vóór het zebrapad. Bij de duurdere auto’s deed de helft van de chauffeurs dat niet. Keltner was zich ervan bewust dat dit soort experimenten nogal eens niet reproduceerbaar blijken te zijn, en zorgde er dus voor dat andere instituten dezelfde proef uitvoerden. Dat leverde hetzelfde resultaat op.
Niet de aardigste
De conclusie sloot naadloos aan op wat hij uit andere experimenten al had geleerd: hoe machtiger mensen zich voelen, hoe minder ze zich aantrekken van wat anderen over ze denken. Wie de macht over anderen krijgt, krijgt de neiging verkeersregels te negeren, te liegen, te bedriegen, vreemd te gaan. Macht corrumpeert. Het maakt monsters van ons. Maar Keltner weet ook dat er meer speelt. Macht trekt bepaalde mensen aan. Het zijn niet de aardigste mensen die boven komen drijven.
Het idee dat elk mens een monster wordt zodra hij macht over anderen krijgt, dateert van begin jaren zestig van de vorige eeuw. Toen stond de in Argentinië opgepakte nazi Adolf Eichmann in Jeruzalem terecht voor zijn aandeel in de Holocaust. Eichmann deed zich daar voor als een simpele ambtenaar die slechts bevelen had opgevolgd. Dat was een aperte leugen, maar de filosoof Hannah Arendt, die het proces deels bijwoonde, zag in de miezerige verdachte ‘de banaliteit van het kwaad’. Het kwaad vereist geen gedreven demonen of duivels, iedereen kan zijn steentje bijdragen.
Die onrustbarende gedachte werd twee jaar later versterkt door de experimenten van Stanley Milgram, waarbij proefpersonen zogenaamd op advies van een wetenschapper bereid bleken om anderen zware stroomstoten toe te dienen, en later nog eens door het Stanford Prison Experiment, dat suggereerde dat proefpersonen elkáár konden aanzetten tot het uitvoeren van wreedheden op zogenaamde gevangenen. Met name het laatste experiment werd met kritiek overladen (ethische, maar ook methodologische) maar een eventuele herhaling was al snel onmogelijk. Het onderzoek naar macht kwam daarmee in één klap tot stilstand.
Totdat Keltner zo’n twintig jaar geleden de draad weer oppakte. Hij vroeg zich vooral af wat voor mensen macht ambiëren en dus op machtsposities terechtkomen – en welke niet. Diezelfde vraag staat centraal in Macht van de Britse hoogleraar internationale politiek Brian Klaas. Klaas doet zelf geen experimenten. Hij gaat liever langs bij managers, criminelen, dictators (inmiddels brave oudjes), hun slachtoffers en hun kinderen. Die laatsten om te vragen hoe hun vader hén heeft behandeld en of ze zijn dictatoriale neigingen wellicht geërfd hebben. (Niet echt.) Daarnaast leren we hoe je op de werkvloer psychopaten kunt herkennen (dat zijn vaak zéér efficiënte stijgers), we leren alles over drugsgebruik door dominante mannetjesapen en over het parkeergedrag van VN-diplomaten in New York.
Prius-rijders
Wat dat laatste betreft: toen diplomaten nog ongestraft overal hun auto konden achterlaten, waren met name diplomaten uit het Midden-Oosten notoire foutparkeerders. Noorse of Zweedse diplomaten daarentegen waren heel braaf. Was het de volksaard, of biedt zo’n functie in sommige landen carrièrekansen aan de verkeerde mensen? Hoe dan ook, toen de New Yorkse politie besloot om die foutparkeerders tóch te vervolgen, of althans daarmee dreigde, werden de Libanezen en Saoedi’s binnen de kortste keren net zo braaf als de Noren.
Daarmee zijn we bij Klaas’ voornaamste conclusie: let op de baas. We kunnen sollicitatie- en selectieprocedures zo inrichten dat de kans minimaal is dat egocentrische machtswellustelingen erdoor komen, maar macht corrumpeert nu eenmaal. Klaas sprak met een aantal volkshelden die macht verwierven dankzij hun schone handen, maar vervolgens transformeerden tot corrupte heersers.
Na de publicatie van zijn auto-onderzoek ontving Keltner een boze brief van een Prius-rijder. Zijn auto was duur, dat klopt, maar hij had hem aangeschaft uit milieuoverwegingen. Om deze wereld te redden. Hij was geen hufter. Volgens de briefschrijver zou een nadere analyse van de cijfers uitwijzen dat Prius-rijders wél keurig stoppen voor het zebrapad. Keltner kon die hypothese wel waarderen en haalde de gegevens nog eens door de computer. ‘De Prius-rijders’, zo vertelde hij Klaus, ‘bleken het ergst van allemaal’.
Brian Klaas: Macht. Nieuw Amsterdam; 302 pagina’s; € 25,99.