And Venus was her nameSammy
Wie was toch in Ramses Shaffy’s hit die Sammy die omhoog moest kijken?
Paul Onkenhout en John Schoorl schrijven elke week over een liedje waarvan de titel bestaat uit alleen een voornaam. Wie was Sammy? Was het Bernhard Kats, die pas na Shaffy’s dood opdook?
Hoog Sammy, kijk omhoog Sammy
want daar is de blauwe lucht
Sammy, Ramses Shaffy (1966)
De lucht is blauw als in juni 2019 Ramses Shaffy met een monument wordt geëerd in het Terweepark in Leiden, vlakbij de plek waar hij opgroeide in het gezin van Herman en Roos Snellen. Hoog Sammy, kijk omhoog Sammy, is de tekst op het kunstwerk.
Tien jaar eerder was Shaffy overleden. Op 4 december 2009, drie dagen na zijn dood, was er op een herdenkingssite voor de zanger een opmerkelijke bijdrage verschenen van Bernhard A. Kats. Hij claimde dat hij Sammy is, de jongen met de gebogen gestalte uit Shaffy’s tijdloze hit uit 1966.
Kats schrijft dat ‘Didi Snellen’ (Ramses Shaffy) en hij in hetzelfde jaar zijn geboren, 1933. ‘Samen gingen we naar het Huygens Lyceum in Voorburg, samen hebben we daar op het toneel gestaan. Hij vertelde me later dat het liedje Sammy op mij gebaseerd was’.
Hoewel de muziekgeschiedenis wellicht moet worden herschreven, slaat niemand er op aan. Tot dan toe was, vooral dankzij een getuigenis van Liesbeth List, aangenomen dat Sammy geïnspireerd was op reclamemaker John Rosinga, in de jaren zestig de manager van Shaffy. Rosinga zou na een feestje waarop kwistig lsd was gebruikt een bad trip hebben beleefd en volledig zijn ingestort.
Het raadsel duurde decennialang voort, mede doordat Shaffy zelf alle herinneringen aan de ontstaansgeschiedenis kwijt was. Zelfs de theorie dat Ivo Samkalden Sammy was dook op, hoewel Samkalden pas een jaar na het uitbrengen van de single burgemeester van Amsterdam werd. In 2010 werd in Vrij Nederland een nieuwe naam genoemd, Harry Goldsteen, een naar verluidt sombere figuur.
In een interview zei Goldsteen dat Shaffy het liedje op Sinterklaasavond 1961 voor hem had gezongen. ‘Hij kende alleen mijn Hebreeuwse naam, Naftali. Dat hij mij Sammy noemde is een verwijzing naar mijn joodse achtergrond. Bovendien: ‘Naftali loop niet zo gebogen’ bekt niet’.
Het zou tot 2017 duren voordat een krant, Tubantia, de kandidatuur van Bernhard ‘Hardie’ Kats meer voeding gaf. De aanleiding voor het stuk was bijzonder. Mannes en Maria Schoppink uit het Overijsselse Egede kregen in de synagoge in Delft postuum de Yad Vashem uitgereikt, de hoogste Joodse onderscheiding voor hulp aan onderduikers.
Hardie Kats was een van hen. Het gezin Kats overleefde de oorlog en trok naar Leiden waar zijn vader Samuel zijn dokterspraktijk heropende. Op een schoolreunïe in 1968 zou Kats van Shaffy hebben vernomen dat hij Sammy was. ‘Ik liep meestal met gebogen hoofd naar school. Daarom schreef hij ‘hoog, Sammy, kijk omhoog’.’
In 2019 gaf Hardie Kats meer van de achtergrond prijs in De Telegraaf. Hij had in de oorlog 75 familieleden verloren. ‘Het lag in mijn schooltijd als een zware lading op mijn rug. Sammy, dat is het imago van een Joodse jongen. Hij had mij in het lied niet beter kunnen treffen’.
Na zijn studie geneeskunde emigreerde Kats in 1959 naar Canada. Hij werkte voor de Nasa, opende een kliniek in El Paso, trouwde met een dochter van een Marokkaanse opperrabbijn en verhuisde naar Israël.