Weten is vertrouwen geven

Nieuwe technieken denderen niet over ons heen als natuurrampen, stelt wetenschapshistoricus Simon Schaffer, winnaar van de Erasmusprijs. Wetenschap is het resultaat van netwerken en geloven....

Door Peter Giesen

In een cafetaria in het Londense King's Cross-station hangt een bordje: 'Wij verkopen geen genetisch gemodificeerde producten'. De ambiance mag te wensen overlaten, de koffie is slap en het eten vet, maar hier wordt in elk geval niet gerotzooid met 'Frankenstein-voedsel'.

We gaan van de snackbar in het hectische Londen naar de verstilde straten van Cambridge, waar de wetenschap zich heeft teruggetrokken achter de dikke muren van statige colleges. Simon Schaffer is er hoogleraar in de geschiedenis van de wetenschap. De kritische snackbarbaas raakt een centraal thema in zijn werk.

Mensen zijn geneigd nieuwe technologieën te beschouwen als een bedreiging, een fenomeen waartegen ze machteloos staan. In werkelijkheid zijn wetenschap en samenleving diep verstrengeld, aldus Schaffer. Nieuwe uitvindingen beïnvloeden de samenleving, maar omgekeerd is de acceptatie van technologie ook een door-en-door sociaal proces.

Vorige week kregen Schaffer en zijn Amerikaanse collega Steven Shapin de prestigieuze Erasmusprijs, die in november zal worden uitgereikt. Samen publiceerden zij in 1985 het boek Leviathan and the Air Pump, waarin zij beschreven hoe wetenschapper Robert Boyle in de 17de eeuw de basis legde voor het experimentele wetenschapsmodel dat tot op de dag van vandaag functioneert.

Boyle's experimenten met de luchtpomp werden bestreden door Thomas Hobbes, die vooral bekend is vanwege zijn politiek-filosofische werk Leviathan. Hobbes meende dat ware kennis slechts kon worden verkregen door te redeneren over de natuur. Experimenten waren onbetrouwbaar en bovendien oncontroleerbaar, behalve voor het handjevol mensen dat bij zo'n proef aanwezig is.

Boyle won het pleit, maar niet omdat zijn wetenschappelijke argumenten zo veel beter waren, betogen Schaffer en Shapin. De proeven met de pomp mislukten nogal eens, en de conclusies die Boyle eruit trok, waren lang niet altijd correct. Maar zijn wetenschapsmodel was in sociaal opzicht aantrekkelijker.

Engeland herstelde zich rond 1660 van een bloedige, religieus geïnspireerde burgeroorlog. Boyle's model bood een aantrekkelijke manier om met onenigheid om te gaan. Op basis van experimenten werd kennis vergaard, die voortdurend kon worden bijgesteld. Kennis was niet absoluut, maar voorlopig, gebaseerd op consensus in een intellectuele gemeenschap.

'Tegenwoordig is het standpunt van Hobbes moeilijk invoelbaar', zegt Schaffer. 'Hoe zou je kennis over de natuur moeten vergaren zónder te experimenteren? Toch is zijn kritiek interessant. Wie stelt de intellectuele gemeenschap samen, vroeg hij. Waarom heeft Boyle gelijk als de heren a, b en c zeggen dat hij gelijk heeft?' Mede onder invloed van het populisme lijkt het wantrouwen tegen experts weer toe te nemen.

'Het is een complex beeld. Verschillende groepen spreken van een crisis in het vertrouwen in de wetenschap. De topman van het chemische concern Monsanto zei: wij geloofden dat we in een ”vertrouw-mij-wereld” leefden, maar we leven in een ”bewijs-mij-wereld”. Zijn bedrijf moet bewijzen dat genetisch gemodificeerd voedsel geen kwaad kan.

'Maar is het echt waar dat we in een wereld leven waarin experts niet meer vertrouwd worden? Nee, er worden juist steeds meer aspecten van ons leven uitbesteed aan experts.

Hoe verklaart u die tegenstrijdigheid? 'In onze samenleving zit een voortdurende spanning tussen egalitarisme en elitarisme. Aan de ene kant zijn we egalitair en democratisch, en vinden we dat iedereen even veel recht van spreken heeft. Aan de andere kant leven we in een wereld die sterk wordt gedomineerd door experts. Wat we weten over de wereld is niet gebaseerd op ervaring, maar op de getuigenis van deskundigen.

'Ik geloof dat de dubbele helix de structuur van DNA vormt, maar ik heb er nooit eentje gezien. Mijn oordeel over dingen is eigenlijk een oordeel over personen. Vind ik de mensen die mij over de dubbele helix vertellen, betrouwbaar?' Wat ontdekt kan worden, zal ook ontdekt worden, denken veel burgers. Voelen zij zich niet machteloos ten opzichte van de wetenschap?

'Ik deel de intuïtie dat alles wat ontdekt kan worden, ook ontdekt zal worden. De ontdekkingen zijn wellicht onvermijdelijk, maar ze kunnen op heel verschillende manieren worden toegepast.

'Neem elektriciteit. In de jaren negentig van de 19de eeuw prees de Conservatieve premier Lord Salisbury het nieuwe systeem van elektrische verlichting, omdat het de steden zou vernietigen. Het zou niet langer noodzakelijk zijn je in de buurt van stoomkracht te vestigen. Elektriciteit zou over het hele land gedistribueerd kunnen worden. Daarom voorzag hij de herrijzenis van het dorpsleven en de pastorale wereld.

'Aan de andere kant beschouwden de socialisten elektriciteit als een anti-kapitalistische technologie. De vervanging van de stoommachine door elektriciteit zou rationele planning en de centraal geleide economie mogelijk maken.

'Salisbury en Lenin hadden alternatieve visies. Maar het was niet de interne logica van de elektronen die besliste over hoe deze nieuwe technologie gebruikt moest worden.'

Maar stel dat de samenleving genetische modificatie zou willen tegenhouden. Zou zij daartoe überhaupt in staat zijn?

'Het is verkeerd om te denken dat wetenschap een absoluut autonome sfeer vormt, waarin nieuwe technologieën worden ontwikkeld die als een vulkanische uitbarsting over ons heen komen. De gedachte dat er een muur loopt tussen wetenschap en samenleving maakt de wetenschap kwetsbaar en het debat minder rationeel.

'We zouden minder in termen van ”ja of nee” moeten praten. We zouden ons veel meer moeten afvragen waar genetische modificatie toe leidt, hoe we haar zouden willen reguleren, hoe we de markt zouden willen reguleren, welke organismen wel en niet gemodificeerd zouden mogen worden. Dat is een veel rijper debat.' Boyle werd in de 17de eeuw gesteund door de Engelse geestelijkheid. Zag zij niet dat wetenschap op den duur religie zou ondermijnen?

'Boyle was religieus, Isaac Newton was doordrenkt in religie. Ze geloofden allebei dat de wereld was geschapen door een almachtige en alwetende figuur. Ik geloof dat ze ongelijk hadden, maar dat heeft de wetenschap niet geschaad. Een van de meest vooraanstaande theoretische fysici van Cambridge op dit moment, John Polkinghorne, is ook anglicaans priester.

'Het idee dat wetenschap agnostisch of atheïstisch is, is zeer recent en nog steeds betwistbaar. Het is ook een gevaarlijk idee. Als de westerse wereld inherent wetenschappelijk is, en wetenschap inherent atheïstisch, dan zijn andere samenlevingen niet-modern. Volgens mij is dat onzin, maar het is een gevaarlijk idee dat geëxploiteerd kan worden door duistere krachten.'

Religie kan zich ook tegen wetenschap verzetten. De Amerikaanse creationisten bestrijden de evolutietheorie van Darwin.

'De creationisten hanteren een heel dogmatisch idee van wetenschap. Ze vinden dat wetenschappelijke kennis onomstotelijk waar moet zijn. De evolutietheorie wordt door de meeste deskundigen onderschreven, maar laat ook vragen open. De creationisten gebruiken die zwakke plekken om de hele theorie onderuit te halen. Iets soortgelijks zie je bij critici van het broeikaseffect.

'We moeten het voorlopige karakter van wetenschappelijke kennis erkennen, iets dat de meeste wetenschappers overigens ook doen. Een meer ontspannen visie op kennis maakt de wetenschap steviger. Dogmatisch geloof is altijd kwetsbaar.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden