Komedie
Welcome to Collinwood
Boevenklucht verzuipt in koketterie
De debuterende broers Joe en Anthony Russo beschikken over een imponerend netwerk. Hun eersteling, een remake van Mario Monicelli's gangsterkomedie I soliti ignoti (1958), zit boordevol eersteklas-acteurs: William H. Macy en Sam Rockwell maken onderdeel uit van een bende sukkelaars. George Clooney, die de film samen met Steven Soderbergh produceerde, duikt in een cameo op als een paranoïde meesterkraker in een rolstoel.
Welcome to Collinwood is een komedie die vertrouwt op de goede zin van de bioscoopbezoeker. Vanaf de eerste scènes heeft de film een stijl die lijkt te willen zeggen: dit is een alternatieve lach-of-ik-schiet-show. Het zelfbewustzijn van de makers is zelfs zo groot dat hun film er regelmatig iets aanstellerigs door dreigt te krijgen. Het is alsof de maker van de mop zelf het hardst moet lachen.
Op papier heeft Welcome to Collinwood alle ingrediënten voor een funky avontuur. De film gaat over enkele kruimeldieven die denken dat zij een 'Bellini' hebben. Daarmee wordt een idee voor de ideale kraak bedoeld; een overval op een pandjeshuis met een zekere opbrengst van 300 duizend dollar, en maar heel weinig risico's.
In Cleveland, de stad in Ohio met de bijnaam 'the mistake at the lake', zitten de klunzen elkaar eerst in de weg, voordat ze tot het inzicht komen dat ze de krachten beter kunnen bundelen. Een nacht scheidt de pechvogels dan nog maar van rijkdom en geluk. Althans, dat denken ze.
Het fijne stel acteurs zorgt ervoor dat de komedie niet alleen onverschilligheid oproept. Sam Rockwell is een onhandige charmeur; Luis Guzmán speelt met verve een domme boef; Patricia Clarkson is mooi als zijn handige vriendin.
William H. Macy weet te midden van de gekkigheid zelfs enige ontroering op te wekken - zijn personage loopt constant met een baby te slepen omdat de moeder van het kind in de gevangenis zit. De borgsom kan door Macy natuurlijk niet worden opgebracht.
Maar het prikkelende spel is niet genoeg om de film te redden, te meer omdat de samenhang tussen de scènes ontbreekt. De handelingen vormen een parade van moppen, verwijzingen en karikaturen. Een parade met enkele leuke nummers, dat wel, maar gaandeweg gaat de glans er wel vanaf.
De broers Russo wilden met Collinwood een ironische klucht afleveren. Daartoe stopten ze hun film vol met boevenjargon en terzijdes, die vervolgens weer worden uitvergroot.
Ze hebben tijdens het schrijven en draaien vast ontzettend veel lol gehad. Helaas was er niemand in hun nabijheid die opmerkte dat ook hip bedoelde komedies gebaat zijn bij een coherent scenario en een degelijke opbouw. Als dat ontbreekt, verandert de ironie in koketterie.