In de modeWegwerkers- of brandweerjas
Wegwerkersjassen zijn nu naast nuttig ook erg in de mode
Cécile Narinx schrijft elke week over een modeverschijnsel. Deze keer: de wegwerkers- of brandweerjas.
Hoe gaan wij het dragen?
Niet al te serieus en al te overdreven natuurlijk, behalve dan als je echt in de nachtploeg van team asfaltering zit. Miuccia Prada lichtte haar collectie toe met te zeggen dat-ie bedoeld was voor vrouwen die ermee de straat op konden gaan zonder bang te zijn, en dat is een nobel streven, maar bang zijn om voor Gekke Henkie versleten te worden, is natuurlijk ook niet fijn. In dit geval geldt wederom het gouden devies: doseer!
Valkuilen vermijden doe je zo
Klaarovers zijn goud waard, de reddingsboeien van de straat, laat daar geen misverstand over bestaan. Toen ik 12 was, vond ik ze ook nog eens heel cool, juist door die knaloranje hes en dat spiegelei - vandaar dat ik net zo lang zeurde tot ik invalklaarover mocht worden. Maar er zijn grenzen. Voorbij de oversteekplaats is de klaaroverlook geen toffe look, zeker niet in combinatie met een driekwart capri-jeans, beige mocassins en een kort, pittig kapsel. Bij de brandweerjas ligt altijd het boerin Bertie-effect op de loer. Waak daarvoor.
Neem een voorbeeld aan een bekend mens
Het is vrij overdreven om een wegwerkersjas te combineren met rubberlaarzen als het niet hoost of sneeuwstormt, behalve als je Rihanna heet: een wereldster die zogenaamd onopvallend over straat gaat, maar door die knalrooie monsterjas alle ogen op zich gericht weet. Rihanna is niet achterlijk. Die snapt alles van aandacht trekken en begrijpt dat je zo’n baggy coat moet afstylen met een paar vrouwelijke en glamoureuze accessoires. Ten eerste heeft ze een kunstig geknoopte wrong op haar hoofd en een (gezien de rest van haar outfit en de weersomstandigheden) nutteloze zonnebril. Het petieterige rugzakje doet de jas extra groot lijken, terwijl de grote bodyguard Rihanna optisch doet krimpen. Een listig lesje in verhoudingen.
Catwalk
Wat gaan we dragen als het aan de ontwerpers ligt?
Het was even slikken, op de plankiers van de mondaine modesteden: modellen op rubberlaarzen. In New York, Parijs en Milaan, waar je van oudsher wapperende dansjurken en elegante deux-pièces verwacht, waren de meisjes gehuld in amorfe dikke jassen in de schreeuwkleuren brandweerrood, signaaloranje en kermitgroen - ja, soms zelfs met fluorescerende strepen erop. Je zou er zó mee kunnen opgaan in de nachtploeg van team asfaltering.
Ontwerpers
Welke merken?
En hoe dan?
Calvin Klein, het Amerikaanse merk dat onder de Belg Raf Simons een enorme hipheidsboost heeft gekregen, was de grote voortrekker in deze trend. Simons toonde niet alleen brandweerjassen en rubberlaarzen, maar ook jurken gemaakt van isolatiedekens afgezet met kant. Dat had alles met (on)veiligheid te maken - in showrecensies viel vaak het woord ‘dystopie’ - en met de film Safe uit 1995 met Julianne Moore, zo verklaarde Simons zelf na de show. Sportmerk Lacoste focuste op regen-jassen en -laarzen, Prada had een overall fluothema.