Opinie
Wat zouden media-experts doen met extra 200 miljoen?
Nu amusement niet langer een kerntaak is van de publieke omroep, is er 200 miljoen euro beschikbaar, volgens berekeningen van de denktank APO (Andere Publieke Omroep). Wij vroegen drie media-experts: Wat zouden jullie doen met die 200 miljoen?
Hans Maarten van den Brink, schrijver/journalist en was directeur van het Mediafonds
Justin Trudeau heeft het goed begrepen. De nieuwe premier van Canada verdubbelt het budget van zijn Arts Council en geeft ook de publieke omroep en de televisiefilm er 175 miljoen Canadese dollars bij. 'Cultuur definieert wie wij zijn' stelt hij terecht, en omdat er steeds meer platforms zijn om die cultuur te delen 'is het tijd om te investeren in onze kunstenaars, producers, componisten en technici'.
Vanuit het tijdperk van de onbeperkte reproduceerbaarheid van alle kunst zijn we beland in het tijdperk van de onbeperkte beschikbaarheid. Alles is er, voor iedereen, op elk moment. De vraag of we ons daarmee mogen amuseren is al net zo irrelevant als de tegenstelling tussen hoge en lage kunst is geworden. Of de discussies over de macht van omroepverenigingen. Het gaat om kwaliteit en om smaak, waarover zoals bekend heel goed valt te twisten. Ook dat debat is onze cultuur.
De omroep is een culturele instelling en moet de verantwoordelijkheid nemen die daarbij hoort. Dat doet hij vooral door de juiste mensen op de juiste plaats te zetten. De beste journalisten in de nieuwsredacties en de beste kunstenaars en artistieke leiders daar waar zij het verschil kunnen maken. Wie beslist over drama op tv heeft vermoedelijk meer invloed dan de intendant van ons grootste operahuis of toneelgezelschap en dient dus over minstens zoveel kennis en gezag te beschikken. Organisaties maken geen kunst, dat doen mensen.
Wat met publiek geld wordt gemaakt, hoeft niet iedereen te bevallen maar moet wel voor iedereen beschikbaar zijn. Dus niet alleen op de traditionele radio- en tv-zenders maar ook op YouTube, Twitter en Facebook. Maar niet achter een betaalmuur en liefst reclamevrij. Productie is belangrijker dan distributie. Extra geld gaat niet alleen naar drama en documentaire, maar ook (in de vorm van een premie) naar echte co-producties waarin podiumkunstenaars intensief samenwerken met audiovisuele makers en vooral ook naar nieuwe initiatieven die niet, of nog niet, geschikt lijken om massaal genoten te worden op traditioneel ingerichte zenders. En naar het organiseren van de kritiek op dit alles, uiteraard.
Dat extra geld, dat is er. Wanneer de Tweede Kamer straks toch weer gaat debatteren over meer of minder amusement wordt ongetwijfeld de term 'grachtengordel' van stal gehaald en opgezadeld. Bijna Kamerbreed, van PVV tot PvdA, is men het er over eens dat die staat voor alles wat verderfelijk is en bestreden moet worden. Behalve wanneer de portretten van twee voormalige nouveaux riches, die ooit naar het buitenland werden verscheept, 'naar huis' gehaald moeten worden. Dan blijkt datzelfde stukje werelderfgoed zo ongeveer de kern van onze nationale identiteit en zijn er ook meteen Trudeau-achtige bedragen beschikbaar. Dus...
Marianne Zwagerman, innovatiestrateeg en was algemeen directeur digitale media bij De Telegraaf
De NPO moet drie dingen doen met die 200 miljoen. Eerst en vooral de zaakjes digitaal op orde brengen. NPO-baas Henk Hagoort trekt een grote broek aan over concurreren met Netflix en YouTube, maar er zit niet eens iemand in de NPO-directie met digitale expertise en -verantwoordelijkheid. Daar moet een goed team komen dat als een haas aan de slag gaat met het verbeteren van de digitale infrastructuur. De uitzendinggemist-dienst is nu een brakke site, met een invalide zoekstructuur en een streamkwaliteit die in 2006 al beschamend was.
Verder moet alle gemist-content goed vindbaar en deelbaar worden aangeboden, met een stevige sociale mediastrategie. Ratings, aanbevelingen en een social tv-gids. Een top content-ecosysteem waar mensen verleid worden om te blijven kijken en luisteren. Oude content constant recyclen door het weer relevant te maken in de context van het nieuws van vandaag. Bijvoorbeeld door links naar oude nieuwsfragmenten en documentaires die bijdragen aan duiding bij nieuw nieuws.
Dat state-of-the-art-onlineplatform moet (met wat criteria) ook worden opengesteld voor content die buiten de NPO met private financiering is gemaakt zodat de etalagefunctie ook kan worden ingezet voor onafhankelijke makers. De NPO kan zo een YouTube/Dumpert tegenhanger worden, een ecosysteem voor kwalitatief goede Nederlandse content.
De rest van het geld moet naar (onderzoeks)journalistiek en documentaires die buiten omroepen om worden gemaakt. Ook online-only-content. In een democratisch systeem waarin makers (dat kunnen nieuwsbedrijven als kranten en tijdschriften zijn, maar ook zzp-journalisten) onderwerpen kunnen pitchen.
Het publiek kan ook onderwerpen aandragen en bepalen, naar het voorbeeld van crowdfunded journalistieke platformen als Yournalism , TPO, FTM. Met het verschil dat het hier om belastinggeld gaat, in plaats van eigen bijdragen van consumenten. Zo wordt de afspiegeling van de maatschappij die de NPO hoort te waarborgen sterk verbeterd.
Nico Haasbroek, journalist en ex-hoofdredacteur NOS Journaal.(lid werkgroep APO)
Acht initiatieven zou ik op mijn verlanglijstje zetten om de sectie nieuws en informatie een kwalitatieve impuls te geven. Weg met de bureaucratie en de jansaliementaliteit.
1) Ik zou om te beginnen een prijsvraag uitschrijven waaraan zowel de traditionele omroepen als buitenproducenten en lokale/regionale omroepen mogen meedoen. Ik zou vragen om nieuwe programma-ideeën voor tv, radio en online. Goedgekeurde plannen mogen worden uitgevoerd en krijgen een prominente plaats in het uitzendschema. (Een kwart van het budget.)
2) 25 procent van het beschikbare budget zou ik besteden aan verbetering en uitbreiding van de onderzoeksjournalistiek. Daarbij zou ik focussen op de ontwikkeling van datajournalistiek, nieuwe WOB-projecten en onthullingen van klokkenluiders. Programma's die aan researchjournalistiek doen, kunnen hiervoor voorstellen indienen.
Verdere aanbevelingen:
3) Geef goede programma's een stimuleringspremie, meer zendtijd en betere uitzendtijden. Voorbeelden: Tegenlicht, Buitenhof en Zondag met Lubach.
4) Richt een (divers samengestelde) redactie op met de beste mediamakers op het gebied van tv, radio en onlinejournalistiek, mensen als Joris Luyendijk, Clairy Polak, Rob Wijnberg en Wim Schippers, aangevuld met nu nog minder bekende jonge talenten, om:
- Gevraagd en ongevraagd nieuwe ideeën te bedenken en bestaande nieuws- en achtergrondprogramma's te bekritiseren.
- Zich bezig te houden met zeven van de hier genoemde acht initiatieven.
Deze redactie krijgt het resterende budget van 100 miljoen euro om te garanderen dat veel van hun aanbevelingen ook worden uitgevoerd.
5) Doe meer met informatie uit en over het buitenland.
6) Houdt het informatieve gehalte tijdens de periode mei-oktober op peil.
7) Maak een plan om de overgang van nieuws en informatie oude stijl naar de toekomst te realiseren.
8) Bedenk een betere procedure voor het snel brengen van groot nieuws. De NPO moet één hoofdredacteur aanstellen die op het gebied van de journalistieke inhoud meer te zeggen moet krijgen dan leden van de raad van bestuur, netmanagers en omroepbaasjes.
Tenslotte: stop met zeuren over amusement. Het boek van Joris Luyendijk over de banken, Dit kan niet waar zijn, is omgetoverd in een dansvoorstelling. Dat is pas amusement!