Wat Tommy Wieringa niet verzon
Veel aandacht voor Tommy Wieringa, genomineerd voor de AKO-prijs met zijn vierde boek Joe Speedboot. Het Groningse blad Tzum draagt een steentje bij door voormalig plaatsgenoot Wieringa (hij studeerde enige tijd geschiedenis in Groningen, totdat de fictie hem riep) op de cover te zetten, hem te interviewen en de vaste...
Daarin aantekeningen die de schrijver dit voorjaar maakte inAlexandrië. Mooie observatie van een duivenvoerder in Anfouchi:'Hij neemt een hap graan in zijn mond, pakt een duif en steektde snavel tussen zijn lippen. Met kracht blaast hij het graan inde krop van het dier. Dit herhaalt hij een keer of vijftig, totze allemaal gevoerd zijn.' Het interview van Coen Peppelenbosbevat verrassingen voor de lezer van Joe Speedboot die Wieringaeen rijke verbeelding toedicht. Die heeft hij ook, maar daarmeemaakt hij 'de omtrek van een verhaal. Voor de invulling heb ikde werkelijkheid nodig, want daar ligt de rijkdom.'
In zijn veelgeprezen roman vertelt Fransje Hermans, dedorpsjongen uit Lomark die na een ongeluk met een grasmaaierweken in coma ligt, daaruit komt en alleen nog zijn rechterarmkan bewegen, over de wonderbaarlijke uitvinder die zich JoeSpeedboot noemt. Fysieke tegenpolen die elkaar wel mogen.Fantasiefiguren die het dorp kleur geven.
In Tzum legt Wieringa uit, dat zijn fantasie ook hier doorde werkelijkheid is geprikkeld: op zijn lagere 'Vrije' school zatde jongen Rutger Boots, die na een ongeluk maanden in coma lag,daaruit kwam en alleen nog de beschikking had over zijnrechterarm. In de voorafgaande maanden 'zeiden we elke ochtendeen antroposofisch gebed voor hem', zegt Wieringa, die het beginreciteert: 'Ik zie rond in de wereld waarin de zon haar lichtzendt, waarin de sterren fonkelen.' Maar dat is de traditioneleochtendspreuk van Rudolf Steiner, waarmee sinds tijden alleantroposofische scholen de dag beginnen! Ofwel weet Wieringa ditniet, ofwel verfraait hij de werkelijkheid, door in hetvraaggesprek te doen of dit gebed speciaal voor de onfortuinlijkeBoots was bestemd.
En ook Joe Speedboot is gebaseerd op een levend voorbeeld:de kunstenaar Joost Conijn (wiens naam abusievelijk wordt gespeldals Konijn), die als afstudeerproject voor de Rietveldacademieeen vliegtuig bouwde en daarmee is opgestegen in de woestijn vanMarokko. Met Conijn voerde Wieringa bij wijze van research enkelegesprekken. Hoe bouw je een vliegtuig, vroeg hij. Dat is simpel,antwoordde Conijn: 'Je zet een stoel neer en daaromheen bouw jehet vliegtuig.'
Dat zijn nou one-liners die de schrijver kreeg uit dewerkelijkheid. Speedboot is natuurlijk niet de ware naam van dewonderdoener. In het boek heet zijn moeder Ratzinger. Driemaanden nadat de roman verscheen, werd kardinaal Ratzinger denieuwe paus.
'Een godsgeschenk', zegt Wieringa: toen de werkelijkheid zichnaar zijn fantasie voegde, wist hij dat hij goed zat.