Taalgebruik!De poëzie ligt op straat
Wat open jij voor mij als ik voor jou dicht?
‘Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is’, dichtte K. Schippers (1936-2021). En dat veel taalgebruik poëzie is of zou kunnen zijn, voegen wij daar met een wekelijks groeiende verzameling aan toe.
Waar wordt gedicht, is ‘open’ nooit ver weg. Lex van der Burg, Thea Gielleit, Els van Hoevelaak en Paula van der Last lazen deze dichtregels (Wat open jij voor mij/ als ik voor jou dicht) op een muur in het hofje ‘De Armen de Poth’, aan de Poth in Amersfoort. ‘Ik vind dit zo’n rake (woord)vondst van voormalig stadsdichter Cees van Weerd’, schrijft Van Hoevelaak erbij.
Poëzie op straat gaat wel vaker over de poëzie zelf. Frank de Leeuw zag deze handgeschreven tekst op het raam van de bibliotheek op de Groenmarkt in Dordrecht. Het gedicht (Ik kende deze woorden al/ maar nog niet/ in deze volgorde/ dat ze mij raakte) is van ene Juno, zo te zien (die overigens de laatste -n vergeten lijkt te zijn). ‘Zal deze tekst de komst van de glazenwasser overleven?’, vroeg De Leeuw zich in oktober 2021 af. Dat lijkt gelukt, want Janneke Schuppert trof de tekst eind februari van dit jaar op hetzelfde raam.
Stuur de foto van de door u gevonden, al dan niet onbedoelde, poëzie met datum en vindplaats naar taal@volkskrant.nl
Lees hier alle afleveringen van alle rubrieken van de pagina Taalgebruik! uit de Volkskrant.