Wat is de sleutel tot succes van Deense fotografen?

Fotografen uit Denemarken gooien elk jaar hoge ogen bij de uitreiking van de World Press Photo Awards. Wat is het geheim van het succes?

Susanne Geuze
De winnende foto van de eerste World Press Photo of the Year Award in 1955. Beeld Mogens von Haven
De winnende foto van de eerste World Press Photo of the Year Award in 1955.Beeld Mogens von Haven

Een gestrekt been steekt vreemd de lucht in, aan de voet een laars. Achter de gevallen figuur lopen flinke bandensporen en op de voorgrond schuift een motorfiets door het opdwarrelende stof. Met deze zwart-witfoto, gemaakt tijdens een wereldkampioenschap motorcross, won de Deense fotograaf Mogens von Haven (1917-1999) in 1955 de allereerste World Press Photo of the Year Award. Zestig jaar later wint opnieuw een Deen de prestigieuze prijs voor de beste persfoto van het jaar. Toeval?

Persfotografie van wereldformaat

Dat de eerste winnaar een Deen was, mag arbitrair heten; dat Mads Nissen de prijs dit jaar won, is dat allerminst. Denemarken is de laatste twee decennia uitgegroeid tot land met persfotografie van wereldformaat. Drie van de vier Denen die hun werk tot nu toe bekroond zagen met de World Press Photo kregen hem in de afgelopen vijftien jaar. Ter vergelijking: in de geschiedenis van de door Nederland georganiseerde wedstrijd won niemand uit ons land de hoofdprijs. Wat is het geheim van het Deense succes?

Een fotojournalist moet meer dan ooit journalist zijn. Bestond het werk van persfotografen heel vroeger uit het verzorgen van kiekjes ter illustratie van krantenberichten, nu we allemaal de hele dag door foto's kunnen maken met onze smartphone, moet een goede persfoto zich onderscheiden met een eigen, goed uitgezocht verhaal áchter het beeld. De Amerikaanse fotojournalist Ed Kashi vergeleek zijn beroep met dat van een automonteur: 'Toen ik in de jaren tachtig begon, moest ik een oliefilter kunnen vervangen. Nu verwacht men dat ik de hele auto bouw.'

Verhalenvertellers

Deense fotografen liepen voorop in de vernieuwing van het vak, die zich in de jaren negentig voltrok. Fotografen als Joachim Ladefoged (45) en Jan Grarup (47), winnaars van WPP-prijzen in uiteenlopende categorieën, vormden de inspirators voor de eerste generatie Deense fotojournalisten van de 21ste eeuw. 'Zij veranderden de opvattingen van fotografen door zelf verhalenvertellers te worden', zegt Thomas Borberg, chef fotoredactie van de Deense kwaliteitskrant Politiken en werkgever van Mads Nissen.

Nissen is zo'n verhalenverteller. Hij bijt zich het liefst een maand of drie vast in een onderwerp. In een tijd waarin kranten het zwaar hebben, is het niet makkelijk geld vrij te maken voor grote series, maar in Denemarken is het werkklimaat gunstig. Deense kranten hebben dankzij een sterke vakbond veel fotografen in vaste dienst, terwijl die in andere landen vaak freelancer zijn geworden. Door hun solide positie ervaren de Denen minder prestatiedruk en hebben ze de rust om te werken aan langere projecten.

Er zijn meer redenen voor deze aanpak. 'We moeten discussiëren over de foto's', zegt Borberg. 'Daarvoor is een stabiele, vertrouwde omgeving nodig waarin fotografen elkaars werk durven te bekritiseren. Na een opdracht van drie dagen kom je vaak met tweeduizend foto's thuis, terwijl je er vijf kunt plaatsen. Als dan geen ruimte is voor eerlijk overleg, kom je nooit tot die ene foto die eruitspringt.'

William Kentridge: More Sweetly Play the Dance (2015), videostill. Beeld William Kentridge
William Kentridge: More Sweetly Play the Dance (2015), videostill.Beeld William Kentridge

Palestijnse jongens

Het effect is zichtbaar in het werk van de Deense fotografen. Het is geëngageerd, gaat over het alledaagse leven en toont de menselijke kant achter het harde nieuws. Zoals de fotoserie waarmee Jan Grarup in 2001 de eerste WPP-prijs pakte in de categorie People in the news stories, over een generatie Palestijnse jongens. Grarup fotografeerde hen gedurende de hele dag: terwijl ze op straat stenen gooien naar Israëlische troepen, maar ook spelend met een vlieger en thuis in bad. Het Midden-Oostenconflict vanuit een menselijk perspectief.

Vraag fotoredacteuren van grote Deense kwaliteitskranten waarom Denemarken zo veel talenten telt, en ze zeggen allemaal hetzelfde: Aarhus. In die Deense kustplaats opende in 1992 een opleiding fotojournalistiek. Deze vierjarige studie staat zeer goed aangeschreven. Gerenommeerde fotografen als Joachim Ladefoged (die drie keer een WPP-onderscheiding won) geven er les. Alleen de grootste talenten komen binnen: van de minstens honderd aanmeldingen per jaar worden zestien studenten aangenomen. Mads Nissen studeerde er in 2007 af.

Vanwege de veranderde markt moeten fotografen niet alleen technisch goed werk leveren, maar ook kunnen interviewen en de journalistieke ethiek kennen, beaamt Lars Boering, directeur van World Press Photo. Daarom is de goede opleiding zo'n belangrijke verklarende factor voor het Deense succes. Studenten lopen achttien maanden stage bij een grote krant als Berlingske of Politiken. Ze krijgen dezelfde taken als gewone medewerkers.

En dan is er nog iets: sinds eind jaren negentig weten de Denen de wereldtop van de fotografie naar hun land toe te halen voor jaarlijkse conferenties, waar niet alleen fotografen, maar ook journalisten samenkomen om te discussiëren over het vak en elkaars werk. In dat soort bijeenkomsten schuilt misschien wel de belangrijkste reden voor de Deense triomf: ze snappen dat je van samenwerken sterker wordt. Refner: 'Als ik mijn geheugenkaartje ergens laat liggen, komt de fotograaf van Politiken het vriendelijk terugbrengen.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden