Aankondigingkinderen de baas

Wat als kinderen de regels bepalen? De Volkskrant gaat het experiment aan in nieuwe serie

Wat als de kinderen het voor het zeggen krijgen over schermtijd, bedtijd of eten? De Volkskrant neemt in de serie ‘Kinderen de Baas’ de proef op de som. Deskundigen vertellen wat zij hiervan verwachten.

Kustaw Bessems
null Beeld Sophia Twigt
Beeld Sophia Twigt

Hoe lang mogen gezinsleden op een scherm? Wie doet welke huishoudelijke taakjes? Wordt er huiswerk gemaakt? Wat eten we? En hoe laat moet iedereen naar bed? In de serie Kinderen de Baas volgt de Volkskrant gezinnen waarbinnen de kinderen dit een poosje mogen bepalen. Doel is om meer te weten te komen over grenzen stellen én vrijheid bieden in de opvoeding.

Drie deskundigen zullen steeds de resultaten van het experiment duiden. Wat verwachten zij daarvan? ‘Mijn intuïtie zegt dat kinderen het heel leuk gaan vinden om het meer voor het zeggen te krijgen’, aldus hoogleraar pedagogiek Geertjan Overbeek. ‘Maar sommige kinderen zouden ook gestrest kunnen raken van de verantwoordelijkheid.’

Losgaan

Waar hij nieuwsgierig naar is: ‘Gaan de kinderen los of pakken ze toch iets van verantwoordelijkheid? Ik denk dat ze niet helemaal los gaan. Met name kinderen die gewoonlijk al meer worden gestimuleerd om na te denken over regels of daar uitleg over krijgen, zullen misschien wat regels van hun ouders intact laten.’

‘En het is interessant om te zien hoe ouders omgaan met zo’n situatie. Lukt het ze om de kinderen echt vrij te laten? Ik denk dat het lastig is voor hen. Ze zijn zo gewend om het voortouw te nemen. Hun handen soms zullen jeuken. Gaan ze niet toch heel stiekem proberen om bij te sturen?’

De video’s verschijnen op volkskrant.nl en op de socialemediakanalen van de krant, de geschreven verhalen komen om de twee weken op zaterdag in Volkskrant Magazine. Elk van de gezinnen behandelt één opvoedkwestie, zoals schermtijd of huiswerkregels.

Bekijk hier de trailer voor het project:

Marielle Beckers, orthopedagoog en gezinscoach, denkt dat kinderen vooral die regels zullen handhaven die hen niet alleen zijn verteld, maar die ook door ouders zijn voorgeleefd. Dus niet alleen zeggen dat groenten gezond zijn, maar daar zelf ook met smaak van eten.

Frictie

Zij ziet niet alleen mogelijke frictie tussen ouders en kinderen. ‘Ik verwacht dat het overleg tussen de kinderen onderling ook strubbelingen zal geven.’ De kinderen in ieder gezin moeten namelijk gezamenlijk nieuwe regels opstellen. ‘Vanaf 8, 9 jaar oud kunnen kinderen een klein beetje vooruitdenken en plannen. Voor jongere kinderen is dat nog erg moeilijk. Als dat conflict uit de hand loopt, heb je normaal de ouders die zeggen: jij doet dit, jij doet dat. Nu mag dat niet. Misschien zeggen de kinderen na drie dagen wel: geef me de regels terug, want dit werkt niet.’

Die optie is er, voor zowel kinderen als ouders. Aan het begin van het experiment krijgt het gezin een toeter en een bel. Wie op de toeter drukt, beëindigt per direct het experiment. Dat is een soort nooduitgang. Door de bel te luiden kan ieder gezinslid een familieberaad bijeenroepen om te overleggen.

‘Dat de kinderen de baas zijn, zou onveilig voor ze kunnen voelen’, zegt de derde deskundige, ontwikkelingspsycholoog en gezinstherapeut Steven Pont. ‘Ik kan me ook voorstellen dat ouders het aan hun kind zien: uit stoerheid wil je niet toeteren, maar ik zie dat je ontregeld bent. Uiteindelijk blijven de ouders natuurlijk verantwoordelijk voor het welzijn van het gezin.’

Veilige kaders

Regels, beheersing zijn volgens Pont namelijk nodig ‘om veilige kaders te bieden’. ‘En om je goed te kunnen ontwikkelen heb je juist grenzen nodig. Het zou me niet verbazen als kinderen eerst vooral de winst zien van de baas zijn, maar later merken wat ze hebben verloren. Voor ouders zou het belang van je regels kunnen worden bevestigd, omdat ze meemaken hoe het gezin ontspoort zonder die regels. Vooral in een gezin met een vrij autoritaire opvoeding, is de stap naar het loslaten van regels veel groter. De ervaren vrijheid zal groot zijn, maar de ontregeling mogelijk ook.’

‘Maar het zou bij ouders ook andersom kunnen gaan’, vervolgt Pont. ‘Dat ze eerst denken: o, gaat dat wel goed? En dat ze later merken dat ze er normaal te veel bovenop zitten en best meer aan kinderen kunnen overlaten dan ze dachten.’

Een van de meerwaarden van het experiment is volgens Pont dat kinderen gevolgen van hun beslissingen meemaken. ‘Je kunt kinderen dingen vertellen, maar ze snappen iets vaak pas als ze het ervaren. Je kunt een kind zijn eigen bedtijd laten regelen. Dat-ie dommelt, chagrijnig wordt, viertjes en vijfjes haalt. Dan ervaart een kind: o, wacht even, daarom moet ik om negen uur naar bed. Wij willen dat als ouders alleen te graag voor zijn. In dit experiment gaan we het wél meemaken.’

Overbodigheid

‘Misschien’, denkt Pont, ‘kunnen ouders na het experiment van sommige regels afspraken maken. Dat zijn verschillende dingen. Een regel is hiërarchisch, een afspraak is: hoe komen we hier samen uit, zijn we er allebei mee akkoord? Tijdens het opgroeien hoop je steeds meer van regels naar afspraken te gaan. Je duwt meer verantwoordelijkheid naar je kind toe. Het ouderschap is gericht op de eigen overbodigheid. Ouders vinden vaak dat ze dat te snel moeten doen. Kinderen vinden vaak dat het niet snel genoeg gaat.’

Geertjan Overbeek hoopt dat het experiment laat zien dat er niet zo snel veel mis gaat. ‘Het gaat over het algemeen goed met de opvoeding in Nederland. Ouders doen intuïtief veel goed. Warm genoeg, sensitief genoeg, consequent genoeg. Kinderen zijn heel verschillend. Ouders zijn vaak in staat om goed te zien wat hun kind nodig heeft. En als ouders een goede band hebben met hun kinderen, worden die kinderen ook ontvankelijker voor regels en afspraken.’

‘Toch is er veel bezorgdheid over opvoeding. Veel onzekerheid en stress. Soms vraag ik me af of wij het als pedagogen niet aanwakkeren met al onze adviezen. Ouders denken daardoor: er is kennelijk één goede manier om het te doen. Er is sterke publieke opinie over wat goed opvoeden is. Opvoeders lijken ook te denken dat het meteen heel erg is als het één keer niet goed gaat.’

Maar dat hoeft niet per se het geval te zijn. ‘Als je een keertje niet consequent was bijvoorbeeld, dat snapt een kind heus wel. Zelfs die ene keer dat je je zelfbeheersing verloor, is niet meteen een ramp. We leggen de lat erg hoog. En ouders zijn te bang om te praten over dat soort momenten waarop het even minder goed gaat.’

Onzekerheid

Ook Beckers ziet de laatste jaren meer onzekerheid bij ouders. ‘Ze vinden het lastig om af en toe tegen hun kinderen te zeggen dat ze iets gewoon niet willen. En dat ze niet altijd hoeven uit te leggen waarom, dat het ook weleens is: omdat ik het zeg. Ouders kunnen er bovendien minder goed tegen als hun kind boos wordt of verdrietig, omdat ze denken: ik ben geen goede ouder. Ik zie ook gezinnen die het écht heel moeilijk hebben. Daardoor kan ik andere situaties goed relativeren. Dat zeg ik ook tegen ouders: zolang je liefde geeft en je kind voelt zich gehoord, kun je best eens je kind naar z’n kamer sturen, dan is het niet meteen getraumatiseerd.’

Bij het zoeken naar gezinnen die wilden meedoen, merkte de Volkskrant dat ouders vooral worstelen met één onderwerp: ‘Hoe lang mogen mijn kinderen op een telefoon of tablet, wanneer mag mijn kind een eigen telefoon, wat mogen ze daarop kijken?’ Dit hoort Beckers ook terug in haar praktijk. Hierover gaat ook meteen de eerste aflevering van ‘Kinderen de Baas’.

Vanaf 21 maart op volkskrant.nl en in Volkskrant Magazine: Kinderen de Baas.

De eerste aflevering van ‘Kinderen de Baas’ gaat over schermtijd. Beeld Jaap Scheeren
De eerste aflevering van ‘Kinderen de Baas’ gaat over schermtijd.Beeld Jaap Scheeren

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden