Animatie
Waltz with Bashir
Virtuoze animatie als filter over gruwelijk verleden
Zesentwintig bloeddorstige honden, grommend voor zijn huis; een nachtelijke duik in de Middellandse zee, met uitzicht op kapot geschoten flatgebouwen. Deze telkens terugkerende droombeelden zijn de enige herinneringen die televisieregisseur Ari Folman na twintig jaar nog resten van de Libanese Burgeroorlog (1975-1990), waaraan hij deelnam als infanteriesoldaat van het Israëlische leger.
Om weer te beseffen wat zijn aandeel was in de slachtpartijen in Sabra en Shatila, waarbij christelijke Falangisten honderden Palestijnen vermoordden zonder tussenkomst van de Israëliërs, zocht Folman verschillende bevriende veteranen op. Ze bleken met dezelfde problemen te kampen: zo veel invloed als de oorlog ongetwijfeld op hun levens heeft gehad, zo groot waren de gaten in hun herinnering aan die periode.
Gaten die Folman in het briljante Waltz With Bashir met animatie probeert te dichten, en soms juist groter maakt.
Folman legde de interviews op video vast, om ze vervolgens door animatiekunstenaars over te laten tekenen. Het stelde hem in staat om de setting van de gesprekken pardoes te verlaten voor een psychedelische vlucht naar het verleden, en droom en werkelijkheid, feit en fictie, of de Libanese Burgeroorlog en WO II naadloos in elkaar te laten overvloeien.
De interviews zelf zien er dan nog het meest realistisch uit, en suggereren wat de film zonder animatie gemakkelijk had kunnen worden: een traditionele afwisseling van pratende hoofden, die de burgeroorlog alleen met woorden tot leven hadden gewekt.
Opvallend is hoe emotieloos en nonchalant Folmans gesprekspartners over de oorlog praten, en dat de gruwelijkste bekentenissen worden verteld alsof het gewone anekdotes zijn. Die griezelige gelatenheid vertaalde zich in een strakke, bedrieglijk cleane stijl: de personages lijken wel mechanisch bewegende slaapwandelaars.
Diezelfde bedrukkende beheersing maakt zich herhaaldelijk meester van de soundtrack: wanneer een van de mannen vertelt hoe zijn divisie in een boomgaard op een minderjarige Libanees met een bazooka stuitte, worden het mitrailleurgeratel en de gruwelijke dood van de jongen ingebed in een sereen pianoconcert van Bach.
En zo speelt Waltz With Bashir voortdurend met afstand. Niet alleen met de afstand die de veteranen tot hun verleden scheppen, maar ook met de afstand die je als toeschouwer voelt (of wilt voelen) bij een traumatische geschiedenis die niet de jouwe lijkt, bij troebele ooggetuigeverslagen, of bij beelden die beginnen als een oorlogsreportage en eindigen als een apocalyptische nachtmerrie.
Dat spel had Folman zonder animatie nooit zo effectief kunnen spelen – en dat niet alleen door de creatieve vrijheid die de animatietechniek hem opleverde. Voortdurend ligt de animatie als een filter over de gebeurtenissen.
Onbesuisde schietpartijen en standrechtelijke executies worden er net zo onwerkelijk en ongrijpbaar van als de hallucinatie van een veteraan, die vlak voor zijn nachtelijke aankomst in Libanon fantaseert hoe een reusachtige naakte vrouw naar zijn schip gezwommen komt en hem, aan haar borst geklemd, al rugzwemmend meevoert.
Wanneer aan het einde van Waltz With Bashir het filter wegvalt, alle zorgvuldig opgebouwde afstand verdwijnt en de film voor het eerst authentieke opnamen van de massaslachtingen toont, komen die dan ook dubbel zo hard aan.
Een virtuoze animatiefilm, een complex document over een zwarte bladzijde uit de Israëlische geschiedenis, én een knap essay over schuld, boete en de zelfbeschermende werking van het geheugen – Waltz With Bashir is het allemaal.