De week in boeken

Waarom ‘foute’ boeken nuttig zijn

Foute boeken bestaan niet, verderfelijke boeken wel, en ze moeten vooral beschikbaar blijven.

Wilma de Rek
Willy Schermelé, Het Groote Negerboek, 1932. Beeld
Willy Schermelé, Het Groote Negerboek, 1932.

Foute boeken zijn net zoiets als guilty pleasures: ze bestaan niet. Slechte boeken bestaan wel, gore boeken ook, vieze vuile smerige kloteboeken: die bestaan allemaal, maar foute boeken dus niet. Het tegenovergestelde van een goed boek is een slecht boek. Maar ‘fout’ ruikt naar verbod en verbranding.

Dat gezegd hebbend: ga de komende maanden vooral naar museum Meermanno in Den Haag, waar zondag 20 oktober de tentoonstelling Foute boeken? opent. Het is een fijne tentoonstelling en het museum is het voormalige woonhuis van een baron die van behang hield – zulk mooi behang zie je zelden. Foute boeken?, samengesteld door gastconservator Bert Sliggers, laat boeken zien die ‘door een veranderende tijdgeest en voortschrijdend inzicht ‘eigenlijk niet meer kunnen’.’ Je treft er boeken van kwezelige christenen die waarschuwen voor de gemene Jood, boeken met ophitsende teksten van enge jihadisten, boeken vol vuige nazipropaganda en natuurlijk de geplaagde Jip & Janneke.

Nu staat mijn eigen boekenkast toevallig vol met boeken die ‘eigenlijk niet meer kunnen’. Boeken waarin onnozele vrouwtjes zich gewillig aan het rapier laten rijgen van de eerste de beste besnorde huzaar en voor de trein springen als ze worden gedumpt. Boeken waarin dieren worden bejaagd, gestoofd en opgegeten. Boeken waarin wordt gerookt, gedronken, gevlogen. En dan is er de zolder waar de verwerpelijke sprookjesboeken naast de verderfelijke kinderboeken staan, waaronder het – ook in Meermanno tentoongestelde – De Negerhut van oom Tom (in de incorrecte vertaling). Schrijfster Harriet Beecher Stowe knalt er meteen op de eerste pagina’s hard in met een scène waarin op een gure februaridag twee slavenhandelaren bij een glas wijn over hun ‘waar’ zitten te praten als een klein jongetje de ruimte betreedt. ‘Vooruit Jim, laat meneer eens zien hoe je kunt dansen en zingen’. Met een helder stemmetje begon het kereltje een wild, dwaas negerliedje te zingen. Tegelijk maakte hij koddige bewegingen met zijn handen en voeten en hij draaide zijn hele lijfje precies op de maat van het liedje.’

Ja, het is vreselijk; maar het is ook erg prettig dat De Negerhut van oom Tom nog niet door de fouteboekenpolitie door de versnipperaar is gehaald, want Beecher Stowe noteert slechts hoe witte mensen in de negentiende eeuw over bruine en zwarte mensen dachten, en dankzij haar roman kunnen we daar nog altijd kennis van nemen. Aan het einde van de tentoonstelling belanden bezoekers in een kamer waar ze ‘foute’ passages uit speciaal daartoe gemaakte boeken kunnen scheuren en aan een wand prikken. Ik hoop dat die wand helemaal leeg blijft.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden