Waardevolle essays in Foreign Affairs
Voor een serieuze discussie tussen de presidentskandidaten moet de Amerikaanse kiezer niet bij de talrijke televisiedebatten zijn. De kwaliteit van de make-up lijkt bij die gelegenheden belangrijker dan de kwaliteit van de argumenten....
Een tegenwicht komt van Foreign Affairs. Dit gerenommeerde blad heeft de kandidaten uitgenodigd om hun gedroomde buitenlandbeleid bondig en helder uiteen te zetten. ‘Bondig’ is een relatief begrip. Het recente artikel van de conservatief Rudolph Giuliani is 5.909 woorden lang. Ruwweg 59 maal zo lang als een antwoord in een televisiedebat, maar korter dan de doorwrochte betogen in Foreign Affairs vaak zijn.
En de verhalen leveren krantenkoppen op. Giuliani’s betoog staat in het september/oktober-nummer. Toen het vorige week op het www.foreignaffairs.org werd geplaatst, was het aanleiding voor berichten in de New Yorkse kranten.
Schrijvend over het Midden-Oosten nam Giuliani, zoals wel vaker, duidelijker stelling dan zijn medekandidaten. Duidelijker ook dan president Bush. De veiligheid van Israël is een ‘permanent onderdeel van ons buitenlandbeleid’, schrijft Giuliani. Voor Palestijns zelfbestuur kan hij weinig enthousiasme opbrengen, terwijl de ‘twee-staten-oplossing’ door vrijwel iedereen in Washington is aanvaard, en door Bush wordt nagestreefd.
Giuliani: ‘Het is niet in het belang van de VS, op een moment dat we worden bedreigd door islamistische terroristen, om bij te dragen aan nog een staat die terrorisme zal ondersteunen. Een Palestijnse staat moet worden verdiend door duurzaam goed bestuur, een duidelijke belofte om terrorisme te bestrijden, en een bereidheid om in vrede met Israël te leven.’
In Giuliani’s stuk staat een ‘realistische vrede’ centraal. Hoewel we allemaal leden van ‘de 11/9-generatie’ zijn, betoogt hij dat niet de VS, maar de beschaving in brede zin door nihilistische terroristen werd aangevallen. Een agressieve reactie op groepen als Al Qaida moet worden gekoppeld aan ‘een vastberaden diplomatie’.
Het realisme van Giuliani gaat tevens schuil in de zin: ‘We kunnen geen vrede bereiken door teveel te beloven of toe te geven aan valse hoop.’ Hier zet hij zich opnieuw af tegen Bush, die zich in Irak liet leiden door hoop, en moeilijk na te komen beloften.
De discussie over Giuliani’s lijn begint net. Zijn filosofie zal worden aangevallen, geanalyseerd, en afgezet tegen die van Barack Obama, de Democraat die wil praten met Iran en Venezuela, maar niet bang zegt te zijn om terreurgroep Al Qaida in Pakistan aan te vallen. Obama’s eerder gepubliceerde verhaal contrasteert weer met dat van zijn partijgenoot John Edwards, wiens Democratische gedachtengoed momenteel naast dat van Giuliani te lezen is.
De essays zijn zo waardevol, omdat ze over de inhoud gaan. Geen gezeur over kapsels, wel argumenten en inhoud. Dat is de levendige ‘marktplaats van ideeën’ waar de gezonde Amerikaanse democratie op drijft.
Diederik van Hoogstraten