reportage
Waar je ook bent in Nederland, er is altijd een monument(je) voor een gevechtsvliegtuig uit WO II dichtbij
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn in Nederland bijna zesduizend gevechtsvliegtuigen neergestort. De Volkskrant bezocht vijf onopvallende monumenten, met elk een indringend verhaal.
Neergestort heet het imposante boek van historicus Gerard Groeneveld, kenner van de Tweede Wereldoorlog. Het is een vertelling in woord en veel (deels ingekleurde) foto’s over Vijftien vliegtuigverliezen in Nederland 1940-1945, zoals de ondertitel luidt. Het beschrijft de noodlotvluchten van geallieerde bommenwerpers en -jagers die onderweg naar oorlogsdoelen in Duitsland door vijandelijk vuur of motorpech te gronde werden gericht, waarbij ze te pletter sloegen of met veel geluk een noodlanding maakten.
In de luchtoorlog zijn in Nederland tussen de 5.500 en 6.000 geallieerde (merendeels Engelse en Amerikaanse) en Duitse toestellen neergestort. Deel uitmaken van de Royal Air Force of de Amerikaanse luchtmacht was hachelijk. Van de vliegers die zich in Europa bewogen boven vijandelijk gebied sneuvelde bijna de helft. Wie een crash doorstond, liep risico alsnog te worden doodgeschoten door de Duitsers of onderging loodzware detentie in krijgsgevangenschap.
Sommige doden kregen een graf op de erevelden zoals die op talrijke kerkhoven zijn te vinden. Van anderen werd na de crash niets teruggevonden, hun stoffelijke resten vermorzeld in het oorlogsgeweld. Nog ongeveer 1.085 vliegers staan in Nederland te boek als vermist – een aantal zal wellicht nog worden geïdentificeerd bij de voorziene berging van dertig tot vijftig van de ongeveer vierhonderd resterende vliegtuigwrakken in de Nederlandse bodem.
Niet de strategische overwegingen, niet de verschrikkelijke gevolgen van de bombardementen voor Duitse burgers (of Nederlandse, in het geval van vergissingsbombardementen zoals die op Nijmegen en het Haagse Bezuidenhout), nee, vooral de persoonlijke verhalen over de jonge kerels bij de bommenluiken, aan het boordgeschut, in de glazen geschutskoepels en de cockpit krijgen aandacht in Neergestort. Het levert spannende, onthutsende, heel soms komische maar vaker tragische verhalen op, die de gruwelen van de oorlog dichtbij brengen. Zoals het inkleuren van archieffoto’s door colourist Jakob Lagerweij het zwart-witverleden het heden in sleurt.
Geïnspireerd door Groenevelds boek zocht de Volkskrant vijf plekken op waar vliegtuigen crashten; net zomin als de vijftien in Neergestort zijn ze representatief, wel exemplarisch. Wat die vijf locaties gemeen hebben: ze zijn prachtig gelegen, bij bossen, aan zee en in eenzame velden. Ze worden niet gemarkeerd met monumenten van pracht en praal, maar met eenvoudige middelen – een halve propeller, een zwerfkei – en informatiepanelen met achterstallig onderhoud: vervagende foto’s, teksten met vochtvlekken, verkleurend kunststof.
Ideale plekken om op zomerse dagen te bezoeken. Om de talloze, bijna vergeten tragedies te gedenken die plaatsvonden waar nu schapen grazen, zeilbootjes varen, kinderstemmen kwetteren. En om na te denken over manieren om de herinnering voor toekomstige generaties levend te houden, als weer, wind en tijd het feitenrelaas op de panelen verder verkruimelen.
Herkingen
Het dorp Herkingen, aan de zuidkust van het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee, ademt een aangenaam kleinschalige jarenzestigsfeer. In het centrum staan veel wederopbouwhuizen – een indirect gevolg van de watersnood van 1953, die het dorp zwaar trof. Oudere fietsers naderen paarsgewijs het restaurant bij de haven. Zeiljachten worden in juni op opleggers over straat van de winterstalling naar de jachthaven gereden.
Loop vanaf het haventje oostwaarts over de immense zeedijk – het is alsof je zweeft boven de lage polder links en het slik rechts – en na een kilometer zie je het herdenkingspaneel voor het (Engelse) Bristol Blenheim jachtvliegtuig dat op de eerste oorlogsdag, 10 mei 1940, een kilometer uit de kust een noodlanding maakte.
De Blenheim maakt deel uit van een groep van zes vliegtuigen die boven vliegveld Waalhaven bij Rotterdam het gevecht aangaan met de oprukkende Duitsers. Het toestel van piloot Dickie Haine en navigator Marcus Kramer wordt geraakt door salvo’s van Duitse Messerschmitts, waarbij het glas van het instrumentenpaneel en de versplinterde ruiten de mannen aan het gezicht verwonden. Haine weet het toestel rakelings over een bomenrij te manoeuvreren, waarna het in het slik van de Grevelingen landt.
De mannen waden door het kniehoge water naar de dijk en worden in de boerderij Krammerzicht in de polder verwelkomd met eieren en spek. Nederlandse soldaten komen poolshoogte nemen, argwanend omdat er veel angst is voor infiltrerende Duitsers in vermomming.
Haine en Kramer worden, terwijl het oorlogsgeweld voortduurt, naar Hoek van Holland gedirigeerd. Daar gaan ze aan boord van het Engelse fregat de HMS Hereward. In de hectiek ziet Haine een gezelschap vooraanstaande dames en heren aan boord komen: ‘In de verwarring worstelde een tamelijk omvangrijke dame, omringd door haar secondanten, om haar reddingsvest aan te krijgen.’ Het is koningin Wilhelmina met haar gevolg. Vijfenhalf uur later vaart de Hereward Harwich binnen.
Van het squadron van zes Blenheims keert er slechts één na de missie terug in Engeland. Zes bemanningsleden sneuvelen.
Hank
De Oranjepolder onder het Brabantse Hank ligt aan natuurgebied de Biesbosch, verderop gloort de Amercentrale in Geertruidenberg. Zwaluwen en een valk vliegen over de velden, die door B-weggetjes worden doorsneden. Een boerderij, de Oranjehoeve, is lang geleden verlaten, achter de ramen op de bovenverdieping hangen vergeelde vitrages en gordijnen. Die hoeve heeft het drama van 1944 gezien.
Op een driesprong tegenover de hoeve springt het monument Verzet, Vrijheid, Victory in het oog. Het staat daar ter nagedachtenis aan de bemanning van de zware Halifax bommenwerper die op 25 mei 1944 om 01.30 uur in de polder neerstort. Het monument bestaat uit propellerbladen van het vliegtuig op een sokkel. De twee bladen vormen samen een in de zon glanzende V. Aan de voet liggen verdroogde bloemen – nog steeds wordt de bemanning geëerd.
De Halifax van de Britse Royal Air Force voert, met nog 431 andere bommenwerpers, een aanval uit op spoorwegemplacementen bij Aken. Er gaan 25 toestellen verloren. De LV905 van piloot Eric Wilson wordt op de terugvlucht door de Duitsers onder vuur genomen en stort neer bij Hank. De voltallige zevenkoppige bemanning komt om het leven, de resten van vijf mannen raken bij de crash vermist.
In 2005 laat de gemeente Werkendam (waarvan Hank nu deel uitmaakt) in samenwerking met een daartoe opgerichte stichting het wrak bergen. De stoffelijke resten van de bemanning worden gevonden en in aanwezigheid van familie bijgezet op een ereveld in Nijmegen.
Op het informatiepaneel staan, behalve foto’s van de bemanningsleden, ook afbeeldingen van een Canadees muntje van 25 cent uit 1943 en van een polshorloge. De wijzers zijn stil blijven staan op half twee, het tijdstip van de crash. De bemanning, afkomstig uit Engeland, Canada, Zuid-Afrika en Rhodesië (het tegenwoordige Zimbabwe), vormde een hechte vriendengroep. Ze noemden hun toestel Willy, naar piloot Wilson.
Apeldoorn
Berg en Bos, aan de westrand van Apeldoorn, is een toeristische hotspot, met de Apenheul, attractiepark Julianatoren, zwembad het Boschbad, het grootste openluchtbad van Nederland en de lommerrijke, bosbesrijke Veluwe. Jeugdige zwemmers dobberen in het water, roetsjen van de glijbanen of liggen gestrekt op hun handdoeken in de schaduw. De kinderstemmen mengen op deze tropisch hete dag met het fluiten van de vogels.
Locatiemanager Patrick Versteeg komt uit de receptie tevoorschijn om me naar het monument te brengen dat bij de kanovijver is opgericht ter ere van de 24-jarige Amerikaanse vliegenier Kyle Scott Smith. Die verongelukte hier op 26 november 1944 met zijn B17-bommenwerper. Nu en dan, vertelt Versteeg, komen er nog belangstellenden naar de zwerfkei met plaquette, ze hoeven geen entree te betalen: ‘We herkennen degenen wel die speciaal voor het monument komen.’
De viermotorige B17, bijgenaamd Little Guy, heeft een bombardement uitgevoerd op spoorwegen bij Osnabrück en vertoont tijdens de vlucht defecten. Al op de heenweg valt een motor uit, waardoor de snelheid van het vliegtuig afneemt. Later begeven nog twee motoren het door oververhitting. Scott Smith geeft de bemanning de opdracht met de parachute te springen, hijzelf blijft nog aan boord. Er zijn nog twee zware bommen aan boord en omdat hij inschat dat het vliegtuig het hart van Apeldoorn zal raken, vreest hij een catastrofe onder de bevolking. Hij besluit Little Guy op één motor weg te manoeuvreren van de stad. Het toestel verliest steeds meer hoogte en crasht uiteindelijk in de kanovijver.
Buurtbewoners horen het gebulder van de motor boven hun huis en een tel later de explosie. Drie jongeren klimmen een paar uur later over het hek van het zwembad en zien behalve het vliegtuigwrak in de vijver een uitgevouwen parachute. Ze trekken eraan – van de stof wordt in de oorlogsjaren vaak kleding gemaakt – en ontdekken dan pas dat de draden van het valscherm leiden naar het lichaam van Scott Smith, die half in, half uit het water ligt, iets verwijderd van het wrak.
De heldhaftige piloot ligt begraven op Heidehof in Ugchelen, vlak bij de plek waar hij verongelukte. Het monument is op 26 november 2007 onthuld, in aanwezigheid van nabestaanden van Scott Smith. In 2010 is het terrein nog eens doorzocht op restanten van het gecrashte vliegtuig, maar dat heeft behalve wat munitie en kleine wrakdelen geen belangrijke vondsten opgeleverd.
Een enkele keer, vertelt locatiemanager Versteeg, wordt er nog een patroon gevonden in het struweel rond de kanovijver. Voor het overige is het Boschbad weer de idylle die het sinds de opening in juni 1934 hoort te zijn.
Den Hoorn en Den Burg, Texel
Wie met de veerboot vanuit Den Helder op Texel aan land gaat, ziet na een kilometer links van weg N31 een bosje, waar het een gekwetter van belang is: er huizen honderden vogels en een imker heeft verdekt bijenkorven gestald. Langs het bosje loopt een onverharde weg naar het westen, aan het begin waarvan een minuscuul bordje op een paaltje (door vandalen een kwart slag gedraaid, waardoor het nauwelijks opvalt) verwijst naar een oorlogsmonument.
Na 200 meter wandelen is er links een hek. Daarachter ligt een bemoste zwerfkei met een rode papaver van klei erop, een plaquette, en nog een informatiepaneel met een grove aluminium lijst en door vocht aangetaste tekst.
In de Prins Hendrikpolder ten westen van het bos stortte in de nacht van 12 op 13 juni 1943 een Halifax bommenwerper neer, nadat het al beschadigde toestel door een Duitse jager was geraakt. Van de zeven bemanningsleden – zes Canadezen en een Engelsman – overleefden er vier, die krijgsgevangen werden genomen. De Engelsman werd bij zijn aanhouding door Duitse soldaten in zijn buik geschoten en overleed even later.
Eveneens bij Den Hoorn verongelukte de Nieuw-Zeelandse Flight Sergeant Peter McGeehan. Voor hem (voor zover ik kon nagaan) geen monument op de plek waar hij met zijn (van hout gebouwde, en daardoor lichte en snelle) Mosquito neerstortte in de duinen. Zijn graf is evenwel te bezoeken op de begraafplaats van Den Burg, waar hij op het ereveld rust te midden van 166 bemanningsleden van geallieerde bommenwerpers en jachtvliegtuigen die bij Texel sneuvelden.
In Groenevelds boek staat een aangrijpende (ingekleurde) foto van de dode, 21-jarige McGeehan. Hij ligt languit op een vlonder. Nadat hij met zijn Mosquito bommen heeft afgeworpen op locomotiefloodsen in het Duitse Paderborn wordt hij op de terugweg naar Engeland vanaf Terschelling onder vuur genomen en stort neer. Ook zijn navigator komt om bij de crash. Ze blijven onwetend van de gruwelijke gevolgen van hun actie bij Paderborn: bij het bombardement vallen 47 doden in de stad, onder wie 15 Russische dwangarbeiders.
McGeehan maakt op 30 januari 1943 deel uit van een voor de nazi’s vernederende aanval op de hoofdstad Berlijn. Op die dag, waarop de tiende verjaardag wordt gevierd van Hitlers machtsovername, zullen de nazikopstukken Hermann Göring en Joseph Goebbels radiotoespraken houden om de feestelijkheden luister bij te zetten. Maar zowel de toespraak van Göring in de ochtend als die van propagandaminister Goebbels ’s middags worden hevig verstoord door bombardementen – een tergende actie van de Mosquito’s, de eerste keer dat geallieerde bommenwerpers Berlijn weten te bereiken.
Op een portretfoto van McGeehan van de Royal New Zealand Air Force draagt de piloot het lintje van de Distinguished Flying Medal voor de aanval op de nazihoofdstad. Göring was er ooit prat op gegaan dat als er ook maar één vijandelijk vliegtuig het Rijksgebied zou binnenvliegen, ze hem ‘Meier’ mochten noemen. Tegelijkertijd toonde hij waardering voor het ontwerp van de Mosquito: ‘De Britten, die zich meer aluminium kunnen veroorloven dan wij, zetten een prachtig houten vliegtuig in elkaar dat in elke pianofabriek daar gefabriceerd kan worden.’
Blija/Farebuorren/Ferwerd
Het Friese land bij de Waddendijk glooit, wat toch verrassend is in de provincie van weiden en meren. Bij de dijk is het zelfs bultig en heuvelachtig. Zwarte paarden grazen tussen de ophogingen die vermoedelijk restanten zijn van kustbescherming. Vanaf de nieuwste zeewering op deltahoogte, waar honderden schapen grazen, kijk je uit over het slik. Ook daar zijn paarden die door de zilte begroeiing draven. Het is hier doodstil, behalve als F 35-straaljagers, gestationeerd op vliegbasis Leeuwarden, hoog in de lucht de motoren laten bulderen.
Boven dit gebied vliegt in de vroege ochtend van 6 juni 1942 de Engelse Short Stirling W7471, de onderbuik gevuld met bommen. Het doelwit is het Noord-Duitse Emden, strategisch aan de Eems gelegen. Door atmosferische storingen kan piloot Buck Tayler niet naar de gewenste hoogte van 13 duizend voet stijgen, maar slechts tot 10 duizend voet. De Stirling is een makkelijke prooi voor de hoog gedecoreerde Oberleutnant Ludwig Becker, die met zijn Messerschmitt Bf110 de aanval opent.
Het vliegtuig wordt geraakt en vat vlam. Hoewel het nog nauwelijks bestuurbaar is, weet Tayler de brandende fakkel enigszins op koers te houden. Boven de kust beveelt hij de bemanning, die acht koppen telt, per parachute te ontsnappen. De Stirling stort neer in een weiland bij Farebuorren, een buurtschap van het dorpje Blija. De parachutisten bungelen, verspreid over de hemel, in de duisternis boven de zee en komen terecht in het stinkende slik. Bij de dijk hervinden drie bemanningsleden elkaar en via sloten en veldpaden bereiken ze het plaatsje Ferwerd. De aanblik wordt gedomineerd door de Sint-Martinuskerk, en het drietal besluit aan te kloppen bij het huis het dichtst bij de kerk, in de veronderstelling dat daar een geestelijke zal wonen.
Ze worden in het Engels te woord gestaan, de eerste vraag luidt of ze wel katholiek zijn. Als ze ontkennend beantwoorden weigert de pastoor hulp te bieden en raadt hun aan zich over te geven aan de Duitsers. De drie krijgen na omzwervingen bij Ferwerd hulp van de zoon van de burgemeester, een van de weinigen die niet is vervangen door een Duitsgezinde NSB’er. Maar uiteindelijk zijn ze niet te verbergen en worden ze overgedragen aan de Duitsers. Ze worden herenigd met de andere vijf bemanningsleden van de Stirling en opgesloten in Leeuwarden. Na enkele uren krijgen ze bezoek van Ludwig Becker, die zich klaarblijkelijk bekommert om hun welzijn. De acht worden naar Amsterdam overgebracht en uiteindelijk verdeeld over krijgsgevangenkampen in Duitsland. Allen zullen de oorlog overleven.
Een herinneringspaneel iets buiten Farebuorren markeert de plek waar de Short Stirling W7471 zich in de grond boorde.
Crashlocaties
Voor dit verhaal is onder meer geput uit Neergestort – Vijftien vliegtuigverliezen in Nederland, 1940-1945 van Gerard Groeneveld (WBooks; 160 pagina’s; € 34,95) en de informatiepanelen bij de crashlocaties. Op tracesofwar.nl zijn talrijke locaties te vinden van vliegtuigcrashes. De enigszins lastig te doorzoeken site verliesregister.studiegroepluchtoorlog.nl biedt een schat aan informatie over neergestorte en aangeschoten vliegtuigen in de Tweede Wereldoorlog.
Altijd in de buurt
Als je je eenmaal realiseert dat in de Tweede Wereldoorlog bijna zesduizend vliegtuigen in Nederland zijn neergestort, bestaat de kans dat je meer oog krijgt voor de talrijke monumenten die het lot gedenken van de bemanningen en de plekken waar zij stierven. Waar je ook bent, ze zijn altijd in de nabijheid. Lang zoeken is niet nodig. Er zijn altijd omwonenden die de crashsite weten te vinden, gemeentelijke websites bieden aanknopingspunten en er zijn talrijke boeken en brochures met informatie over plaatselijke geschiedenis in oorlogstijd.