Waar hacken allemaal wel niet goed voor is

Hackerspaces zijn een soort ambassades van de hackerscultuur. Mitch Altman, een leermeester voor jonge buitenbeentjes als hij zelf ooit was, is ervan overtuigd dat leren hacken goed is voor het onderwijs, voor de lokale economie en voor de saamhorigheid.

Gerard Janssen
Wereldwijd geeft Mitch Altman lezingen en helpt hij hackerspaces opzetten. Hij slaapt niet in hotels, maar bij andere mensen op de bank. Beeld Jiri Buller/de Volkskrant
Wereldwijd geeft Mitch Altman lezingen en helpt hij hackerspaces opzetten. Hij slaapt niet in hotels, maar bij andere mensen op de bank.Beeld Jiri Buller/de Volkskrant

De rode fauteuils in de lounge van het sjieke Hotel Krasnapolsky in Amsterdam zijn donderdag 13 april bezet door mannen en vrouwen met Macbook Pro's en Lenovo Thinkpads, volgeplakt met stickers en opschriften als 'National Security Agency Monitored Device'. Onder het glazen dak en de kroonluchters van de 19de-eeuwse Wintertuin wordt het beeld bepaald door Star Wars-T-shirts, halskettingen met usb-sticks eraan, opengebroken computers en soldeerbouten. Een man met een hanenkam en een lange baard stapt zelfverzekerd langs een vitrinekast met sjieke taartjes. De kelners van het Krasnapolsky staan er onwennig bij.

Het lijkt een conferentie van anarchistische weirdo's, maar inlichtingendiensten en grote bedrijven weten wel beter. Hier lopen de beste netwerkbeveiligers en gewildste hackers van de wereld rond. Hack in the Box is de jaarlijkse hackersconferentie in Amsterdam, een van de belangrijkste buiten de Verenigde Staten. 'Security professionals' geven specialistische lezingen over hoe je de computersystemen van banken overneemt, en vertellen hoe lek de ziekenhuissystemen zijn. Werknemers van sponsor Zerodium zijn er onzichtbaar op zoek naar hackers die nog onbekende hacks willen verkopen. Zo'n geheime hack kan anderhalf miljoen dollar waard zijn.

Naast beveiligers van energiecentrales en ministeries, zijn hier ook de sterren van de hackersgemeenschap te vinden. Types als Cyril 'pod2g' Cattiaux en Nikias 'pimskeks' Bassen, twee iPhone-hackers die telefoons kunnen beschermen tegen elke cyberaanval.

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Micth Altman (links) in de hackerspace Noisebridge in San Francisco. Beeld Daily Laurel
Micth Altman (links) in de hackerspace Noisebridge in San Francisco.Beeld Daily Laurel

Ook present zijn pioniers als cyborg Patrick 'Vicarious' Paumen. Hij heeft verschillende chips onder zijn huid zitten, en laat een injectiespuit zien met een lange holle naald, waarmee hij de chips zelf onderhuids kan inbrengen. Patrick heeft geen sleutel nodig om zijn huis binnen te komen; zijn hand werkt als een chipkaart.

De allerbeste hackers lopen niet rond te snuffelen langs de vele standjes op de conferentie. Zij zitten in een aparte zaal, waar ze meedoen aan een hackcompetitie. Doel: het hacken van het denkbeeldig mediabedrijf, Cyber Transmission Federation, dat overheidspropaganda verspreidt. Niemand hier twijfelt eraan dat de deelnemers ook in de echte wereld een mediabedrijf kunnen overnemen. Of, bijvoorbeeld, de computersystemen van de Franse presidentskandidaat Macron.

Achter een tafel met soldeerbouten, weerstandjes en printplaatjes zit een kalende man met lang blauw en roze haar. Zijn naam: Mitch Altman.

Hij is misschien wel de invloedrijkste figuur hier vanmiddag aanwezig. Noem hem rustig de spiritueel leider van de hackerswereld. De Obi-Wan Kenobi van de computerknutselaars.

Altman is mede-oprichter van Noisebridge in San Francisco, de belangrijkste hackerspace ter wereld. Hackerspaces zijn een soort ambassades van de hackerscultuur, vrijplaatsen gevuld met 3D-printers, naaimachines, lasersnijders en computerservers. Hier komen geeks van alle gezindten samen en bundelen ze hun krachten. Iedereen kan er naar binnen lopen en naar eigen inzicht iets bouwen - of uit elkaar halen. Niemand is er de baas en iedereen is de baas.

DARPA

Sinds Altman Noisebridge oprichtte, reist hij als een elektromonnik de hele wereld rond om lezingen te geven over het belang van hackerspaces, en te helpen bij het opzetten ervan. 'Ik ben de afgelopen veertien maanden twee maanden thuis geweest.' Overnachten doet hij niet in hotels, maar bij andere hackers op de bank. Altmans Ted Talk werd al een half miljoen keer bekeken. Zijn voornaamste boodschap: scholen kunnen nog veel leren van hackerspaces. Hands-on, project-based en play-based leren is volgens hem de toekomst van het onderwijs. Inmiddels hebben duizenden steden zijn voorbeeld gevolgd. Alleen al in Nederland zijn er zo'n twintig plekken als Noisebridge, van Groningen tot Maastricht.

Ook DARPA, de wetenschappelijke tak van het Pentagon, ziet de waarde van de vrijplaatsen in. Hackerspaces blijken de gedroomde opleidingscentra voor mensen waar overheden nu grote behoefte aan hebben. Mensen die begrijpen hoe je een mailbox hackt, hoe de verspreiding van desinformatie werkt. Mensen, kortom, die kunnen helpen bij het beschermen van de democratie, of juist bij het ontwrichten van vijandige systemen.

Tekst gaat verder onder de video.

Een paar jaar geleden maakte DARPA budget vrij om aan hackerspaces te besteden. De meeste ervan weigerden het geld, maar niet allemaal.

Vandaag nog kreeg Altman een mailtje van DARPA. 'Ze wilden bij Noisebridge komen werven. Dat kunnen ze natuurlijk vergeten.' Wat andere hackerspaces doen, moeten zij weten, hij wil niets te maken hebben met oorlogstechnologie.

Altman vertelt het, terwijl hij ondertussen een 8-jarig meisje helpt met het solderen van een apparaatje. Als er opeens overal lampjes beginnen te knipperen, glimt het meisje van trots.

Mitch Altman (1956) groeide op in de buitenwijken van Chicago en verhuisde later naar Urbana, Illinois. Zijn vader was architect, zijn moeder onderwijzeres, en zijn jeugd was een ongelukkige. 'Vanaf het moment dat ik kon voelen en denken, wist ik dat ik anders was', zegt Altman. 'De kinderen op school noemden me fucking queer of fag. Ik wist niet wat het was, maar ik wist wel dat het niet goed was. Ze sloegen me elke dag in elkaar. De gymleraar keek gewoon toe, soms met een grijns op zijn gezicht. Ik haatte mezelf. Ik dacht dat ik het verdiende om in elkaar geslagen te worden.'

Hij doodde de tijd met het slopen en weer in elkaar zetten van radio's. En hij ontpopte zich als hacker nog voordat het woord op grote schaal gebruikt werd. 'Mijn ouders hadden twee telefoonlijnen. Ik belde twee pestkoppen en koppelde de telefoonlijnen met alligatorclips aan elkaar. Allebei dachten ze dat de ander ze gebeld had.' Hij bouwde een eigen radiostation en deed aan phreaking: door het imiteren van tonen kon je een telefooncentrale voor de gek houden en gratis bellen.

Altmans hacks gaven hem een gevoel van controle, van macht. Maar meer status leverde het hem niet op, integendeel. De ergste pestkoppen zagen in zijn technische handigheid juist een extra reden om hem in elkaar te slaan. Nerds waren nog niet cool in de jaren zeventig. Altmans redding was een kunstleraar die zag dat hij het zwaar had. Hij gaf hem de opdracht met een 8-mm-camera een film te maken over de school. 'Ik hoefde niet meer naar de gymlessen en mocht naar eigen inzicht bij lessen binnenvallen. De kunstleraar weerhield me ervan zelfmoord te plegen. Hij heeft echt mijn leven gered. Daarom geef ik nu zelf zo graag les.'

Na een studie elektrotechniek in Urbana doceerde Altman een tijd wiskunde en elektronica. 'Mijn beoordelingen waren ongelooflijk. Ik wilde voor iedere persoon in mijn klas de perfecte docent zijn. Maar onbewust probeerde ik het existentiële gat in mijzelf ermee te dichten. Ik deed meer en meer en... I just fried.' Altman kreeg een burnout.

Enkele omzwervingen later belandde hij, midden jaren tachtig, in San Francisco, waar hij als elektronica-wizard werd ingehuurd door start-ups. Altman raakte er begeesterd door omorechtenactivist Harry Hay. Die had in Short Mountain, in de staat Tennessee, een homoseksuele vrijplaats gesticht waar hij jaarlijks feesten gaf, een soort voorlopers van het grote Burning Man-festival. Op eens van die feesten zag Altman het licht: 'Ik wilde mijn eigen commune.'

Eind 1993 kocht hij op anderhalf uur rijden van Nashville 100 hectare bos met twee huizen en twee schuren. Met negen andere jongeren begon hij hier zijn nieuwe leven. Off the grid.

Altman pakt een theelepeltje en houdt het in zijn vuist. Zijn blik verandert: 'Soms maakten we een heart circle, een ceremonie afkomstig van de indianen. We zaten in een kring en degene die 'het voorwerp' vasthad, het maakte niet uit wat, moest uit het hart spreken en niet uit het hoofd. Als meerdere mensen na elkaar oprecht zeggen wat ze voelen, dan gebeurt er iets bijzonders.'

Lang hield de utopische gemeenschap geen stand. In de lente van 1994 voegden zich vijf nieuwkomers bij de groep. 'Ze blowden de hele dag en maakten sarcastische opmerkingen. We wisten meteen dat het niet goed zou gaan, maar we waren nou eenmaal een anarchistische commune. Niemand kon zeggen dat deze mensen weer moesten vertrekken.'

De sfeer sloeg om, en met de dag groeide het onderlinge wantrouwen. De heart circle ontaardde in wat Altman nu een punishment circle noemt. 'Als één iemand je de les leest, en nog iemand en nog iemand, en je niets terug mag zeggen omdat je 'het ding' niet in je handen hebt, dan is huilen het enige dat je nog kunt doen.'

De punishment circles werden grimmiger en grimmiger. Toen Altman protesteerde was hij een maand lang de pispaal. Zijn trauma's van de middelbare school kwamen weer boven. 'Die hadden we allemaal. Onbewust grepen een paar bewoners de macht, om voor een keer de cool kid te kunnen zijn.'

Een bedrijf uit Parijs, dat met een elektrotechnisch probleem kampte, vormde zijn redding. Altman, die in San Francisco een reputatie had opgebouwd als probleemoplosser, was de aangewezen persoon om het bedrijf uit de brand te helpen. De Fransen spoorden hem op in Tennessee. Altman vertrok naar Parijs, klaarde de klus in anderhalf uur, en ging niet meer terug naar de commune.

TV-B-Gone, tegen visuele vervuiling. Beeld
TV-B-Gone, tegen visuele vervuiling.Beeld

Televisies die altijd maar aanstaan in restaurants, wachtruimtes, op het vliegveld - Mitch Altman vindt het visuele vervuiling van de openbare ruimte. Daarom ontwierp hij een apparaatje in de vorm van een sleutelhanger, de TV-B-Gone, dat werkt als universele afstandsbediening. Met een druk op de knop zet je de meeste merken tv ermee uit.

Later hoorde hij hoe gruwelijk het daar uit de hand was gelopen. 'Drie maanden na mijn vertrek was er een punishment circle tegen een van de leden. Die raakte zo overstuur dat hij in het bos verdween en niet meer terugkeerde. Pas na vier dagen besloten ze hem te gaan zoeken. Uiteindelijk vonden ze hem. Hij was in een van de grotten gekropen, had benzine over zich heen gegoten en zichzelf in brand gezet. Twee maanden daarna lag er een hoofd in het bos. Van een van de andere communeleden. Dat was duidelijk geen zelfmoord. De politie kon niets bewijzen. En weer een jaar daarna was er opnieuw een gruwelijke zelfmoord.'

Altman besefte dat hij op tijd vertrokken was, maar raakte ernstig in de war. Hij was degene die de commune gesticht had. Hoe had het zo snel zo mis kunnen gaan? Hij zocht professionele hulp, mediteerde uren per dag, en sloeg driftig aan het solderen. Zo maakte hij een afstandsbediening met één knop, waarmee hij alle denkbare televisies uit kon zetten, uit ergernis over de beeldschermen die overal in openbare ruimtes verschenen. Het apparaatje, de 'TV-B-Gone', werd al snel razend populair onder hackers. Toen iemand het ding uitprobeerde op de jaarlijkse Consumer Electronics Show in Las Vegas dachten televisieverkopers dat ze gek geworden waren.

Chaos Computer Club

Dankzij de TV-B-Gone kwam Altman in 2007 in contact met de Chaos Computer Club, een Duitse hackersgemeenschap. Daar leerde hij van het bestaan van hackerspaces, die toen in Duitsland al bestonden. De hackers daar hadden hun eigen wereld gecreeerd, eentje met 3D-printers, condensatoren, draaibanken en oude televisies.

Voor Altman voelde het als thuiskomen. Hij realiseerde zich dat hij altijd op de vlucht was geweest - voor de conformistische maatschappij, voor de pestkoppen van school. Maar hij had nooit goed nagedacht waar, en met wie, hij dan wél wilde zijn. Nu had hij zijn gelijken gevonden. 'Hackers zijn vaak mensen die als kind problemen hadden met sociale interactie. Het is logisch dat je je dan aangetrokken voelt tot de heldere en logische wiskunde en techniek. Hackerspaces vormen een warme, veilige omgeving.'

Brain Machine, licht en geluid. Beeld
Brain Machine, licht en geluid.Beeld

Altman vroeg zich af wat er zou gebeuren als je een brein voedt met de frequenties van hersengolven en bedacht de Brain Machine, met een programmeerbare chip, ledlampjes in een bril en geluid via een koptelefoon. Een sequentie van 14 minuten brengt de gebruiker in een meditatieve stemming doordat het brein synchroniseert met het ritme van licht en geluid.

Eenmaal terug in San Francisco besloot Altman samen met andere geeks (onder anderen Jacob Appelbaum, die ook het netwerk voor anonieme communicatie TOR ontwikkelde en aan de basis stond van WikiLeaks) de optimale hackerspace op te zetten. Een anarchistische do-ocracy op 480 vierkante meter. Maar hoe anarchistisch ook, wist hij nu, je moest mensen kunnen wegsturen.

Na een jaar peinzen en discussiëren over deze paradox was het resultaat één huisregel: 'Be excellent to each other.'

'Het klinkt heel afgezaagd, maar het werkt', zegt Altman. 'Het is opzettelijk een subjectieve regel. Er zal altijd gediscussieerd moeten worden over wat 'excellent' eigenlijk betekent.

De eerste hackers: stijlvol, briljant en origineel

Het woord 'hack' werd voor het eerst gebruikt om de activiteiten te beschrijven van de Tech Model Railroad Club. In een tijdelijk oorlogsgebouw van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) in Boston bouwden leden van deze studentenvereniging vanaf 1947 een complexe spoorbaan met tientallen rijdende treintjes. Ze ontwikkelden een eigen jargon. Hack was de term voor een technische oplossing die stijlvol, briljant en origineel was.

In de huidige computerhackersscene wordt onderscheid gemaakt tussen zogenoemde 'white hats' en 'black hats'.

Onder de eerste categorie worden de 'goede' hackers verstaan, die bijvoorbeeld overheden en bedrijven helpen veiligheidslekken op het spoor te komen.

Blacks hats proberen juist misbruik te maken van die lekken.

Iedereen is welkom in Noisebridge, ook zwervers, zolang je maar rekening houdt met anderen. 'Het probleem is dat een anarchistische organisatie antisociale types aantrekt. Daar moet je iets op verzinnen. We hebben daarom de asked to leave-regel. Als je gevraagd wordt om te vertrekken, dan moet je vertrekken, tot de kwestie via een mediator is opgelost.'

Niet dat het altijd zo soepel verloopt. Vier jaar geleden liepen de gemoederen hoog op. Aanhangers van de Occupy-beweging gebruikten Noisebridge als een plaats om goedkoop te bivakkeren en begonnen de sfeer te bepalen. Er gingen stemmen op om de anarchistische natuur te laten varen en een democratisch systeem in te voeren - een gruwelijke gedachte voor veel Noisebridgers. Dus werd een typische hackersoplossing bedacht: de vrijplaats ging een maand dicht. Een reboot, zoals bij het uit- en aanzetten van computer. En het werkte, gek genoeg. De rust keerde terug.

Hackaton

Deze maand staat in Noisebridge een evenement gepland met de veelzeggende naam Stupid Shit That No One Needs and Terrible Ideas Hackaton. Een hackaton is een bijeenkomst om samen software of technieken te ontwikkelen. Als het aan Altman ligt zullen er de komende jaren wereldwijd nog duizenden hackerspaces bijkomen, en daar draagt hij graag hoogstpersoonlijk aan bij. Niet voor niets noemde Maker Magazine hem 'the Johnny Appleseed of hackerspaces', een verwijzing naar de Amerikaanse pionier die overal waar hij kwam een appelboom plantte.

'Hackerspaces zijn ongelooflijk positief voor iedereen', zegt Altman, 'het zijn creatieve omgevingen waar nieuwe ideeën vandaan zullen komen. En ze zijn goed voor de lokale economie.'

Hij is net terug van een reis naar China, waar hackerspaces nu zelfs door de overheid worden gestimuleerd, en waar hij als een ware held is ontvangen. 'China is een land met een duizenden jaren oude traditie van conformisme. Dingen uitproberen en falen geldt daar van oudsher als gezichtsverlies. Maar China verandert snel.'

Op zijn Flickr-pagina prijken tienduizenden foto's van mensen die hij heeft leren solderen. Zijn ogen beginnen te schitteren als hij ze laat zien. Niets mooiers dan jonge geeks een duwtje in de rug geven die het gevoel hebben dat ze anders zijn dan anderen.

'Kort geleden ontmoette ik bij een workshop een supergeeky meisje van 2,5 dat ook wilde leren solderen. Bij haar zag ik het meteen: the force was strong with this one'.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden