Interview

Vrouwen zijn in de kunst nog altijd zwaar ondervertegenwoordigd. Dit zijn er een paar die u moet kennen

Etel Adnan, Untitled (2018) Beeld Sfeir-Semler Gallery Beirut/Hamburg
Etel Adnan, Untitled (2018)Beeld Sfeir-Semler Gallery Beirut/Hamburg

Tijdschrift See All This maakte een lijst met ‘379 briljante vrouwen in de kunst’. Drie kunstkenners kiezen hun favoriet uit die lijst en praten over de scheve verhouding.

Sarah van Binsbergen en Anna van Leeuwen

Slechts 13 procent van de collectiestukken in museumzalen is gemaakt door een vrouw. Maar 2 procent van de omzet van de kunstmarkt wordt besteed aan kunstwerken die door vrouwen zijn gemaakt. En 10 procent van de internationale galeries vertegenwoordigt geen enkele vrouw.

Geregeld duiken onrustbarende getallen op over de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de kunst. Tijdschrift See All This maakte voor de verandering afgelopen winter een speciale editie met een vrolijk stemmend getal pontificaal op de cover: ‘379 briljante vrouwen in de kunsten’ bracht de redactie bijeen. Het tijdschrift is een schatkamer, barstensvol bijzondere kunst die door vrouwen is gemaakt.

Het werd een succesnummer: de eerste druk raakte al uitverkocht. Vanaf 8 maart, Internationale Vrouwendag, is een herdruk beschikbaar. Volgens hoofdredacteur Nicole Ex, zo schrijft ze in haar voorwoord, kijken we naar kunst ‘met een oog dicht’. Om haar te helpen de ogen te openen, zocht ze advies bij curator en publicist Catherine de Zegher, die in haar internationale loopbaan veel kunst van vrouwen heeft tentoongesteld. V sprak De Zegher én vroeg drie prominente figuren uit de Nederlandse kunstwereld naar de kunstenaars die zij ontdekten in het tijdschrift.

Dat Catherine de Zegher (65) zich zou ontpoppen tot specialist vrouwenkunst stond niet direct vast. Na haar studie kunstgeschiedenis en archeologie in Gent, begon ze haar loopbaan in de monumentenzorg. Of ze zich in de collegebanken al druk maakte om het kleine aantal vrouwen dat aan bod kwam? De Zegher lacht: ‘Nee hoor, ik was vooral heel blij dat ik mocht gaan studeren. Ik behoor tot de naoorlogse generatie: voor het eerst gingen vrouwen in grotere aantallen naar de universiteit.’ Na de geboorte van haar kinderen ontdekte De Zegher hoe moeilijk het nog was te werken als vrouw: ‘Er bestonden geen opvangstructuren. Wij vrouwen deden gewoonweg alles, we werden een soort ‘supervrouwen’.’ Ze vertelt dat de emancipatiebeweging in Vlaanderen achterliep op die in Nederland: ‘Wij hadden geen Dolle Mina’s, zij waren een voorbeeld voor ons.’

Toen De Zeghers interesse in hedendaagse kunst toenam, viel het haar op dat vrouwen amper aan bod kwamen. Ze kreeg van critici en museumdirecteuren te horen dat kunst van vrouwen ‘niet voldoet aan de criteria’. ‘Kennelijk moest kunst negatief zijn om radicaal te zijn en barrières te doorbreken. Het mocht ook letterlijk agressief en dominant zijn.’ Kunst van vrouwen werd naar die maatstaven vaak gezien als zachter en ‘zwakker’. De Zegher keek op een andere manier: ‘Men zei ook dat je ‘objectief’ moest kijken naar kunst, niet emotioneel betrokken mocht raken. Daar geloof ik niet in: je moet juist investeren in kennis over de achtergrond van een kunstenaar, de leefwereld, het engagement.’

In de Verenigde Staten vond De Zegher uiteindelijk kunstenaars die haar zeer aanspraken. Bijvoorbeeld Louise Bourgeois (‘ze had enorm veel humor’), Nancy Spero (‘ze was als een moeder voor me in de kunstwereld’) en Cecilia Vicuña (‘een prachtige dichter en performer’). Inmiddels zijn het bekende namen, maar toen werd hun kunst amper tentoongesteld. De Zegher besloot, zoals ze nu zegt ‘mijn steentje bij te dragen’. Dat leidde tot de baanbrekende tentoonstelling Inside the Visible die vanuit Kortrijk, waar zij destijds woonde en werkte, reisde naar Boston, Washington, Londen en Perth (Australië) midden jaren negentig. In de tentoonstelling waren een kleine veertig vrouwelijke kunstenaars uit Europa, Azië en Noord- en Zuid-Amerika bijeengebracht.

Er waren ook kunstenaars die huiverden aan een ‘vrouwententoonstelling’ mee te doen, zegt De Zegher. ‘Vooral jonge kunstenaars moest ik soms overtuigen.’ Ze benadrukte de rol van de oudere kunstenaars, die pioniers waren geweest. ‘En het werk is nog niet gedaan, je moet de weg blijven plaveien.’ Wat de effecten zijn geweest van Inside the Visible is De Zegher op verzoek van tijdschrift See All This recentelijk nagegaan. Zo kwam ze opnieuw in contact met Barbara Lee, een Amerikaanse voorvechter van vrouwenrechten die destijds de tentoonstelling had helpen financieren. ‘Ze schreef me dat de tentoonstelling ongelooflijk belangrijk voor haar was; ze besloot destijds vrouwelijke kunstenaars te gaan verzamelen en vrouwen in de politiek te ondersteunen. En dat heeft ze gedaan, zo ondersteunde ze Kamala Harris.’ De Zegher lacht: ‘Dan heb ik dus mijn kleine steentje bijgedragen aan de eerste vrouw als vicepresident!’

De editie van See All This met ‘379 briljante vrouwen’ zou ook een sneeuwbaleffect kunnen hebben. Met de Volkskrant deelden drie kunstkenners alvast hun ontdekkingen

Hester Alberdingk Thijm: ‘De generatie die nu op de barricaden staat, kan ook vrouwelijkheid in al haar verschillende vormen vieren.’
 Beeld Daniel Cohen
Hester Alberdingk Thijm: ‘De generatie die nu op de barricaden staat, kan ook vrouwelijkheid in al haar verschillende vormen vieren.’Beeld Daniel Cohen

Hester Alberdingk Thijm (61) is directeur van de AkzoNobel Art Foundation. Al 25 jaar beheert ze de collectie van de verfgigant en ze bouwde een collectie op met een indrukwekkende fiftyfifty-verdeling tussen mannelijke en vrouwelijke kunstenaars, en met veel niet-westerse kunstenaars. Een goeie collectie, vindt zij, zoekt voortdurend naar een balans in de steeds veranderende tijdsgeest: tussen mannen en vrouwen, disciplines, opvattingen, achtergronden en nationaliteiten. Alberdingk Thijm koos het kunstwerk Daydream and Drunkennes (2019) van France-Lise McGurn (37, Glasgow).

‘Er zit een verlangen in dit werk dat goed aansluit bij het huidige moment. Eigenlijk alles wat door covid niet meer mogelijk is zit hierin: intieme aanrakingen, groepen mensen die in elkaar opgaan, een gevoel van grenzeloosheid. McGurn schildert dansende, bijna drijvende figuren met lichaamsdelen die in elkaar over lijken te vloeien. Als je kijkt naar het schilderij is het net alsof je in een nachtclub bent en opgenomen wordt in zo’n bewegende mensenmassa. Dat is ook de ervaring die McGurn met haar schilderijen wil oproepen: dat je één wordt met de wereld die zij creëert. Volgens mij is dat een ervaring die nu heel erg gemist wordt.

France-Lise McGurn, Daydream and Drunkenness (2019) Beeld Ben Westoby / Simon Lee Gallery
France-Lise McGurn, Daydream and Drunkenness (2019)Beeld Ben Westoby / Simon Lee Gallery

Wat ik heel mooi vind, is dat McGurn geen opgelegd verhaal vertelt. Haar beelden zijn flarden tussen droom en werkelijkheid, open voor verschillende interpretaties. Er zitten wel allerlei thema’s in, zoals intimiteit, verleiding, roes en moederschap. De sfeer van het werk is heel dromerig en tegelijkertijd spat er ook energie van af door de krachtige lijnen, het ritme en de kleuren. De compositie bestaat uit vrij abstracte vormen en lijnen en dan zit er ineens ook zo’n heel uitgewerkt gezichtje bij, heel trefzeker geschilderd. Toch is het een harmonieus geheel.

Er zit iets vloeiends en oeverloos in deze schilderijen, ze lijken eindeloos door te gaan. Vaak laat McGurn het schilderij, zonder lijst, doorlopen over de muur of over de grond. Ze breekt letterlijk uit de kaders en dat vind ik heel typerend voor vrouwelijke kunstenaars van nu. Die generatie staat natuurlijk op de schouders van alle generaties vrouwen en vrouwelijke kunstenaars die hiervoor kwamen. Er is heel hard gevochten en wordt nog steeds hard gevochten. Maar waar er eerder nog strengere ideeën waren over hoe een feministische vrouw er bijvoorbeeld uit moest zien, zie ik nu zoveel meer vrijheid. Je kunt perfect gemanicuurd zijn en een activist, om maar iets te noemen. De generatie die nu op de barricaden staat, kan ook vrouwelijkheid in al haar verschillende vormen vieren. Die vrijheid zie je ook terug in de beeldende kunst.’

Heske ten Cate: ‘De laatste jaren zie je herwaardering voor textiel in de kunst en dat is voor een groot deel dankzij vrouwen zoals Nil Yalter.’ Beeld Daniel Cohen
Heske ten Cate: ‘De laatste jaren zie je herwaardering voor textiel in de kunst en dat is voor een groot deel dankzij vrouwen zoals Nil Yalter.’Beeld Daniel Cohen

Heske ten Cate (32) is artistiek directeur bij Nest, een ruimte voor hedendaagse kunst in Den Haag. Daarnaast presenteert ze samen met Yuki Kho de VPRO-podcast Naakt op een kleedje. Iedere aflevering staat er een vrouwelijke gast centraal die spreekt over een kunstwerk van een vrouwelijke kunstenaar. Ten Cate koos het kunstwerk Topak Ev – Yurt (1973) van Nil Yalter (83, Caïro). ‘Ik wil de kunstenaar nu eigenlijk wel ontmoeten.’

‘Dit kunstwerk is gemaakt in 1973 en voelt ontzettend actueel. Wat me aanspreekt is het idee om een huis te creëren als kunstwerk. Yalter maakte een yurt, een traditionele tent die vooral door nomadische volken wordt gebruikt. Haar exemplaar is van vilt en ze heeft er met de hand teksten op geborduurd.

‘Ik las dat de kunstenaar zegt dat het ontwerp van de yurt oorspronkelijk van vrouwen komt. En dat de tenten vervolgens weer gebruikt worden voor traditionele vergaderingen met een strikte hiërarchie waar mannen de dienst uitmaken. Dat vrouwen deze tenten ontworpen zouden hebben heb ik zelf niet terug kunnen vinden. Maar als het zo is, vind ik dat een heel mooi idee, dat dit kunstwerk op een bepaalde manier ook staat voor het terugnemen en opeisen van die ruimte.

Nil Yalter, Topak Ev (Yurt) (1973) Beeld Eric Chenal, Santralistanbul Collection
Nil Yalter, Topak Ev (Yurt) (1973)Beeld Eric Chenal, Santralistanbul Collection

‘Naar aanleiding van dit werk ben ik meer over Nil Yalter gaan lezen. Ze behandelt in haar oeuvre heel belangrijke thema’s als moederschap en zorg, maar ook erotiek, orgasme en seksualiteit. Ze neemt haar eigen lichaam als uitgangspunt. Lange tijd werd dat afgedaan als irrelevant en ongemakkelijk. Toen ik tien jaar geleden aan de kunstacademie studeerde, was er bijvoorbeeld een schilderdocent die aan het begin van de opleiding zei: ik wil geen kunst zien met bloemetjes, barbies, My little pony’s, vagina’s of baarmoeders. Yalter sneed al in de jaren zeventig onderwerpen aan die heel controversieel waren, zoals vrouwelijke seksualiteit en vrouwenbesnijdenis. Ze liet en laat vrouwen aan het woord die te weinig gehoord worden, zoals migrantengroepen en sekswerkers.

‘Wat ik ook heel mooi vind, is dat Yalter in dit kunstwerk werkt met materialen en technieken die historisch als ‘keukentafelkunst’ gezien worden. Zoals naaien, borduren en vilten. In Nest is nu een tentoonstelling met Mila Lanfermeijer, Ana Navas en Evelyn Taocheng Wang, drie hedendaagse vrouwelijke kunstenaars die ook met deze technieken werken. Helaas is die nog niet open geweest voor publiek. De laatste jaren zie je herwaardering voor textiel in de kunst en dat is voor een groot deel dankzij vrouwen zoals Nil Yalter, die zich daar hun carrière lang hard voor hebben gemaakt. Ze laat de kracht en schoonheid van deze eeuwenoude technieken zien.’

Iriée Zamblé: ‘Het werk van Etel Adnan sprong er voor mij ook uit omdat het niet direct lijkt te gaan over vrouwelijkheid.’ Beeld Daniel Cohen
Iriée Zamblé: ‘Het werk van Etel Adnan sprong er voor mij ook uit omdat het niet direct lijkt te gaan over vrouwelijkheid.’Beeld Daniel Cohen

Iriée Zamblé (25) studeerde in 2019 af aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en werd vorig jaar genomineerd voor de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst. Momenteel is ze artist in residence bij kunstruimte Roodkapje in Rotterdam. In haar schilderijen legt ze zwarte mensen vast zoals zij ze zelden ziet in de beeldende kunst: als zelfverzekerde hoofdrolspelers in hun eigen verhaal. Zamblé koos het kunstwerk Untitled (2013) van Etel Adnan (96, Beiroet).

‘Ik word aangetrokken door het kleurgebruik van Etel Adnan. Zij is pas op latere leeftijd ontdekt als schilder en is naast schilder ook dichter en filosoof. In haar schilderijen gebruikt ze heel heldere, felle kleuren die van het doek af spatten. Ze schildert landschappen, gebaseerd op haar eigen waarneming en ervaring van de natuur van Californië, waar ze heeft gewoond. Eindeloos heeft ze bijvoorbeeld dezelfde berg geschilderd, Mount Tamalpais, steeds in verschillende omstandigheden en seizoenen. Vanuit concrete waarnemingen zoekt ze de grenzen tussen landschappen en abstractie op.

Etel Adnan, Untitled (2013) Beeld Sfeir-Semler Gallery, Beirut/Hamburg
Etel Adnan, Untitled (2013)Beeld Sfeir-Semler Gallery, Beirut/Hamburg

Het werk van Etel Adnan sprong er voor mij ook uit omdat het niet direct lijkt te gaan over vrouwelijkheid. Dat is in lijn met hoe ik mezelf zie: als een kunstenaar die toevallig ook een vrouw is. In een interview dat ik vond toen ik me meer in haar ging verdiepen, zegt Adnan dat kunst eigenlijk altijd al een vorm van stellingname is. Je maakt kunst vanuit jouw specifieke positie en blik. In haar geval is het schilderen in zichzelf deels een politieke daad. Ze schreef eerst, voornamelijk in het Frans. Na het zien van de wreedheden van de Fransen in de Algerijnse Oorlog eind jaren vijftig vond ze het steeds moeilijker om zich in die taal uit te drukken. In haar schilderijen kon ze communiceren in een taal die vrij was van die politieke connotaties. Haar identiteit als vrouw uit het Midden-Oosten en haar engagement vinden op haar manier een weg in het werk.

De toewijding waarmee Adnan haar blik op haar omgeving richt en deze in haar schilderijen tot leven wekt, vind ik inspirerend. Ze zegt ergens dat haar werk een voorstel is voor meer samenleven met je omgeving, zo zou ik mijn werk ook willen voorstellen. Er zit een verlangen in om de wereld om je heen, in haar geval de natuur die haar omringt, via het schilderen te doorgronden. Het is alsof ze zegt: dit is wat ik ken, dit zijn de dingen die ik heb gezien. Nu kun jij ze ook zien, zoals ik ze zie.’

Catherine de Zegher

Catherine de Zegher is kunsthistoricus, tentoonstellingsmaker en publicist. Ze was directeur van The Drawing Center in New York (1999-2006) en directeur tentoonstellingen van de Art Gallery of Ontario in Toronto (2007-2009). Daarna stelde ze wereldwijd tentoonstellingen samen, zoals de Sydney Biënnale (2012) en de Moskou Biënnale (2013). Van 2013 tot 2019 was ze directeur van het Museum voor Schone Kunsten in Gent. Daar raakte ze in opspraak vanwege omstreden bruiklenen van Russische kunstverzamelaars. Ze is gastcurator van See All This No. 20 (2020/2021).

See All This

Het tweetalige (Nederlands en Engels) kunsttijdschrift See All This verschijnt elk kwartaal. Elk themanummer begeeft zich op het snijvlak van kunst, literatuur, natuur en reizen. See All This maakt daarnaast catalogi, Art Rooms (onlinetentoonstellingen) en een wekelijkse kunstbrief die kunst aan het dagelijks leven verbindt. Hoofdredacteur en oprichter is kunsthistoricus Nicole Ex (55). See All This wordt ondersteund door RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis en door meer dan veertig partnermusea en galeries in Nederland en België.

See All This No. 20 - Winter 2020/2021— magazine, € 19,95, seeallthis.com

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden