boeken
Voorlezer Bart Oomen laat horen hoe een kogel klinkt
Martin Michael Driessen koos een kogel als verteller. Heel overtuigend, ook in luisterversie.
Van die ene keer in 1989 dat ik daadwerkelijk een dodelijk wapen in handen heb gehad en dat mocht afvuren, kan ik me eigenlijk alleen herinneren dat alles veel minder lawaai maakte dan ik me had voorgesteld. En dat ik natuurlijk niet zo ijdel had moeten zijn en mijn bril had moeten opzetten. Nu zaten alle zes kogels die ik uitgedeeld had gekregen in het doel van mijn buurman, die zodoende twaalf keer raak had geschoten en ik nul.
Stel je voor dat dit de vijand was geweest. Volgens de jongens die niet met uzi’s waren uitgerust, maar met een FAL, zouden wij sowieso nooit iemand op welke afstand dan ook raken met dat stuk schroot, dus oefenen was sowieso zinloos en met een bril op kun je helemaal de oorlog niet in. Die kogels werden overigens behandeld als betroffen het de Italiaanse kroonjuwelen. Wanneer we niet mochten schieten, maar er alleen maar mee rondlopen, op wacht ofzo. Over iedere kogel moest afzonderlijk verantwoording worden afgelegd en o wee als er eentje zoek was, dan kon de hele kazerne uit z’n bed getild worden.
Ik vond het dus niet zo verbazingwekkend dat Martin Michael Driessen een kogel nam als hoofdpersoon voor zijn laatste roman, Het licht aan het einde van de loop. Maar dat is natuurlijk wel verbazingwekkend, en ook een literaire tour de force. Een kogel als verteller in dit verhaal van slechts 96 pagina’s. Daar moet de lezer een stap voor zetten. Zetten we die stap ook wanneer de kogel in onze oren klinkt, middels de stem van voorlezer Bart Oomen? Ja, moeiteloos zelfs, zo klinkt een kogel. Tenminste zolang hij nog niet is afgevuurd en daartoe is hij natuurlijk wel voorbestemd, deze hoofdpersoon weet hoe hij zal eindigen, maar nog niet waar of in wie.
Schiet je nou per ongeluk of expres toch iemand in zijn donder, dan verdwijn je eerst voor een aantal jaren achter de tralies, maar er is altijd licht aan het einde van de looptijd en dat is de reclassering. Toch? Niet iedereen is voor de rest van zijn leven reddeloos verloren na een enkele misstap, zo is het idee. Het blijft interessante materie en dat is dus ook het boek Wij wensen u veel succes met uw verdere leven, geschreven door reclasseringsambtenaar Herman van Lunen. Een boek dat je alleen al om de titel niet kunt laten liggen. Van Lunen werkt al meer dan twintig jaar voor de reclassering en vertelt in een tiental verhalen over zijn wederwaardigheden met mensen die aan de rand van de samenleving opereren en na hun straf een nieuw perspectief zoeken, soms voor de eenvoudigste dingen. Mooie inkijkjes in de wereld ná de gevangenis, vlot verteld door Wilbert Gieske, die hier en daar een wat plattere intonatie niet schuwt.
Het mooiste voorbeeld van een hoofdpersoon uit de Nederlandse literatuur die zijn leven heel anders voor zich zag dan hoe het uiteindelijk zou worden, is Kees Bakels uit Kees de jongen van Theo Thijssen, de onderwijzer die zich zich nu waarschijnlijk nog net zo zou kunnen opwinden over de staat van het onderwijs als hij meer dan honderd jaar geleden deed. Kees de jongen verscheen in 1923, dus het is een wonderlijke timing dat er nu opeens een luisterversie van verschijnt. Qua aandacht zou volgend jaar een stuk slimmer zijn. Maar bij uitgeverij Oorkracht 8 doen ze alles een beetje ‘eigenzinnig’. Zo huldigt de uitgeverij ook het principe van slow recording om de vertelstem alle aandacht te geven. Ook goed, snel even luisteren. Jan Ad Adolfsen vertelt opgewekt en hanteert een opmerkelijk hoog tempo, misschien zwaaide hij wel met zijn armen heen en weer tijdens het voorlezen.