Vogelonderzoeker Bijlsma speurt naar mieren in spechtenpoep: 'Een hele klus, maar enorm spannend'
Aflevering 144: vogelonderzoeker Bijlsma wil weten welke mieren de draaihals het liefst lust.
Hij had een paar slechte jaren, zegt Rob Bijlsma, vogelonderzoeker te Wapse. Door het lawaai in het bos. Vanwege de werkzaamheden aan de Vledder Aa, het beekdal niet ver van zijn huis. 'De hele dag die bulldozers, trekkers met een grote kiepkar erachter, steeds die harde klappen. Gallisch werd ik ervan.'
Nu is de rust min of meer weergekeerd. En het plezier terug. Binnenkort gaat hij mierensoorten determineren aan de hand van mierenkoppen die in de keutels van draaihalzen zitten. De draaihals, een overwegend schorskleurige specht, die is interessant. Tien jaar geleden zowat verdwenen uit Nederland, de laatste jaren komt hij weer mondjesmaat terug. Nee, zegt Bijlsma, niet een vrucht van natuurbeleid. 'Het komen en gaan van de draaihals valt goeddeels samen met de mate van regenval in de Sahel, waar de draaihals overwintert.'
Maar lokale omstandigheden kunnen ook een rol spelen. En toen een paartje draaihalzen vlak bij zijn huis ging broeden, dacht Bijlsma: 'Dat ga ik nou eens goed bekijken.' Hij ontdekte dat de voederfrequentie niet lager lag dan vroeger, toen er nog volop draaihalzen waren. Er zijn kennelijk voldoende mieren. Hij kamde het hele foerageergebied van het draaihalspaartje uit naar mierennesten. En hij verzamelde keutels van de draaihalzen. Om te zien: welke mierensoorten bejagen ze, hebben ze een voorkeur? 'Dat is microscopenwerk. Een hele klus, maar enorm spannend.'
En nee, het is niet het soort onderzoek met aanbevelingen voor beheer. 'Juist niet.' Want nogmaals: die menselijke neiging om natuur te beheren (Bijlsma: 'beheersen') moet vooral onderdrukt worden. 'Ik kijk ook al jaren naar fluiters. Het eerste stukje dat ik over fluiters schreef, stuurde ik naar Natuurmonumenten, omdat ik in hun terrein onderzoek doe. Toen kreeg ik een welwillende reactie: 'Kun je suggesties doen voor beheer?' Voor de bloody fluiter. Gaan we dan ook beheren voor de roodborst, de goudhaan, de buizerd? Dat is toch waanzin?' Hij kreeg ooit ook de vraag hoe te beheren voor de wespendief. 'Toen heb ik gezegd: ga weer bos aanplanten op de plekken waar je het net hebt weggehaald voor de draaihals.'
Maar goed, het plezier is dus terug. Bijlsma: 'Ik begin het weer te leren.'