Vlaamse B'Rock schiet tekort in Monteverdi's Ulisse

De muziekmagiër van de decennia rond 1600 heet Claudio Monteverdi. Hij zag de potentie van een kunstvorm die toen nog op prille beentjes liep: de opera. Met gemak overklaste Monteverdi het getut van B-componisten. Als eerste gaf hij stem aan de mens, door noten te vinden voor lust en liefde, nijd en machtsgier.

Alle reden om Monteverdi in zijn 450ste geboortejaar te bedanken. De NTR ZaterdagMatinee doet het met Il ritorno d'Ulisse in patria, de opera die bezingt hoe Odysseus na twintig jaar zwerven aanspoelt op zijn thuiseiland Ithaka, om korte metten te maken met het gespuis dat zijn vrouw Penelope belaagt.

De tocht van strand naar paleis vond plaats onder leiding van de Vlaamse dirigent René Jacobs. Wat de 70-jarige barokpionier aanraakt, verandert doorgaans in goud. En inderdaad, in het Concertgebouw wreef hij glans uit de Vlaamse barokgroep B'Rock. Hoe summier en krakkemikkig Monteverdi's noten ook zijn overgeleverd, Jacobs haalde ze door een louterend bad met fluwelen blokfluiten en trombones.

Helaas riekte het naar mooispelerij. In het vocaal-menselijke schoot deze 'Ulisse' juist tekort. De bariton Stéphane Degout bleef in de titelrol aan de eenkleurige, kelige kant. Rijker klonk de lage mezzostem van Katarina Bradic, maar toch ging tussen podium en balkon veel van Penelopes hartstocht verloren.

De microfoons van NPO Radio 4 hebben, blijkt achteraf, heviger emoties opgepikt. Penelopes drie vrijers treft intussen geen blaam. Dit trio kreeg de boog van Odysseus weliswaar niet gespannen, maar onderging z'n nederlaag met pure zanglust.