Take FiveThomas Azier
Vijf keer in het diepe met Thomas Azier: 'Ik werk het beste als ik door niets word afgeleid'
Sinds zijn 19de trekt zanger/muzikant Thomas Azier over de wereld op zoek naar inspiratie, naar het gevoel van paniek dat de zwemmer soms even heeft als hij de bodem niet meer voelt. Vijf albums die Azier (31) hebben geholpen zijn weg te vinden.
Even rekenen. Thomas Azier zat zo’n zeven jaar in Berlijn en vier jaar in Parijs. En zoals zijn debuutalbum Hylas de electro-invloeden van Berlijn in zich draagt en zijn tweede album Rouge neigt naar de Franse melodieuze manier van muziek maken, zo heeft Stray een connectie met zijn huidige woonplaats: overal en nergens.
De Nederlandse zanger/muzikant is zwervende. De broeierige melodieuze (electro)pop op zijn net uitgekomen ep is grotendeels in hotelkamers opgenomen. Met niets meer dan een laptop, wat instrumenten elders en soms niet meer dan een microfoon van een ipod. En dat in Tokio, Abidjan, Berlijn en Parijs.
Azier: ‘Het was deels noodzaak omdat ik geen vaste woon- of verblijfplaats heb, maar ook omdat ik weet dat ik het best werk als ik door niets word afgeleid. Als ik een zo spartaans mogelijke omgeving voor mezelf creëer, moet ik wel aan de slag.’
De zanger/muzikant is even geland in Amsterdam om wat zaken te regelen. Een kleine pauze in een café en over twee dagen weer doorreizen. Als 19-jarige al verkoos hij het leven van een eenzame nomade en vertrok van Friesland naar Berlijn. Het muzikale klimaat in Nederland met al zijn opleidingen en kliekjes vond hij te veilig, te eenvormig. Logisch. Wie zich laat inspireren door de achterkant van de stad en eenzaamheid, gedijt het best in splendid isolation.
Azier werd opgemerkt door het Belgische popfenomeen Stromae voor wie hij wat productiewerk deed op diens tweede album Racine Carrée. Yves Saint Laurent gebruikte zijn muziek voor een commercial en ook in Frankrijk werd Rouge enthousiast onthaald.
Maar iemand die voor zichzelf continu uitdagingen zoekt, moet door. Voor Azier is comfortzone een scheldwoord. Wat hij nastreeft? ‘Ken je het gevoel dat je krijgt als je een zwembad zo ver inloopt dat je de bodem niet meer onder je voeten voelt en je even een lichte paniek voelt opwellen? Dat moment dat je helemaal op jezelf bent teruggeworpen? Die gemoedstoestand probeer ik steeds op te wekken. Als songschrijver ga je dan dingen met elkaar combineren waar je anders nooit op gekomen zou zijn. Dan komt er iets van je eigen stem door.’
1. Serge Gainsbourg – Histoire de Melody Nelson (1971)
Conceptalbum dat het pseudo-autobiografische verhaal vertelt van de Franse zanger die met zijn Rolls Royce een minderjarig meisje op haar fiets aanrijdt. Er volgt een romance.
‘Qua geluid en arrangementen is die plaat een blauwdruk geworden voor popmusici die orkestrale klanken willen inbouwen zonder in die val van bombast te lopen. Die plaat is voor mij de perfecte muzikale weergave van verlangen en de donkere kant van de mannelijke geest. De manier waarop Gainsbourg droog voordraagt, terwijl alle instrumenten, die zwevende strijkers, die funky bas, om hem heen zijn gegroepeerd zonder hem te overheersen. Het is verbazingwekkend te horen hoe modern het nu nog klinkt.’
2. Scott Walker – Scott 4 (1969)
Vijfde solo album van singer-songwriter en componist die aan het begin van zijn carrière furore maakte als helft van The Walker Brothers, bekend van symfonische ballads als The Sun Ain't Gonna Shine Anymore, maar zich tot avant-gardemuzikant ontwikkelde.
‘Mijn favoriete artiest en iemand die zich, volgens mij, graag verliest in het maakproces. Wars van de buitenwereld heeft hij een weg voor zich uitgehakt. Hoe verder in zijn carrière, hoe weirder zijn werk. Scott 4 is een verzameling chansonachtige songs die hij met die warme bariton voordraagt. Maar je hoort hier al hoe hij experimenteert. ‘Hoe ver kan ik die duisternis ingaan, qua onderwerp, qua muziek, zonder niet meer terug te kunnen.’ De baslijn bijvoorbeeld in The Old Man’s Back Again is groovy as fuck, maar gecombineerd met zijn croonende stem wordt het een onheilspellend geheel.’
3. Nick Drake – Five Leaves Left (1969)
Debuutalbum van Britse sixties folkmuzikant die postuum enorme erkenning kreeg en door veel muzikanten als invloed wordt genoemd.
‘Vanwege die prachtige strijkersarrangementen, de zachtheid van zijn stem en zijn superieure songschrijversap. Het schijnt dat Drake alles live met de musici heeft opgenomen. Zijn zang ging er zonder overdubs op terwijl hij werd begeleid door de strijkerssectie. Riverman is mijn favoriet. De manier waarop hij daarin speelt tussen majeur en mineur, wat weer door de strijkers benadrukt wordt, is prachtig. Een treurig meesterwerk.’
4. Nick Cave – Skeleton Tree (2016)
Laatst uitgekomen album van een van de boegbeelden van alternatieve rock met een minder agressieve en meer open sound.
‘Die man is zo ontzettend belangrijk. Een icoon bij leven. Hierop is hij veel minder de verhalenverteller die hij vroeger was. Tekstueel is het abstracter en de muziek heeft ook meer een ambient karakter waardoor je als luisteraar de ruimte krijgt om zelf iets te voelen en in te vullen. Ik associeer die openheid met poëzie. Dat is een zeldzaamheid in popmuziek nu. Het is compromisloos in de zin dat het helemaal de muziek is die Cave wil maken. Als ik dit hoor, denk ik, wow ik heb nog zoveel te leren.’
5. SebastiAn – Total (2011)
Franse Meesterproducer die door andere producers en muzikanten wordt geroemd en onder andere heeft gewerkt met Frank Ocean en Charlotte Gainsbourg.
‘De productie klinkt als de discotechno van Justice en Daft Punk. Luister maar naar een nummer als Ross Ross Ross. Maar SebastiAn was er vóór hun. Die Franse dance-artiesten hadden het van hem afgekeken. Hij kreeg niet die bekendheid van zijn landgenoten omdat deze plaat veel te laat uitkwam en omdat hij een enorme loner is. Het is briljant hoe hij ingenieuze composities paart aan een harde productie. Ik heb wel eens koffie met hem gedronken en ik zei: ‘Man, ik heb problemen met de drums.’ Hij heel Yoda-achtig: ‘Thomas, de drums zitten er al in. Je moet ze alleen uit de muziek halen.’ Zat ik thuis weer te luisteren en dacht: ‘Motherfucker, hij heeft gelijk!’