Verlorenzoon.com

De provincie heeft praatjes gekregen

Danielle Serdijn

Scherp, en toch met een lichte toets analyseert Rik Zaal in zijn romandebuut de moderne 'fokjou'-mentaliteit.

'Het wordt tijd dat we doodgaan. [. . .] Nou ja, ik dan. Jij hebt in ieder geval nog een fatsoenlijke familie en fatsoenlijk werk, maar wat heb ik? Een dode geliefde, een krankzinnige ex, een gestoorde dochter en een verloren zoon met fascistische en terroristische neigingen. En van het opschrijven van die memoires, wat je een soort werk zou kunnen noemen, word ik steeds ongelukkiger.' Aldus de 60-plusser Herman Huizinga in Verlorenzoon.com, het romandebuut van Rik Zaal.

Zaal (1945), jaren geleden muzikant bij Nicky and the Shouts, schreef eerder een aantal non-fictieboeken, waaronder Spanje, een reisgids (2002) en Heel Nederland (2009). Daarnaast publiceerde hij jarenlang stukken in de Volkskrant, Het Parool en NRC Handelsblad. Samen met Frans Bromet maakte hij een serie televisieportretten voor AT5, die onlangs op dvd zijn verschenen. Curriculumtechnisch gezien hebben de schrijver Zaal en zijn personage Huizinga nogal wat overeenkomsten, iets wat in het licht van deze roman wel ter zake doet. Verlorenzoon.com illustreert het verhaal van een linksgeoriënteerde babyboomer die aan het eind van een journalistieke carrière de balans opmaakt: wat heeft zijn generatie voortgebracht?

De oogst is twijfelachtig. Verworvenheden als materiële welvaart, seksuele vrijheid, de mogelijkheid tot zelfontplooiing en grotere autonomie onder alle lagen van de bevolking, groeiden in enkele decennia uit tot hebzucht en egoïsme, aangevuld met een grote bek en een fokjou-mentaliteit. Precies deze eigenschappen bracht Zaal samen in het personage Patrick Mommers, zoon van Herman Huizinga.

Op zekere dag staat deze Mommers, een agressieve 45-jarige ex-militair met een stressstoornis, voor Hermans deur met de eis erkend te worden als wettig erfgenaam. Herman wist van het bestaan van de jongen niet af. Wanneer een dna-test uitwijst dat de twee inderdaad familie zijn, neemt Herman zijn verantwoordelijkheid. Desondanks verwijt Mommers zijn biologische vader dat hij 'zijn lul in zomaar een meisje' gestoken heeft, geheel in lijn met de seksuele moraal uit die dagen. En daarin moet Herman Mommers gelijk geven.

Eind jaren zestig was Herman bandlid van een populaire groep. Willige groupies waren er genoeg. Wie Patricks moeder was, herinnert hij zich niet. Er is meer dat hij zich niet herinnert. Herman besluit zijn memoires te schrijven om 'weer heel te worden', maar ontdekt dat dat niet meevalt.

Pijnlijk. De generatie van Patrick en zijn halfzus Anne, een tot op het bot verwend vrouwtje, zijn de veertigers van nu. Zij worden in Zaals roman voorgesteld als xenofobe griezels met een provinciale kleingeestigheid. 'De provincie heeft de grote stad niet meer nodig en wentelt zich in zelfgenoegzaamheid. De provincie heeft praatjes gekregen en bootsman Mommers is haar profeet. . .', vertelt Herman over Patrick, die een vooraanstaand lid is van de Nationale Reddingsbrigade, een beweging die een kruising lijkt tussen de PVV van Geert Wilders en het inmiddels ter ziele TON van Rita Verdonk.

Ook Anne verleent de beweging hand-en-spandiensten, waarmee Zaal duidelijk maakt dat de babyboomer en zijn nazaten in hun levenshouding lijnrecht tegenover elkaar staan en elkaar wantrouwen.

Wat vorm betreft doet Zaals roman nog het meest denken aan een modern pakket van Sjaalman. Hermans laptop komt na diens dood terecht bij een goede vriend. Hij is de verteller van dit relaas. Maar opvallender dan deze kwinkslag is Zaals schrijfstijl. Die is beeldend en scherp, alsof je naar een tekening van Peter van Straaten kijkt: 'Vroeger was het wèl leuk', zegt een dame tegen Herman. Ooit hebben ze seks gehad, maar hij herinnert zich niet wie zij is.

Voortdurend is er deze lichte toets met een zweem van ironie. Alsof de schrijver eigenlijk niet in volle ernst durft te zegge

n wat hem dwarszit. Alsof hij zich schaamt voor te veel zwaarte, geen zin heeft om de autoriteit uit te hangen, niet wil beleren maar liever wil entertainen.

In die opzet is Zaal geslaagd. Moeilijke Patrick, die zijn vader steevast 'fuckin daddy' noemt, vormt met zus Anne, die het 'moederschap toch wat vond tegenvallen en dus maar van de kinderen afzag', een komisch, haast karikaturaal duo.

Toch is er in dit verhaal een woord dat veelvuldig opduikt en alles op z'n plaats zet: impertinent. Zaal gebruikt het met plezier, wars van synoniemen. Niet brutaal, onbeschaamd, vrijpostig, vlegelachtig et cetera, maar impertinent. Dit woord vat de kern van het verschil tussen de ene en de andere generatie in dit kritische debuut.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden