Verbeelding en vervalsing
Peter Ackroyd vestigde zijn reputatie als romanschrijver in 1987 met Chatterton. Hij had op dat moment al een naam als biograaf en Londen-kenner, twee gebieden waarop hij tot op de huidige dag excelleert....
In Chatterton introduceerde Ackroyd een thema dat zijn veelzijdige, in hoog tempo uitdijende oeuvre is blijven beheersen: dat van bedrog, veelal geplaatst in een historische context. Centrale figuur in de roman was de dichter Thomas Chatterton (1752-1770), die nog vóór zijn achttiende zelfmoord pleegde, gebukt als hij ging onder een gebrek aan literaire erkenning.
Chattertons literaire ‘oeuvre’ bestond voor een niet gering deel uit vervalsingen, zoals door hem opgedoken middeleeuwse manuscripten die hij zelf had vervaardigd. In zijn roman laat Ackroyd een hedendaagse schrijver aan de hand van een schilderij en een manuscript ontdekken dat Chatterton helemaal geen zelfmoord heeft gepleegd, maar zijn eigen dood heeft ‘vervalst’ om zijn loopbaan postuum te kunnen voortzetten. Tenminste, als dat schilderij en dat manuscript niet vals zijn*
Chatterton was een virtuoos literair spel, met als boodschap: ‘De verbeelding sterft nooit’, zoals een van de personages het aan het slot van de roman verwoordde.
Ook in zijn jongste roman, Mary Lamb (oorspronkelijke titel: The Lambs of London), blijft Ackroyd dat uitgangspunt trouw. De auteur schreef het boek terwijl hij druk doende was met de voltooiing van zijn Shakespeare-biografie, die binnenkort ook in het Nederlands zal verschijnen – en dat is te merken.
De Lambs uit de Engelse titel zijn de historische broer en zus Charles en Mary Lamb, beiden gezegend met een grote liefde voor de literatuur. Charles was het grootste deel van zijn leven werkzaam als klerk bij de East India Company, maar droomde van een loopbaan als literator. Hij publiceerde enkele gedichten, raakte bevriend met aanzienlijk beroemder geworden collega’s als Coleridge en Shelley, en verwierf een zekere reputatie als essayist.
Mary, hoewel intellectueel zijn meerdere, leidde een meer teruggetrokken bestaan. Dit had deels te maken met haar door pokken geteisterde gezicht en de zorg voor haar seniele vader, maar niet in de laatste plaats ook met haar eigen geestelijke instabiliteit.
Broer en zus leefden in een verliteratuurde wereld waarin ze elkaar voortdurend met citaten van vooral William Shakespeare om de oren sloegen. De voornaamste vrucht van hun literaire passie was de voor kinderen geschreven verhalenbundel Tales From Shakespeare, waarin ze de plot van de beroemdste toneelstukken van The Bard op toegankelijke wijze samenvatten, een boek dat naar verluidt sinds zijn verschijning in 1804, onafgebroken in druk is geweest.
Ackroyd houdt zich in zijn roman in grote lijnen aan de bekende historische feiten, maar laat zijn verbeelding de vrije loop wanneer hij de levens van Charles en Mary verweeft met dat van William Henry Ireland, ook al een figuur die werkelijk heeft bestaan. Charles ontmoet de 17-jarige William als hij in de etalage van een boekhandel in de Londsene wijk Holborn staat te kijken. Het blijkt de winkel van Irelands vader. De twee raken in een geanimeerd gesprek en binnen de kortste keren heeft Charles van Ireland een antiquarisch boek gekocht dat niet alleen de inspiratiebron vormde voor Shakespeare’s The Tempest, maar zelfs in het bezit van de grote schrijver is geweest en zijn zelfgeschreven initialen bevat.
Wat Charles niet weet, maar de lezer spoedig duidelijk wordt, is dat de initialen een vervalsing zijn. Vervolgens duiken er meer Shakespeare-relieken op: een zegel, een aantal versregels, een haarlok, een document dat zou bewijzen dat de dichter de rechten op zijn werk heeft geschonken aan een voorvader van Ireland, en uiteindelijk zelfs een compleet toneelstuk: Vortigern.
Al bij diens eerste bezoek aan de familie Lamb wordt Mary verliefd op William Ireland. Hij vormt voor haar samen met zijn Shakespeariaanse vondsten een mogelijkheid om spiritueel te ontsnappen aan haar grauwe dagelijkse omgeving. Tegelijk wordt duidelijk dat haar geestelijk evenwicht steeds wankeler wordt, wat uiteindelijk zal culmineren in een gruwelijke gebeurtenis die daadwerkelijk heeft plaatsgevonden maar die Ackroyd om niet helemaal duidelijke redenen op details heeft aangepast.
Natuurlijk schetst Londen-kenner Ackroyd in dit boek niet alleen de wederwaardigheden van drie koortsige zielen die door middel van de verbeelding de werkelijkheid naar hun hand proberen te zetten, maar hij biedt ook een treffende impressie van de Britse hoofdstad aan het eind van de 18de eeuw. Zo zijn de Lambs of London in deze roman niet alleen de broer en zus met de achternaam Lamb, maar ook de vele, vaak onschuldige slachtoffers die de stad door de eeuwen heen heeft gemaakt.
De radelozen bijvoorbeeld, die ervoor kiezen aan de ondraaglijkheid van hun bestaan te ontsnappen door in de Theems te springen. Ook de stank van de rivier, het vuil langs de kades, de smerigheid van de mensen, de ziekten en zelfs het nep-kropgezwel van een beroepsbedelares passeren de revue.
Ackroyds poging om zowel het leven van drie historische figuren opnieuw te verzinnen als een natuurgetrouw beeld te geven van hun directe omgeving, en dat alles in amper tweehonderd pagina’s, geeft de roman overigens wel iets schetsmatigs.
Zelfs de belangrijkste, meest dramatische scènes, zoals Irelands onvermijdelijke ontmaskering en de culminatie van Mary’s gekte, krijgen daardoor een bijna terloops karakter.
Maar Mary Lamb is in de context van zijn gehele oeuvre hardcore Ackroyd.
Peter Ackroyd: Mary LambVertaald uit het Engels door Hi-en MontijnMeulenhoff205 pagina’seuro 18,50ISBN 90 290 7566 XVertaald uit het Engels door Hi-en MontijnMeulenhoff205 pagina’seuro 18,50ISBN 90 290 7566 X