Van Schijndelhuis
Uitstekende monografie over het jongste gemeentelijk monument van Nederland: het woonhuis dat Mart van Schijndel voor zichzelf bouwde
Nederland heeft maar weinig postmoderne architecten die interessant zijn, maar als Mart van Schijndel (1943-1999) een postmodernist is, dan behoort hij zeker tot die categorie. Een man met een bescheiden maar sterk oeuvre, met als een van de hoogtepunten een woonhuis dat hij voor zichzelf bouwde in Utrecht.
Het Van Schijndelhuis is een designhuis, in alle opzichten. Met een overstelpende rijkdom aan details en vondsten, een sterk ruimtelijk gevoel en een verrassende lichtinval. Over het Van Schijndelhuis is nu een monografie verschenen met een uitstekende tekst van architectuurcriticus Arjen Oosterman.
Van Schijndel kan men kennen van de gevel van het Oudhof-kantoor aan het Rokin in Amsterdam, waar die typische mix van stijlverwijzingen in zit die horen bij het postmodernisme. Maar het bekendst is hij als designer van de driehoekige glazen Delta-vaas (1981), een icoon van de jaren tachtig. Veel geïmiteerd en nog altijd in productie.
Van Schijndel was zowel meubelontwerper en designer als architect. Hij is een 'intellectueel ambachtsman', schrijft Oosterman. Een kunstenaar en ingenieur die rusteloos zocht naar nieuwe technische oplossingen om zijn vormideeën te kunnen uitvoeren.
Dat zie je aan tal van details in zijn huis. De keukendeurtjes draaien niet op scharnieren, maar op een naad van siliconenkit. De prachtige metershoge glasdeuren in de patio sluiten - net als in het Rietveld-Schröderhuis - zonder hoekstijl op elkaar. Hij heeft er lang op gebroed om het kloppend te krijgen, en het effect is geweldig.
Het Van Schijndelhuis is het jongste gemeentelijke monument in Nederland en staat verstopt in de schaduw van de Dom, op een eeuwenoud Utrechts plein. Het huis ligt achter een zalmkleurig gestreepte gevel van een voorliggend poorthuis, ook ontworpen door Van Schijndel. Door de garagepoort loop je het bouwblok binnen en je betreedt een huis dat is ingevouwen in de oude bebouwing en daardoor nauwelijks een buitenkant heeft.
De vrijwel ontbrekende buitengevel - Oosterman noemt het pand daarom 'representatieloos' - maakt het ontwerp gek genoeg belangrijk in Van Schijndels oeuvre. Waar postmodernisten vooral identiteit zoeken in hun buitengevel en er veel verwijzingen naar verschillende bouwstijlen in stoppen, valt Van Schijndel hier alleen op de binnenruimte af te rekenen.
En die binnenruimte toont vooral Van Schijndels beheersing en doseringskunst. Het zitdeel van de woonkamer wordt aan beide zijden geflankeerd door een patio, een op het westen en een op het oosten.
Alle lijnen zijn schuin - zelfs die van de meubels - wat vooral wordt gedicteerd door de zontoetreding. Het leverde onvermijdelijk het grapje op dat Van Schijndel is gaan wonen in de driehoekige Delta-vaas die hem bekendmaakte.
Alles straalt hier een Japanse sereniteit uit. En het is met name dat ingenieuze zitgedeelte, waarin volgens Oosterman alles in het werk van Van Schijndel samenkomt. In het citaat van de Duitse denker en kunstenaar Franz Rickert heet dat: 'Hij moet kunstenaar zijn om zijn werk als geheel te kunnen zien, maar hij moet eveneens technisch zijn om zijn materiaal te kunnen vormen.'
ICONIC HOUSES
Het Van Schijndelhuis in Utrecht maakt deel uit van Iconic Houses, een door Van Schijndels weduwe Natascha Drabbe opgericht internationaal netwerk van 20ste-eeuwse architectuurwoningen, zoals Fallingwater van Frank Lloyd Wright in Pennsylvania en Studio Aalto van Alvar Aalto in Helsinki. Uitgebreide (bezoekers)informatie over de ongeveer honderdvijftig aangesloten panden is te vinden op iconichouses.org
undefined