InterviewSongfestival in Maastricht?
Van outsider tot een van de favorieten: gaat Maastricht volgend jaar het Songfestival organiseren?
Maastricht was er als de kippen bij om zich aan te melden als organisator van het Eurovisie Songfestival 2020, werd aanvankelijk gezien als kneuterige outsider maar geldt inmiddels als een van de favorieten. Hoe heeft de trojka dat geflikt? De Volkskrant sprak de gouverneur en de burgemeester.
In Limburg heet de commissaris van de Koning ‘gouverneur’ en zijn werkplek ‘gouvernement’. De gouverneur is sinds 2011 Theo Bovens (59) – een Maastrichtenaar met een kamerbrede huzarenknevel die prima op de hoes van Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band had gepast, en pretogen die doen vermoeden dat zijn binnenzakken vol moppen zitten. ‘Kijk’, wijst Bovens maandagochtend 8 juli op het terras van zijn royale ambtskamer, pal aan de Maas, waar hij samen met de burgemeester zal vertellen hoe Maastricht probeert het Songfestival binnen te slepen. ‘Dat torentje links naast de kerk is van het kasteeltje van André Rieu.’
De burgemeester van Maastricht heet Annemarie Penn-te Strake (65), sinds vier jaar de opvolger van Onno Hoes. Net als Hoes getogen in Brabant, maar met een kreukloos imago. Ze is goedgemutst, welbespraakt en mediageniek. De avond na de winst van Duncan Laurence zat ze al bij Pauw om te vertellen waarom Maastricht het festival van 2020 wil hosten. ‘Je hebt zojuist het bidbook gezien, hè? Hoe vond je het?’
Ik zag dat alles er keurig in stond: een kaartje met de acht luchthavens binnen reisafstand van anderhalf uur, de benodigde hotelkamers, artist impressions van het congrescentrum Mecc met 10.300 zit- en 2.500 staanplaatsen, het thema ‘Come closer’ en hoe jullie daarmee de geringe omvang van Maastricht juist als voordeel presenteren. Hoe gaan jullie dat bidbook inleveren?
Bovens: ‘We gaan met z’n allen naar het Mediapark om het aan te bieden aan Shula Rijxman, bestuursvoorzitter van de NPO.’
Penn: ‘Met een bus van André Rieu, die heeft hem helemaal laten bestickeren met Maastricht-promotie.’
Bovens: ‘We hebben in Hilversum Maastricht-posters opgehangen, op alle driehoeksborden en alle ledschermen die we maar konden inkopen. We nemen onze eigen rode loper mee. Het boek zal niet onopgemerkt door de brievenbus worden geduwd.’
Bidbooks
Het kernteam buigt zich momenteel over de bidbooks van de vijf steden. Op basis daarvan vallen er nog deze week drie steden af. Uiteindelijk legt het kernteam één kandidaat voor, die de EBU in augustus moet bevestigen.
De EBU heeft, voor zover Sietse Bakker weet, nog nooit een voordracht geweigerd. Hij vindt het dan ook een ‘bizar gerucht’, onlangs in het AD, dat de EBU ‘er al lang uit zou zijn’ over de uitverkoren stad: Maastricht. Bakker: ‘Het is aan ons om een voorkeur aan EBU voor te leggen, niet andersom.’
De bidbooks moeten voldoen aan een ‘programma van eisen’ dat is opgesteld door de NPO en de EBU. Belangrijkste eisen voor de evenementenlocatie: 10 duizend zitplaatsen, veertig kleedkamers, een plafond van 18 meter hoog en een agenda die zeven weken is vrijgehouden. De stad moet drieduizend hotelkamers beschikbaar hebben en een internationaal vliegveld in de buurt. ‘Ook belangrijk’, zegt Sietse Bakker, ‘is de mate waarin een stad financieel wil bijdragen.’
22 minuten na de uitslag van het songfestival stuurde het Mecc al een persbericht uit met de mededeling dat het draaiboek klaarlag om het evenement te hosten in 2020. Hoe kan dat zo vroeg?
Penn: ‘Het begon al een maand eerder. Mecc-directeur Rob van de Wiel appte mij op 15 april om 14.07 uur: 'Wij – jij en ik – stellen ons kandidaat als beste stad om in 2020 het Eurovisie Songfestival te organiseren.’ Ik reageerde: ‘Túúrlijk, gaan we doen.’
Bovens: ‘Van tevoren heeft het Mecc geschakeld met de provincie en de stad, dus het persbericht kon ’s nachts met één druk op de knop de wereld in worden geslingerd. De ochtend na het Songfestival zat ik samen met Annemarie in de Sint Servaasbasiliek, voorafgaand aan de stadsprocessie, en Annemarie zei: ‘Ik moet zo de pers te woord staan. Kan ik al zeggen dat we ons erachter scharen?’ Toen zei ik: het geld is er nog niet, maar ga je gang. Noem wel even Jean Monnet, de urheber van Europa die ook de urheber van het Songfestival was.’
Penn: ‘Voor de stad is dit logica van de eerste orde. Maastricht is de meest Europese stad van Nederland: door de geschiedenis, de ligging, het verdrag, de instituten, alle talen die overal worden gesproken. Komt bij dat Maastricht een zingstad is, en de provincie een zingprovincie.’
Bovens: ‘27 procent van alle muziekverenigingen van Nederland zit in Limburg. Eén op de vier!’
Penn: ‘Wat ik ook heel aantrekkelijk aan Maastricht vind, is dat het een compacte stad is. Het heeft een intimiteit die je elders niet vindt. Uitwaaieren is geen optie.’
Dat is natuurlijk het mooie marketingpraatje. Dat er aanknopingspunten zijn lijkt me evident. Maar wat heeft de stad Maastricht er concreet aan?
Penn: ‘We hebben onderzocht wat het andere steden heeft opgeleverd, voor de toeristen, hotelbranche, winkels, restaurants. De mediawaarde op langere termijn is een veelvoud daarvan. Dat hebben we ook gezien aan onze Eurotop en het Verdrag van Maastricht. Dat dendert nóg na.’
Bovens: ‘Maastricht is een van de beste merken van de provincie Limburg, en mag best een fris merk zijn. Eurovisie wordt altijd geassocieerd met jong, dynamisch, inclusief, divers. Dat zijn dingen die bij deze stad horen, maar waarvan het lastig is ze uit te dragen. Als je vraagt: ‘Waar staat de meest internationale universiteit van Nederland?’, zal iedereen Amsterdam zeggen, maar niet Maastricht. Als je vraagt: ‘Wat is de meest internationale provincie?', dan zal iedereen Zuid-Holland invullen, maar het ís Limburg. Het songfestival is een evenement dat in één keer die imagoboost kan geven’.
Het Verdrag van Maastricht vormde de Europese Gemeenschap om tot Europese Unie. Met de ondertekening door de (toentertijd) twaalf lidstaten op 7 februari 1992 in Maastricht werd de basis gelegd voor de Economische en Monetaire Unie (EMU) en voor de invoering van de euro. Jean Monnet (1888-1979) was een Franse econoom en diplomaat die in de jaren veertig al plannen smeedde voor Europese eenwording. Zijn goede vriend Marcel Bezençon richtte in 1954 de European Broadcasting Union (EBU) op, die in 1956 het eerste Grand Prix Eurovision de la Chanson Européenne uitzond.
Zijn jullie daarom zo fanatiek, omdat het eigenlijk ook nodig is voor Maastricht?
Bovens: ‘Fanatiek zijn we altijd al’.
Penn: ‘Het voelt gewoon zo... lógisch. Dit móét naar Maastricht komen. In de wijk Wittevrouwenveld heeft een van de raadsleden een enquête gehouden onder de bevolking, tijdens een festival. Iedereen is voor, niet alleen maar de gemeenteraad.’
Wat zouden de nadelen zijn, behalve dan dat die ‘compacte’ stad – zoals jullie het zo eufemistisch noemen – propvol komt te zitten?
Penn: ‘Het kost een hoop geld. Beveiliging is een enorme kostenpost, en dat moet natuurlijk wel goed gaan. Als burgemeester gaat dat toch altijd door je hoofd bij grote evenementen. Maar dat kunnen we heel goed. We hebben hier twaalf avonden Rieu op het Vrijthof, met per keer 12 duizend mensen die halve nachten op het plein zitten.’
Bovens: ‘De operatie die we met Rieu uitvoeren is logistieke gezien van een grotere orde dan het Songfestival, en ook nog eens in de open lucht. En wij hebben de ervaring met Tefaf, als er voor dik 2 miljard aan kunst in het Mecc staat uitgestald. Waarmee je kunt stellen dat het Mecc evenementenbeveiligingservaring van de bovenste plank heeft. Dus ik maak me geen zorgen of we dat kunnen fiksen. Nadelen zijn er niet. Je moet wel de hele stad en hele regio erbij betrekken. Dat het geen elitair feestje wordt.’
Penn: ‘Daarvoor zitten mooie plannen in het bidbook. De burgemeesters van alle Limburgse steden hebben zich solidair verklaard, evenals de burgemeesters van Belgische steden als Hasselt en Luik, die willen allemaal bijdragen en dingen organiseren.’
De projectleider Songfestival Maastricht 2020, die is aangeschoven: ‘Misschien is het nu een goed moment om dat van die buurten te vertellen.’
Penn: ‘We hebben 43 buurten in Maastricht en in de gemeenteraad is het idee geopperd om, omdat er ook 43 landen meedoen, elke buurt aan een land te koppelen zodat daar de boel navenant wordt versierd, er voedsel uit dat land wordt gegeten, muziek van het land gespeeld en mogelijk ook de deelnemer van dat land eventjes naartoe kan. Dat geeft binding. Daar kunnen de Hotelschool en de Kunstacademie ook aan meedoen, aan dit soort projecten. Die hebben allemaal hun medewerking toegezegd.’
Bovens: ‘Het is zo’n voordeel dat de Francofonie op 2 kilometer van hier begint, en de Duitstaligheid op 21 kilometer. Het is een fundgrube van ideeën, als je het zo bekijkt’.
Penn: ‘Het is goed om niet naar Maastricht te kijken als dat kleine stadje in het zuiden.’
Bovens: ‘De slogan van de provincie is: Limburg maakt Nederland groter. Er is meer dan molens, tulpen en klompen. Nederland is ontstaan uit het zuiden. Wij zijn de basis van de Nederlandse cultuur, en tegelijkertijd een moderne provincie, innovatieleider qua technologie. Zie wat op campussen gebeurt: big data, Chemelot. In de Euregio gebeurt op cultuurgebied in het weekend meer dan in de Randstad: dans, underground, urban, eh... dingen.’
Penn: ‘Bij het Sphinx-terrein ligt de gashouder, zo’n heel groot rond koekblik, dat gaat een belangrijke rol vervullen, samen met de city meadow, een enorm grasgebied waar je mooie side events kunt organiseren. Een magische plek. Dat is een oud industrieel gebied. Daar is het hip. Wat Theo urban noemt’.
Even terug naar de niet zo urban André Rieu. Wat is zijn rol?
Penn: ‘Hij verraste me enorm bij Pauw, waar hij steun betuigde met een filmpje. Toen was ik trots: het is wél ’s werelds grootste podiumartiest, die doet meer dan Beyoncé en Madonna aan aantallen en optredens en zo. Hij is een echte Maastrichtenaar. Hij voelt precies wat mensen hier ook voelen en biedt aan op welke manier dan ook te helpen, zoals door zo’n bus in te zetten. Als je zo’n ambassadeur hebt van de stad, die gaat over muziek en saamhorigheid, dan is dat een groot geschenk.’
Ik hoorde dat leden van de EBU, de Europese radio-unie, waren uitgenodigd voor zijn concerten op het Vrijthof. Klopt dat?
Penn: ‘De NPO komt. Naar het laatste concert.’
De projectleider, haastig: ‘Als die zijn uitgenodigd, is dat gewoon op Rieus initiatief’.
Penn: ‘Dat weet ik ook niet precies. Ik dacht dat Shula kwam...’
De woordvoerder: ‘Dat heeft dan meer ermee te maken dat zijn concerten op tv worden uitgezonden, bij de Tros.’
De kosten
De totale kosten hangen van allerlei zaken af, maar Bakker schat ze op 25 à 30 miljoen euro. De EBU betaalt 6 miljoen. De deelnemende omroepen betalen mee aan de productie. Van de organiserende stad wordt ongeveer 10 tot 15 miljoen verwacht. Bakker: ‘Maar je kunt in zekere mate zelf bepalen hoe duur je het maakt. Een voorbeeld: aan de filmpjes tussen de liedjes kun je 2,5 miljoen uitgeven, maar ook 600 duizend. Met creativiteit kom je een heel eind.’
Waar de stad verder geld aan kwijt is? ‘De huur van de venue, het transport van delegaties, orde en veiligheid, dat soort dingen’, zegt Bakker. ‘En de stad moet een team samenstellen dat met ons aan de slag gaat.’
In het eisenpakket staat geen minimumbedrag, zegt Bakker. ‘Ze kunnen ook in natura bijdragen. Als ze verantwoordelijkheden nemen - zoals beveiliging - waardoor wij geen kosten hoeven te dragen, telt dat ook mee. Het is overigens niet gezegd dat de stad met de dikste portemonnee het Songfestival krijgt. De geschiktheid van de locatie weegt zwaar mee.’
Het is logisch dat de stad ‘een substantieel deel van de kosten’ op zich neemt, zegt Bakker. ‘Het Songfestival betekent enorm veel promotie in binnen- en buitenland.’ Ook Jon Ola Sand, de Songfestival-directeur uit Noorwegen die bekend is als ‘Mr. Eurovision’, wijst naar de waarde van publiciteit. ‘Als je ziet hoe vaak de naam van de stad genoemd wordt in kranten, niet alleen in Europa maar ook in de VS, Azië en Zuid-Amerika, dan weet je hoeveel je ervoor terugkrijgt.’ In 2013 leverde het Songfestival de Zweedse stad Malmö voor 132 miljoen euro aan advertentiewaarde op.
Stockholm maakte fikse winst: in 2016 gaf het 12 miljoen euro uit aan het Songfestival. De toestroom van toeristen leverde 28 miljoen op. Andere steden deden het minder goed. Malmö speelde in 2013 ongeveer quitte. In 2015 leed Wenen 6 miljoen verlies. Deze cijfers gelden overigens voor de toeristen die tijdens het Songfestival in de stad waren. De effecten op de lange termijn zijn moeilijk meetbaar.
Er gaan behoorlijk hardnekkige geruchten dat de EBU, die niet eens de eerste keuze maakt, een sterke voorkeur heeft voor Maastricht. Hebben jullie die geruchten zelf in omloop gebracht?
Penn: ‘Nee, nee, het verraste ons ook! Afgelopen vrijdag was het nog: o, Amsterdam is afgevallen dus het wordt Rotterdam. Dat signaal dat de EBU Maastricht prefereert is nieuw. We willen graag laten weten dat we in de race zijn, maar niet met een grote mond roepen: wij krijgen dit. Daar is geen aanleiding toe.’
Bovens: ‘Maar de Engelse sites van songfestivalwatchers praten veel over Maastricht. Ik weet niet in welk circuit die zitten. We zijn in elk geval niet kansloos.’
Is het Mecc hoog genoeg? Boze tongen beweren van niet.
De projectleider: ‘De plafondhoogte van het MECC is 17 meter 88, dus dat vormt geen belemmering. Dit hebben we meteen gecheckt met de NPO aan het begin van de bidbookprocedure’.
Wat is nu het moeilijkst inschatten van zo’n bidbook?
Bovens: ‘Het gaat niet om bedragen die je aan de EBU of de Tros zou moeten afdragen. We hoeven niemand te betalen. Het gaat vooral om: wat organiseer je aan randprogramma’s, wat zijn de kosten die je maakt? Dus als het Mecc zegt: je krijgt de hal voor niets, dan is dat een bijdrage van de venue. Als iemand anders zegt: we organiseren een feest, dan wordt het programma daar aantrekkelijker door.’
Penn: ‘We hebben met het programma van eisen in de hand gezegd: hoeveel geld hebben we daarvoor over en hoe krijgen we het geld hiervoor bij elkaar, met welke partners ? Een daarvan is de Stichting Samenwerkende Hotels Maastricht die, anders dan bij andere evenementen, hebben beloofd om de prijzen niet drie keer over de kop te gooien. Het worden normale prijzen.’
Bovens: ‘Je wilt de mensen die ertoe doen, artiesten, juryleden en journalisten, in Maastricht hebben. En dat moet betaalbaar zijn. We hebben drieduizend kamers geblokt tegen normaal tarief. Dan kun je dat idee van de compacte stad waarmaken en komen die artiesten elkaar ’s avonds tegen. Ik vraag me af of Rotterdam drieduizend hotelkamers zo dicht bij elkaar in de buurt heeft liggen. Als je naar Delft en Rijswijk moet, helpt dat niet mee voor het festivalgevoel.’
Hebben jullie nog een charme-offensief geopend, bobo’s gepamperd? Ik zag dat er vlaaien waren uitgedeeld in Hilversum?
Penn: ‘Nee, dat met die vlaaien heeft omroep L1 gedaan. Wij doen puur op inhoud mee’.
Bovens: ‘Ger Koopmans, de gedeputeerde Cultuur, Financiën en Integratie is nog naar een aids-fundraisingdiner geweest in Amsterdam, in het kader van de campagne. Want het circuit dat over het Songfestival gaat, woont natuurlijk niet in Maastricht.’
Waarna er wordt gevraagd of de verslaggever nog een tas koffie, water of limmenaad wil, en een gesprekje volgt over de merchandise, en de rode T-shirts met ‘Maastricht Douze Points’ erop, waar Maastrichtenaren serieus mee rondlopen.
Waar kun je die kopen?
De woordvoerder: ‘Bij de VVV, voor een tientje.’
Bovens: ‘Inge, zorg jij dat mevrouw zo’n T-shirt krijgt?’
Dat soort peperdure douceurtjes mag ik natuurlijk niet aannemen, als onafhankelijk journalist.
Bovens, verkneukeld, tegen de woordvoerder: ‘Zorg jij dan dat er een T-shirt in mevrouws tas valt?’
Maar even serieus: wat heeft het tot dusver aan tijd en geld gekost?
Bovens: ‘Die voorbereidingskosten nemen de provincie en het Mecc voor hun rekening. De provincie vanuit brandingsgeld en het Mecc vanuit marketinggeld, daarmee hebben we feitelijk al onze doelstellingen voor dit jaar bereikt. De reclame die we nu hebben met het bid, en alle acties daarnaartoe, is al meer dan het Mecc normaal op jaarbasis aan reclame binnenhaalt in de normale corporate campagnes’.
Het viel me op dat het zo on-Maastrichts zelfverzekerd was, die kandidaatstelling. Maastricht heeft zich de afgelopen decennia toch gepresenteerd als een soort Calimero, die werd genegeerd door ‘de hoge heren in Den Haag’. Is dit een nieuwe koers, of past het bij u als burgemeester en gouverneur?
Penn: ‘Ik herken wel iets daarin, en de Maastrichtenaar zegt het zelf ook vaak: we zijn veel te bescheiden. Ik denk dat de hele provincie steeds zelfbewuster aan het worden is, en de bestuurders dat laten horen. Er is zoveel om trots op te zijn! De tijd van: ‘ach, dat sneue Limburg’ is écht voorbij. De economische ontwikkeling is al genoemd, maar ook qua evenementenorganisatie hoeven we geen te grote broek aan te trekken. Wat zo raar is: als mensen uit de Randstad hier komen, zeggen ze: oooh, het lijkt wel het buitenland! Als het KNMI zegt: de buien komen vanuit Limburg ons land binnen, dan denk ik: Limburg IS ons land!’
Bovens, vilein: ‘Komisch dat je ergens in een tussenzinnetje zegt dat Maastrichtenaren zichzelf te bescheiden vinden. Als ik dat in de rest van de provincie ergens zeg begint iedereen te lachen. Maar de brandingsstrategie van de provincie is zeker de laatste jaren offensiever dan ooit. Wij zijn niet meer van het vragen en klagen in Den Haag, wij zijn van het aanbieden. We zijn bovendien geen onbemiddelde provincie, met een booming economie. Ik denk dat de tijd van Calimero wel voorbij is. Ik las in het AD geloof ik dat ze ‘het eens een ander moeten gunnen dan de Randstad’. Daar word ik heel boos van. Het is geen kwestie van gunnen, we verdienen het en we kúnnen het!’
En de andere steden?
Naast Maastricht dingen nog vier andere steden mee om de organisatie van het Songfestival. Onder hen is Rotterdam torenhoog favoriet; optimistische hoteleigenaren hebben de prijs voor een hotelkamer in mei alvast flink omhoog gegooid. Ondertussen speelt Utrecht hard to get en zetten Arnhem en Den Bosch hun kleinschaligheid in als joker.
Een monsterklus
Eind april, zo’n drie weken voor de finale van het Songfestival, drong het tot het Mediapark in Hilversum door dat Duncan Laurence zomaar eens zou kunnen winnen en Nederland het jaar daarop verantwoordelijk zou zijn voor een monsterklus: de organisatie van een van de grootste entertainmentshows ter wereld. Omdat de opgave te omvangrijk zou zijn voor één omroep, legde de NPO begin mei het eerste contact met de NOS en Avrotros. In grote lijnen schetsten de omroepen hoe de organisatie eruit moest komen te zien in het geval dat.
In de vroege ochtend van 19 mei bleek het niet voor niets te zijn geweest.
Het kernteam van het Songfestival bestaat inmiddels uit zes mensen, maar dat aantal zal rond februari zijn uitgegroeid naar zestig. Zij zijn afkomstig van de drie omroepen en worden aangevuld met externe experts. De NOS heeft ervaring met grote producties, de NPO is lid van de overkoepelende organisatie European Broadcast Union (EBU) en Avrotros heeft het Songfestival de afgelopen negen jaar uitgezonden.
Het kernteam bestaat uit twee onderdelen: het tv-team, geleid door Inge van de Weerd van de NOS, is verantwoordelijk voor de productie van de tv-uitzendingen, de techniek en de show. Sietse Bakker, die jarenlang voor de EBU achter de schermen van het Songfestival heeft gewerkt, leidt het eventteam. Dat zorgt voor alles wat niet op tv komt, zoals vervoer van delegaties, persfaciliteiten en kaartverkoop.
Er is een aantal streefdata, zegt Bakker. Half augustus: bekendmaking organiserende stad. Vóór de feestdagen: beginnen met kaartverkoop. Eind januari: loting halve finales en officiële Songfestival-overdracht van burgemeester Tel Aviv aan de opvolgende stad. Half maart: de inzendingen van de landen zijn bekend, waarop het creatieve team bedenkt hoe die op tv in beeld worden gebracht. Begin mei: start van de repetities. Het Songfestival zal in mei zijn, de precieze datum wordt in overleg met de organiserende stad bepaald.
En de presentatoren? Uitsluitsel hierover komt ‘op zijn vroegst’ eind 2019, zegt de woordvoerder van Avrotros. Onder anderen Eva Jinek, Jan Smit, Cornald Maas, Gerard Joling, Wendy van Dijk en influencer Anna Nooshin en YouTuber Nikkie de Jager (NikkieTutorials) zeiden al het graag te doen, maar van hen lijken alleen de eerste drie een kans te maken. ‘Binnen de publieke omroep hebben we zo veel talent, daar moeten geschikte presentatoren te vinden zijn’, zegt de woordvoerder van Avrotros. Namen geeft hij niet, maar in de media worden naast Jinek, Smit en Maas ook Dionne Stax en Winfried Baijens genoemd.