InterviewMaral Noshad Sharifi

‘Van mijn ouders kreeg ik mee dat het gevaarlijk is om te praten’

Maral Noshad Sharifi Beeld Coco Olakunle
Maral Noshad SharifiBeeld Coco Olakunle

Journalist Maral Noshad Sharifi (33) ontvluchtte op 4-jarige leeftijd met haar moeder Iran. Voor haar boek Citroeninkt reconstrueerde ze haar familiegeschiedenis en een door spanningen getekende jeugd.

Abel Bormans

Haar hele jeugd keek schrijver en journalist Maral Noshad Sharifi (33) tegen een ingepakte barbiepop aan. In tegenstelling tot haar vriendinnetjes in Moerkapelle, die er vaak meerdere hadden, mocht ze er niet mee spelen.

‘Ik dacht: zie je wel? Mijn moeder wil niet dat ik blij ben. Later kwam ik erachter waarom ze dat deed. Haar gedachte was: die pop kunnen we altijd nog verkopen als er iets ergs gebeurt. Dan hebben we tenminste tien gulden. Dat is wat een vluchtervaring met iemand doet – mijn moeder leeft in een permanente overlevingsmodus.’

Abel Bormans is mediaverslaggever bij de Volkskrant. Hij was een van de drie journalisten die schreven over de misstanden bij De wereld draait door.

Noshad Sharifi, momenteel correspondent in de Verenigde Staten voor de Volkskrant, was 4 jaar oud toen ze samen met haar moeder – die toen zwanger was van haar broertje – uit Iran vluchtte. Vanuit miljoenenstad Teheran kwamen ze aanvankelijk in Moerkapelle terecht, een gereformeerd dorpje in Zuid-Holland met toentertijd drieduizend inwoners. Haar vader kwam later over, maar het huwelijk hield geen stand. Over deze familiegeschiedenis en jeugd schreef Noshad Sharifi de autobiografische roman Citroeninkt. Dat verhaal wordt grotendeels verteld vanuit het perspectief van het personage Talar, gebaseerd op de schrijver zelf, maar speelt zich ook af in het Iran van haar ouders.

In dit debuut verkent Noshad Sharifi wat het betekent om in Nederland migrant te zijn, waarom de vluchtervaring van een kind en ouder zo verschillend is en welke spanningen dat binnen een gezin veroorzaakt.

null Beeld

Vanwege haar boekpresentatie is Noshad Sharifi deze weken thuis bij haar moeder in Scheveningen. Die woont boven een kinderdagverblijf waarvan ze zelf de eigenaar is. Samen zitten ze aan de eettafel. Een felle ochtendzon schijnt de ruimte binnen. Vanuit de vensterbank en boekenkasten kijken tientallen ingelijste gezichten de kamer in. Het zijn foto’s van vrienden, familieleden en Iraanse activisten.

Haar moeder, die uit veiligheidsoverwegingen niet met haar naam in de krant wil, vertelt: ‘Vanaf het moment dat ik Nederland was, concentreerde ik me op mijn studies, pedagogiek en orthopedagogiek. Daarna werd ik ondernemer en zette ik dit kinderdagverblijf op. Ik was erop gericht om iets moois voor mijn kinderen achter te laten. Maar toen ik het boek van Maral las, dacht ik: o, mijn god. Mijn kinderen hebben daaronder geleden. Dat had ik niet door.’

Noshad Sharifi: ‘Zo moet je niet denken. Echt niet. Het is helemaal niet erg.’

Waarom was dit het moment om je familieverhaal te vertellen?

‘Ik wist altijd al dat ik dit verhaal een keer wilde vertellen. Dat kwam in een stroomversnelling toen mijn moeder ziek werd. Een hersentumor, kanker. Ze heeft chemo- en radiotherapie gehad. Daardoor is de tumor weg, gelukkig.

‘Een tijdlang was ze haar geheugen helemaal kwijt en herkende ze niemand, mij ook niet. Waar is Maral, vroeg ze me steeds. Ik ging nadenken over wat ze allemaal had meegemaakt. En realiseerde me dat ik niet eeuwig de tijd had om mijn familiegeschiedenis te reconstrueren.’

In het boek beschrijf je dat je er na bestudering van je familiegeschiedenis achter komt dat je van een ‘half mens nooit een heel mens zou kunnen maken. Niemand kan dat.’ Kan je dat uitleggen?

‘Als ik vroeger naar mijn ouders keek, dacht ik: jullie zijn zo verdrietig. Terwijl ik blij was. Wat is er met jullie gebeurd?, vroeg ik me af. ‘Er is iets, maar ik weet niet wat.

‘Later kwam ik erachter wat het was: als je weggaat uit je land, dan blijft een deel van je achter. Er sterft een stukje af. Het is heel moeilijk om je 100 procent thuis te voelen in een nieuw land. Als kind denk je: ‘Dat ligt aan mij. Mijn ouders houden niet van me.’ En dus ging ik enorm mijn best doen op school. En zorgde ik dat het huis was opgeruimd als mijn moeder thuiskwam.’

Hoe heeft dat jou gevormd?

‘Toen we gevlucht waren, zei mijn oma tegen mij: ‘Je moet je moeder met alles helpen. Je bent nu geen kind meer.’ Ik was 4 jaar oud.

Ze laat een foto zien uit die tijd. Te midden van vijf onbezorgde blonde meisjes die hun tanden bloot lachen, kijkt een donkerharig meisje – het hoofd afwachtend schuin, de wenkbrauwen licht opgetrokken – ernstig de camera in.

‘Een van mijn beste vriendinnen is Tibetaans, ook een vluchteling. Ze werkte heel hard om aan een Ivy League-universiteit te kunnen studeren. Tegelijkertijd betaalde ze mee aan de huur van haar moeder. Het kan dus nog heftiger, maar ik was ook zo. Sinds mijn 13de heb ik altijd een baan gehad. Pas op volwassen leeftijd heb ik het kind in mij teruggevonden.’

 Maral Noshad Sharifi als kind in Moerkapelle.  Beeld
Maral Noshad Sharifi als kind in Moerkapelle.

De roman heet Citroeninkt. Wat betekent die titel?

‘Veel Iraniërs houden van zuur en doen overal citroen op. Mijn vader vertelde dat hij er vroeger met zijn beste vriend altijd een sport van maakte om op zoek te gaan naar het zuurste van het zuurste in de Grote Bazaar van Teheran. In Iran heet het poeder dat ontstaat als je een citroen uitperst en laat uitdrogen ‘citroeninkt’. Mijn vader deed dat poeder op het vruchtvlees van een citroen en at dat dan op.

‘Ik vond het een grappig woord. Ik kwam erachter dat het in het Nederlands een andere betekenis heeft. Als je een citroen uitperst en er wattenstaafjes in doopt, kun je ermee schrijven. Zo gaven soldaten elkaar vroeger geheime boodschappen door. Pas als je er een lamp boven houdt, zie je de tekst.

‘Met citroeninkt kun je je uiten, maar tegelijkertijd dingen voor jezelf houden. Van mijn ouders had ik meegekregen dat het gevaarlijk is om te praten. Door te praten kun je opgepakt worden, doodgaan. Maar mijn basisschoolmeester spoorde mij aan om mijn gevoelens te uiten en ze op te schrijven. In het begrip citroeninkt zit voor mij een verbinding tussen mijn Iraanse en Nederlandse identiteit.’

Je koos voor een autobiografische roman en niet voor non-fictie. Waarom?

‘Als ik non-fictie zou schrijven had ik ontzettend veel onderzoek moeten doen naar een land waar ik niet kan komen en wat ik op afstand nooit écht zal begrijpen. Bovendien wil ik niet de namen van mijn familieleden openbaren. Maar ik vond het ook mooi om de werkelijkheid naar mijn hand te zetten. In het boek durft Talar ook boos te worden, maar zelf was ik in mijn jeugd niet zo. Misschien had ik dat wel gewild. Om mijn grenzen te herkennen en aan te kunnen geven.

‘Mijn jeugd was niet altijd makkelijk maar ik heb er ook veel aan overgehouden. Mijn ambitie en de journalistieke basishouding om je ogen niet te sluiten voor wat er in de wereld gebeurt – ook de gruwelijke dingen – heb ik van haar.’

Waarom vluchtten je ouders?

‘Mijn ouders waren linkse activisten en tegenstanders van het regime dat na de Iraanse Revolutie in 1979 aan de macht was gekomen. Vrienden van mijn vader werden aan de lopende band opgepakt. Gemarteld. Een paar gaven na hun vrijlating toe dat ze hem onder dwang hadden verlinkt. Zijn beste vriend werd gedood, een andere vriend kwam blind aan één oog de cel uit. Het was een kwestie van tijd voordat hem iets zou overkomen.’

Haar moeder vult aan: ‘We waren in Iran een keer in het park. Maral was met de konijntjes aan het spelen. Er kwam een cameraploeg – ik weet niet waarvan – die Maral wilde filmen. Ze vonden haar schattig. Alleen moest ze dan wel een hoofddoek op. Ik werd woest en begon te schreeuwen. Een meisje van 4 met een hoofddoek? Ben je gek geworden? We moesten snel weg voordat we in de problemen zouden komen. Altijd liepen we het risico om gearresteerd te worden.’

Noshad Sharifi: ‘Ze besloot te vluchten. Mijn vader kwam vanwege persoonlijke omstandigheden pas later.’

In het boek lees je dat je moeder hem kwalijk neemt dat ze zonder hem de overstap moest maken. In Nederland groeiden je ouders verder uit elkaar.

‘Het zijn tegenovergestelde mensen. Mijn vader is heel erg…’

Moeder: ‘Relaxed.’

‘Hij wil een simpel bestaan leiden. Mijn moeder wil de wereld veranderen.’

Jullie kwamen vanuit Teheran in Moerkapelle terecht. Hoe groot was de cultuurshock?

Moeder: ‘Mijn vader, Marals opa, kwam eens op bezoek en zei: ‘Waarom wonen hier geen mensen? Er is hier niemand.’ Maar we hadden lieve buren. Dat heeft ons geholpen.’

null Beeld  Prometheus
Beeld Prometheus

In het boek staat beschreven hoe jij, Maral, als kind door een buurjongetje in de vijver wordt gegooid. Je moeder pakt die jongen beet en schreeuwt: ‘I will kill you.’ Eenmaal thuis denkt ze dat ze opgepakt zal worden en naar de gevangenis moet.

‘Dat dacht ze echt. Bizar toch? Haar referentiekader is Iran, de jaren tachtig. Maar in Moerkapelle waren er natuurlijk helemaal geen consequenties.’

Moeder: ‘Als iemand mijn kind aanraakt…’

In het boek zegt je vader dat je moeder al sinds de Iraanse Revolutie in 1979 denkt dat het regime binnen enkele maanden weer weg zal gaan. Hoe hebben jullie de afgelopen tijd naar het nieuws over de protesten in Iran gekeken?

‘Horror, het is echt horror. Ik heb survivor’s guilt. Ik ben een vrouw van 33 en dan gaan daar meisjes van 14 de straat op om hun leven te riskeren. Het feit dat ik er niet naartoe kan en er nooit meer ben geweest, maakt het alleen maar erger.’

Moeder: ‘Ik moet constant huilen. Maar ik ben nog steeds optimistisch. Superoptimistisch. Ze gaan echt weg.’

‘Nu echt, toch mam?’

‘Nu echt.’

Maral Noshad Sharifi

1989 Geboren in Teheran, Iran

1993-2001 Basisschool in Moerkapelle

2002-2007 VWO, Vrijzinnig Christelijk Lyceum, Den Haag

2007-2011 Bachelor Politicologie en master Dutch Politics, Universiteit Leiden Leiden

2011-2012 Master Journalistiek, Columbia University, New York, met behulp van een Fulbright-beurs. Verslaggever in de South Bronx. Winnaar prijs beste lokale verslaggeving

2012 Documentaire Homeless Occupation over dakloze jongeren die onderdeel worden van de Occupy Wall Street-beweging.

2013-2021 Journalist bij nrc.next en buitenlandredactie NRC

2016 Documentaire Lieve buren voor de VPRO

2017 Presentator De Westerlingen, VPRO, over conservatieve jongeren in Rusland

2021-heden Correspondent Verenigde Staten de Volkskrant in New York

2023 Publiceert Citroeninkt bij Prometheus

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden