INTERVIEW
'Van Homerus zijn er nooit genoeg vertalingen'
Op je 75ste nog beginnen aan de vertaling van de 15.640 verzen van Homeros' heldenepos Ilias? Imme Dros werkte er drie volle jaren aan. 'Al doende zag ik steeds meer hoe knap het in elkaar zit.'
Sprookjesachtig wonen ze, kinderboekenschrijfster Imme Dros (1936) en haar man, schrijver en tekenaar Harrie Geelen. Toen ze in de jaren zeventig van de vorige eeuw in hun Hilversumse hoekvilla gingen wonen, stonden er struikjes omheen. Nu is het huis tegenover de kerk bijna niet meer te vinden achter volgroeide coniferen.
Eenmaal binnen moeten hun gasten zich een weg banen tussen torens van boeken op wiebelige salontafeltjes, voor ze mogen wegzakken in antieke leunstoelen, de voeten op grootmoeders stoof. 'We hebben in ons leven veel verzameld en kunnen niets weggooien. Kleiner gaan wonen zou voor ons een ramp zijn, een ramp.'
Het avontuurlijke leven
Imme Dros heeft last van ernstige migraine en daarom altijd een paar donkere brillen onder handbereik. Verder gaat het wel. Volgend jaar wordt ze 80, maar de boodschappen doet ze elke dag zelf. Op de fiets. Pas na 200 meter wordt het lopen haar te pijnlijk. En dat is ook alleen maar omdat ze een tijdje geleden is aangereden door een automobilist die niet goed richting aangaf. Dus oud? Dat laat Dros graag aan anderen over. 'Als mensen me vragen: hoe voelt het om bijna 80 te zijn, dan denk ik: heb je niets beters te vragen? Ik heb me één keer oud gevoeld en dat was op mijn 30ste verjaardag. Dat was een rotdag. Ik vreesde: nu is het avontuurlijke leven voorbij. Maar dat was helemaal niet zo. Daarna heb ik er nooit meer over nagedacht.'
Dros test regelmatig of ze nog scherp is. Om haar brein soepel te houden leert ze literaire passages uit haar hoofd. Gedichten van Shakespeare. Jabberwocky van Lewis Carroll. 'Gaat nog prima. Alleen in namen onthouden ben ik nooit goed geweest. Dat is een familiekwaal.'
Lekker handig, bij het vertalen van een heldenepos met achterin een veertig pagina's tellende plaats- en persoonsnamenindex. Uit een taal waarvan de woorden vaak meerdere, niet met elkaar samenhangende betekenissen hebben. 'Och. Gelukkig heb je tegenwoordig computers om terug te vinden hoe je iets eerder hebt opgelost. Ongelooflijk dat dat vroeger allemaal met de hand moest.'
Maar verder vindt ze het helemaal niet gek dat ze rond haar 75ste verjaardag besloot om nog even de wereldberoemde 15.640 verzen van Homeros' Ilias onder handen te nemen. Dat allereerste boek uit de westerse letterkunde, waarin de overspelige schoonzuster van koning Agamemnon verliefd wordt op de knappe prins van Troje. Is dat wereldberoemde oorlogsverhaal, dat eindigt met die list van Odysseus' houten paard, niet zo langzamerhand bekend genoeg?
'De Ilias samenvatten lijkt niet moeilijk. Maar dan kijk je oppervlakkig en verkeerd. Er zitten zoveel lagen in het verhaal. Ik ken het nu wel een beetje, toch ontdek ik elke keer weer wat nieuws. En in het Nederlands kán zoveel. Daardoor is elke vertaling verschillend. Ik heb echt tegen mijn uitgever moeten zeggen: stuur die laatste proef maar niet. Dan ga ik wéér dingen zitten aanpassen. Ja, maar dat kan óók nog, denk ik de hele tijd. En als ik dat eens probeer?'
Prutsen
Eerste zin 'Zing, godin, over de wrok van Achilleus van Peleus.'
Lang over nagedacht? 'Er staat letterlijk: Wrok bezing godin van de zoon van Peleus Achilleus. Beginnen met wrok levert geen normale mensentaal op in het Nederlands. De definitieve eerste regel begint, vanwege het metrum, zo: Zing godin over de wrok. In elk geval krijgt wrok dan een sterke klemtoon. En zonder de zang helemaal geen verhaal.'
Heeft u schrijfrituelen? 'Geen, behalve dat ik te lang blijf prutsen, versie op versie op versie. Telkens denk ik: dat kan ook nog, is dat niet leuker?'
Wie zijn u helden? 'Homeros en Odysseus natuurlijk. In het echte leven: mijn man Harrie.'
Literaire lievelingsheld
Dat enthousiasme is wel eens anders geweest. Bijna een kwart eeuw geleden voltooide ze haar zeer gewaardeerde vertaling van Odysseia (Querido, 1991) en leek de Ilias de logische volgende stap. Maar ze kwam er maar niet doorheen. De gewelddadige scènes, waaraan ze als tiener op het gymnasium al een hekel had, gingen haar tegenstaan. 'Om de haverklap staat er iemand met zijn eigen ingewanden in zijn handen.'
Het vertalen van de avonturen van Odysseus, haar literaire lievelingsheld, is in vergelijking daarmee bijna vanzelf gegaan. Het kwam - letterlijk - per ongeluk op haar pad. De kinderboekenschrijfster was bezig met de jeugdroman De reizen van de slimme man (Van Goor, 1988) toen haar broer van 37 met twee vrienden in Engeland tijdens zwaar weer met hun Cessna tegen een berg vloog.
'In de zomervakantie na de crash was ik ontzettend down en begon ik te vertalen om mezelf af te leiden. Ik kon niet meer ophouden. Homeros gaf me troost en hoop. Hij bracht me terug naar de tijd dat ik nog bij mijn ouders woonde en dood en verderf in onze familie niet aan de orde was, in de tijd dat je tegenslagen gewoon met hard werken overwon.'
Gymnasium
Dros is bepaald geen doorsnee gymnasiaste. Ze komt uit een klein dorp op Texel, waar haar vader banketbakker was en haar moeder de winkel runde. Als ze in Den Helder op de kweekschool zit, besluit ze dat ze liever Nederlands wil studeren. Haar vader vindt het prima, mits ze haar gymnasiumdiploma in dezelfde tijd haalt. Aan het begin beginnen is er dus niet bij: ze stapt halverwege de derde klas in.
'Dus daar zat ik, voor het eerst bij Grieks en Latijn. Ik begreep er geen woord van. Ik hoefde pas na de zomer mee te gaan doen met proefwerken. Mijn eerste cijfer voor Latijn: een 3. Het mooiste cijfer dat ik ooit kreeg, want ik had min 5 verwacht. Daarna ging het steeds beter en ik ben elk jaar goed overgegaan. Maar ik heb er alles voor moeten geven. Werken, slapen, volgende dag fris weer aan de slag. Tot mijn eindexamen. Die discipline ben ik nooit kwijtgeraakt.'
De tiener van toen legt zich zelfs als zeventiger niet neer bij de bloederige weerbarstigheid van Ilias, en haar laatste poging het boek te vertalen, slaagt. Drie volle jaren werkt ze eraan, dag in dag uit, ook 's avonds, ook 's zondags. Al doende verandert haar kijk op die eindeloze vechtfilm uit de oudheid. 'Hoe langer ik er mee bezig ben, hoe meer ik zie hoe knap het allemaal in elkaar zit. Het tempo van Homeros, hoe de ene scène overloopt in de andere, als in een film. Het grootste deel van de tekst is dialoog en je leert de personages kennen door de manier waarop ze praten. En net als je begrijpt wat er gebeurt, is er al weer wat nieuws aan de hand. Ilias heeft de snelheid van een live-uitzending van het journaal en flitst van het slagveld naar de Olympos en weer terug.'
(Tekst gaat verder onder foto.)
'Meesterlijke man'
Maar het meest van al bewondert ze Homeros' objectiviteit, zijn mededogen, zijn superieure ironie. 'Oppergod Zeus, die schuinsmarcheerder, die zijn vrouw Hera probeert te verleiden met de tekst dat hij haar mooier vindt dan al die meisjes waar hij na haar een kind bij heeft gemaakt. Dat hij haar zelfs aantrekkelijker vindt dan de eerste keer dat hij met haar naar bed ging. Alsof je daar een vrouw mee verleidt. Meesterlijk.'
Homeros kiest geen partij, Grieken en Trojanen krijgen net zoveel aandacht, hun helden zijn even knap en goed. Zelfs Helena, die met haar overspel zoveel jonge mannen de dood in jaagt en voor wie sommige vertalers geen goed woord over hebben, kun je zien als een sympathiek, tragisch figuur. 'Ze heeft, denk ik, in stilte verdriet om al die doden. Ze is eenzaam, verlangt terug naar huis, waar ze gewaardeerd en gerespecteerd werd en eigenlijk gelukkig was. Maar ze blijft tegelijkertijd verliefd op Paris. Die twee zijn willoze slachtoffers van de liefdesgodin Aphrodite. Helena is de grote verliezer. Homeros maakt al die mensen psychologisch geloofwaardig, als in een roman van vandaag.'
Beetje rare vraag, kortom, of Homeros zo langzamerhand niet genoeg vertaald is, of iemand daar nog op zit te wachten. 'Er zijn nooit genoeg vertalingen. En zeker nu steeds minder mensen Grieks als vak kiezen, is het nodig dat er elke keer nieuwe versies verschijnen. En niet in de boekentaal van vijftig jaar geleden, maar in het Nederlands van nu.'
Ze kan haar hart ophalen. Haar verzen worden gelézen, op school en thuis, door jong en oud. 'De man van onze huishoudster, vrachtwagenchauffeur, las het in een ruk uit toen hij in het ziekenhuis lag. Zo spannend vond hij het.' Zijn de meeste Homerosvertalingen maar een paar jaar na verschijnen te koop, haar Odysseia is sinds 1991 met twintig drukken permanent in de winkel. Een everseller zo langzamerhand, die ze op dit moment aan het bewerken is om weer aan te sluiten bij Ilias. Waar ze de fut vandaan haalt? 'Ik heb gewoon veel fut, denk ik. Hoe langer ik leef, hoe meer ik de behoefte voel om bezig te blijven. Harrie heeft dat ook. We hebben zoveel ideeën, elke dag proberen we weer wat. Misschien doen we het om niet aan het onvermijdelijke te denken. Dat een van ons hier op een dag alleen zal zitten. Ik denk daar liever niet te veel over na.'
Meteen daarna begint ze te vertellen over haar volgende project: De vertellingen van duizend-en-een-nacht. 'Sinbad lijkt wel op Odysseus, ook een held die het ene na het andere avontuur beleeft op zee, maar de taal is zo anders. Heerlijk. Ik moet weer helemaal omschakelen.'
Homerus: Ilias, vertaald door Imme Dros, Van Oorschot