Van Dongen vertelt mooi verhaal
Jagadamba door Lenette van Dongen, muziek o.l.v. Martijn Breebaart, regie: Ruut Weissman. De Meerse Hoofddorp 10 april. Tournee...
THEATER
Een vrouw in een fitness-ruimte. Ze holt zich uit de naad op de lopende band, roeit zich wezenloos op op een ander apparaat en handelt intussen met propvolle boodschappentas in de hand een paar telefoontjes af. Ze wilde groots en meeslepend leven, maar het is vooral meeslepend geworden.
Het is een mooi tijdsbeeld, deze vorm van symptoombestrijding. Enerzijds de dwang om het lichaam goed te onderhouden en te ontspannen, anderzijds de weigering om de werkelijke oorzaak van de stress aan te pakken en gewoon wat minder in de agenda op te schrijven.
In haar twee voorgaande programma's maakte Lenette van Dongen al duidelijk dat ze zich niet thuis voelt in deze tijd. De opgefoktheid, onechtheid in de omgang, ze kan er niet goed tegen, ook al levert het aardige stof op voor een cabaretprogramma.
Ook nu is ze op zoek naar stilte, en rust in het hoofd. De oplossing blijkt vlak voor de deur van haar Amsterdamse woning te liggen. Maar wel zes meter diep en vele eeuwen terug.
Voordat Lenette van Dongen als soliste debuteerde, had zij een praktijk-opleidng in vele theatergenres achter de rug, van musical en dans tot stand-up comedy. Door dat brede scala aan vaardigheden is zij een interessante cabaretière geworden. Ook is zij, ondanks het succes van de eerste twee programma's, niet te beroerd om naast haar eigen teksten gebruik te maken van de diensten van schrijvers als Rob Chrispijn en Ted van Lieshout.
Jagadamba is een cabaretvoorstelling geworden die aan de buitenste rand van het genre kan worden geplaatst. Soms heeft het de sfeer van een intiem praatje bij de haard. Vervolgens schiet het weer mijlen de andere kant op met verwijzingen naar de wereldmuziek. Dan weer lijkt het op een stripverhaal, inclusief denkbeeldige tekstballonnetjes. Alleen de kleine geluidjes waarmee ze vrijwel elk gebaar begeleidt beginnen na een half uurtje een beetje te vervelen.
Allerlei thema's, zoals het Columbus-instinct van de mens, de geborgenheid die de natuur kan bieden, en het verliezen van een kind worden op subtiele wijze in elkaar geschoven. Maar deze verhalen krijgen een plat humoristische injectie als het even iets te zweverig dreigt te worden.
Van Dongen voelt zich misschien niet thuis in deze wereld, op het podium lijkt zij geen enkel probleem te hebben. De fysieke inspanningen van de fitness-apparaten vormen geen belemmering om direct daarna een lief lied te zingen zonder na te hoeven hijgen. Van Dongen heef een mooi verhaal te vertellen en dat doet ze vrijwel vlekkeloos.
Patrick van den Hanenberg